Louis Guillaume Diepenheim: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k opm
redactie
Regel 3:
'''Louis Guillaume Diepenheim''' (1836-1891) was een Nederlands militair in de 19de eeuw.
 
Op 17 februari 1858 diende tweede luitenant Diepenheim in het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger]] toen hij werd benoemd tot ridder in de [[Militaire Willems-Orde]]. Hij was op [[Nias]], [[Boni]] en [[Timor]] en hij maakte deel uit van de straf[[expeditie naar de Pasoemah-landen|strafexpeditie naar de Pasoemah-landen]].
 
Later was hij betrokken bij de [[Atjeh-oorlog: de periode 1876-1877|Atjeh -oorlog]]. Met overste Engel en kolonel [[Karel van der Heijden]] gaf hij leiding aan drie colonnes die vijandelijk gebied moesten doorkruisen en zuiveren. <br> Pas in juli 1876 was men erin geslaagd de IV en VI [[Moekim]]s van inlandse opstandelingen te ontdoen. Ter bescherming van de goedgezinden werd een post te ''Krueng Raba'' opgericht. Diepenheim en majoor Lubeck werden aangewezen om ieder met een colonne van 300 man de orde te handhaven. In de Militaire Willems-Orde werd ridder Diepenheim op 24 maart 1877 gepromoveerd tot officier voor zijn werk ten behoeve van het Oost-Indisch Leger te [[Atjeh]] in het voorgaande jaar.
 
L.G. Diepenheim ligt begraven op de [[Algemene Begraafplaats Kerkhoflaan|Algemene begraafplaats]] aan de Kerkhoflaan in Den Haag samen met zijn echtgenote Caroline Christina Munder (1842-1913).
 
{{DEFAULTSORT:Diepenheim, Louis}}
[[Categorie:Nederlands militair]]
[[Categorie:Militaire Willems-Orde]]