Eerste Duits-Deense Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Luckas-bot (overleg | bijdragen)
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 21:
| casualties2=
| casualties3=
| campaign=Zijbalk Sleeswijk-Holsteinse kwestie
}}
| campaign={{Zijbalk Sleeswijk-Holsteinse kwestie}}
 
De '''Eerste Duits-Deens Oorlog''' ([[Duits]]: ''Schleswig-Holsteinischer Krieg'') of '''Driejarige Oorlog''' ([[Deens]]: '' Treårskrigen'') was het eerste conflict in zuidelijk [[Denemarken]] en Noord-Duitsland die voortkwam uit de [[Sleeswijk-Holsteinse kwestie]], doordat er betwist werd wie controle zou moeten hebben over de Hertogdommen [[Hertogdom Sleeswijk|Sleeswijk]] en [[Hertogdom Holstein|Holstein]]. De oorlog, die duurde van 1848 tot 1851, betrok ook troepen van [[Pruisen]] en [[Verenigde Koninkrijken van Zweden en Noorwegen|Zweden]]. Uiteindelijk resulteerde de oorlog in een Deense overwinning. Een tweede conflict, de [[Tweede Duits-Deense Oorlog]], brak uit in 1864.
 
== Oorspronkelijke status van Sleeswijk en Holstein ==
In 811 werd in een vredesverdrag tussen [[Karel de Grote]] en de Deense koning de rivier de [[Eider (rivier)|Eider]] tussen het Deense rijk en het [[Frankische Rijk]] vastgesteld. Deze grens was van oorsprong ook de taalgrens tussen het [[Noord-Germaanse talen|Noord-Germaanse]] en het [[West-Germaans]]e taalgebied, werd later ook de grens tussen Sleeswijk en Holstein en diende tot [[1864]] als grens tussen het [[Heilige Roomse Rijk]] en de [[Duitse Bond]] enerzijds en het Koninkrijk Denemarken anderzijds.
 
In de twaalfde eeuw ontwikkelden Sleeswijk en Holstein zich als zelfstandige hertogdommen. In 1386, werden de beide hertogdommen verenigd toen de [[Schauenburg]]er graven Sleeswijk als Deens leengebied kregen.
 
Vanaf dit moment vestigden zich steeds meer Duitsers in Denemarken, vooral in Sleeswijk. Hierbij ontstonden steeds meer Duitse taalenclaves, vooral in koopsteden als [[Ribe (stad)|Ribe]], [[Fredericia (stad)|Fredericia]], [[Tønder (plaats)|Tønder]], [[Helsingør]] en [[Kopenhagen]]. Duitsers die zich in Denemarken en Sleeswijk vestigden waren met name kooplui en leden van de [[adel (klasse)|adel]] uit Holstein. Langzaam werd de Deense [[aristocratie]] vervangen door Duitstalige edelen. Hierdoor kregen Sleeswijk en Holstein steeds nauwere economische en culturele betrekkingen.
 
In 1460, nadat de Schauenburgse lijn was uitgestorven, koos de ridderstand uit Sleeswijk en Holstein de Deense koning [[Christiaan I]] als leenheer van de beide hertogdommen. Daarbij beloofde hij ''dat se bliwen ewich tosamende ungedelt'' (dat zij eeuwig ongedeeld samen zouden blijven). In het [[Verdrag van Ribe]] werd de onscheidbaarheid van de twee hertogdommen vastgelegd. De Deense koning werd [[hertog]] van zowel Sleeswijk als Holstein. Sleeswijk werd een leengebied in het koninkrijk Denemarken, terwijl Holstein verder tot het Heilige Roomse Rijk bleef behoren.
 
Na het Verdrag van Ribe werden Sleeswijk en Holstein meerdere malen gescheiden, maar na [[1773]] kwamen de beide hertogdommen weer onder de heerschappij van de Deense koning. Tijdens het [[Congres van Wenen]] werden Holstein en [[Lauenburg (land)|Lauenburg]] (maar zonder Sleeswijk) tot leden van de [[Duitse Bond]] verklaard. Lauenburg, Sleeswijk, Holstein en de rest van Denemarken vormden samen een [[personele unie]]. Dit bleef zo tot 1864.
 
Volgens een Deense volkstelling uit [[1860]] woonden er ongeveer één miljoen van de 2,6 miljoen burgers van de personele unie in de hertogdommen, en de hertogdommen maakten in oppervlakte ongeveer een derde (19.000 van 58.000km2) van de gehele unie uit. Verder wordt er geschat dat er toen ongeveer 500.000 tot 600.000 Duitsers of Duitstaligen woonden.
Regel 45 ⟶ 46:
 
== Nationalisme in Sleeswijk-Holstein ==
Aan het begin van de negentiende eeuw ontstonden er in Europa nieuwe nationalistische stromingen. Deze stromingen sloegen ook over naar Denemarken, Sleeswijk-Holstein en de Duitse Bond.
 
