Geschiedenis van de spelcomputer (tweede generatie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Zie ook: Linkfix ivm sjabloonnaamgeving + standaardtabelopmaak
Regel 21:
De populariteit van de vroege spelcomputers werd sterk beïnvloed door conversies van populaire spellen uit de speelhal. De 2600 was het eerst met ''Space Invaders'' en de Colecovision had ''[[Donkey Kong (spel)|Donkey Kong]]''.
 
De vroege cartridges van de ''Atari 2600'' hadden een grootte van 2KB, de ''Intellivision'' cartridges een grootte van 4K. Deze bovengrens groeide echter gestaag tussen 1978 en 1983, tot 16KB voor de ''Atari 2600'' en de ''Intellivision'' en 32KB voor de ''Colecovision''. ''Bank switching'' is een techniek die twee verschillende delen van een softwareprogramma[[computerprogramma|programma]] toestond om dezelfde geheugenadressen te gebruiken en een vereiste was voor de grotere cartridges om te werken.
 
De in spelcomputers aanwezige hoeveelheid RAM-geheugen had een uiterst beperkte omvang dat destijds werd veroorzaakt door de hoge prijzen dat voor RAM-geheugen moest worden betaald. De capaciteit was vaak minder dan een kilobyte. Hoewel de bovengrens van de omvang van het cartridgegeheugen gestaag toenam maakte de begrenzing van het RAM-geheugen deel uit van de spelcomputer zelf en alle spellen binnen die beperkingen moesten werken.