Paardenstaart (geslacht): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Determinatie: Nederlandse
k minus dubbelop
Regel 24:
De aar is kegelvormig en bestaat uit een as met daar loodrecht op zeshoekige tafelvormige [[schub]]jes, de [[Sporangiofoor|sporangioforen]], waar aan de binnenkant de [[Sporangium|sporangiën]] zich bevinden. In de sporangiën bevinden zich de mannelijke en vrouwelijke sporen, die zich verder niet onderscheiden in vorm en grootte. De sporen hebben bladgroen en twee springdraden ([[elatere]]n), die in droge toestand om de spore zijn gewikkeld. Wanneer deze vochtig worden strekken ze zich en duwen de spore uit de aar. De sporen groeien uit tot bladgroenhoudende [[voorkiem]]en (prothallia). In dit stadium vindt de bevruchting plaats waarna de paardenstaart tot een volledige plant kan uitgroeien. De voorkiemen zijn gebonden aan een zeer open groeiplaats.
 
[[Vegetatieve voortplanting]] kan plaatsvinden met met [[wortelstok]]ken. Deze manier van voortplanten stelt veel minder eisen aan de groeiplaats. Zelfs fragmenten van wortelstokken kunnen weer uitgroeien tot volledige planten.
 
Een andere eigenschap van de soorten binnen de paardenstaartenfamilie is dat ze [[kiezelzuur]] gebruiken voor hun stevigheid. Dit heeft als gevolg dat de soort moet groeien op een bodem waar het element [[silicium]] in voorkomt, zoals op zand en kleibodems. Door het kiezelzuur zijn de soorten ook giftig voor veel dieren.