In 1815 werd het zogenaamde ''Schleswig-Holsteinismus'' voor het eerst geformuleerd door professor [[Friedrich Christoff Dahlman]] aan de universiteit van [[Kiel (Duitsland)|Kiel]]. Het idee van het Schleswig-Holsteinismus was dat Sleeswijk en Holstein een eenheid vormden, dat de hertogdommen zelfstandig zouden moeten zijn ten opzichte van Denemarken en dat ze zich zouden moeten aansluiten aan de Duitse Bond. Hierbij werd teruggegrepen op het Verdrag van Ribe. Vijftien jaar later, in 1830, gaf [[Uwe Jens Lornsen]] het schrift ''Über das Verfassungswerk in Schleswigholstein'' uit. Hierin stelde hij voor dat Sleeswijk en Holstein een eigen regering en grondwet zouden moeten krijgen, dat de hertogdommen vanuit Kiel in plaats van Kopenhagen zouden moeten worden bestuurd en dat Duits de bestuurstaal zou moeten worden. De tamelijk conservatieve Frederik VI vreesde een ondermijning van zijn macht en liet Lornsen arresteren.
Toch wilde de koning hervormingen doorvoeren. Daarom liet hij in 1834 vier raadgevende Statenvergaderingen invoeren: een voor Holstein en Lauenburg, een voor Sleeswijk, een voor [[Jutland]] en een voor [[Funen]] en [[Seeland]]. Bovendien kregen Sleeswijk en Holstein een gemeenschappelijke regering in Kiel om de samenhang van de beide hertogdommen te benadrukken. De nieuwe Statenvergaderingen kregen nauwelijks politieke macht en slechts 2% van de bevolking had stemrecht, maar de koning wilde laten zien dat alle gebieden van de Deense personele unie gelijkwaardig waren.
 
Regel 56 ⟶ 57:
In de jaren dertig van de negentiende eeuw kregen de Eiderdenen steeds meer te zeggen in de Deense politiek. Onder invloed van de Deense beweging werd in [[1840]] een nieuwe taalwet ingevoerd; deze bepaalde dat Deens de bestuurstaal zou worden in die gebieden in Noord-Sleeswijk waar Deens ook de taal van de kerk en de scholen was. In 1842 kwam het tot openlijke confrontaties in de Statenvergadering van Sleeswijk, omdat een kruidenier, [[Peter Hiort Lorenzen]], aanhanger van de Deense beweging, een toespraak hield in het Deens, ondanks dat hij beter Duits dan Deens sprak. Duitstaligen keurden zijn toespraak af, omdat deze in het Deens was en daarna boycotten ze zijn kruidenierszaak. Deze gebeurtenis wordt gezien als een belangrijke breuk in de verhouding tussen Deens- en Duitstaligen in Sleeswijk.
 
In de jaren veertig van de negentiende eeuw gingen de twee partijen in Sleeswijk zich steeds meer organiseren om ze veel mogelijk aanhangers te krijgen. Daarbij gebruikten ze beide dezelfde soorten propagandamiddelen en nationale symbolen. Beide partijen richtten hun eigen verenigingen op, gaven hun eigen tijdschriften uit en organiseerden allerlei bijeenkomsten. Aanhangers van het Schleswig-Holsteinismus waren vooral edelen uit de hogere klassen en de rijkere boeren; zij vreesden voor aansluiting met het economische zwakkere Jutland. Aanhanger van de Deense beweging kwamen met name uit de lagere klasse en de middenklasse, toch bereikten de twee partijen een groot gedeelte van de bevolking niet.
 
De confrontaties bereikten een hoogtepunt toen de Deense koning [[Christiaan VIII van Denemarken|Christiaan VIII]] in 1846 een open brief schreef, waarin hij de door hem gewenste troonopvolging beschreef. Met deze brief probeerde hij het uiteenvallen van de Deense personele unie te voorkomen, omdat hij voorzag dat zijn zoon, de latere koning [[Frederik VII van Denemarken|Frederik VII]] (die al 40 jaar was) kinderloos zou blijven en dat de mannelijke lijn van troonopvolgers zou uitsterven. Ook verklaarde hij de aanspraak van de hertog van Augustenburg in de hertogdommen ongeldig. Deze brief veroorzaakte een golf van protesten in de gehele Duitse Bond, vooral in het zuidwesten.
Regel 86 ⟶ 87:
 
== Bronnen ==
 
* Inge Adriansen, ''Nationale Symboler i det danske rige 1830-2000'', Museum Tusculanums Forlag, Kopenhagen, 2003.
* Claus Bjørn, ''Gyldendal og Politikens Danmarkshistorie 10, Fra reaktion til grundlov'', 1800-1850, Gyldendal en Politikens Forlag, Kopenhagen, 2003
Regel 92:
* Joachim Daebel, ''Die Schleswig-Holstein-Bewegung in Deutschland 1863/64'', Dissertation der Philosophischen Fakultät der Universität Köln, 1969.
* H.V. Gregersen, ''Danmarks Historie. Slesvig og Holsten efter 1830'', Politikens Forlag, Kopenhagen, 1982.
* Stig Hornshøj-Møller, ''Danmarks historie, kort fortalt'', Aschehoug Dansk Forlag, Kopenhagen, 1999.
* Olaf Olsen, ''Gyldendal og Politikens Danmarkshistorie 11. Det folkelige Gennembrud'', 1850-1900, Gyldendal en Politikens Forlag, Kopenhagen, 2004.
* Ferdinand Selberg, „Die deutsche Volksgruppe in Nordschleswig“, in: ''Pogrom 179'', Oktober/November 1994.
* Vibeke Winge: “Dansk og tysk i 1700-tallet”, in: ''Ole Feldbæk, Dansk identitetshistorie 1. Fædreland og modersmål 1536-1789'', C.A. Reitzels Forlag, Kopenhagen, 1991.
 
{{DEFAULTSORT:Duits-Deens 1}}
{{Commonscat|First Schleswig War}}
 
{{DEFAULTSORT:Duits-Deens 1}}
[[Categorie:Oorlog in Europa]]
[[Categorie:Oorlog in de 19e eeuw]]