Hoogleraar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Algemeen: Invulling parameters sjabloon
Regel 4:
 
== Algemeen ==
De ambtstitel (en aanspreekvorm) van een hoogleraar is [[professor]], een term die uit het [[Latijn]] ('profiteri' dan wel 'professus') stamt. De oorspronkelijke betekenis van het woord is diegene die de professie van het openbare lesgeven uitoefent. Formele [[aanspreekvorm|titulatuur]] (bij adressering van brieven en bij academische formele gelegenheden zoals promoties) is ''Hooggeleerde Heer (Vrouwe)''. Hoewel [[Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal|Van Dale]] het woord ''hooglerares'' wel noemt wordt een vrouwelijke hoogleraar altijd gewoon ''hoogleraar'' genoemd. De titel ''professor'' geniet in België en Nederland geen enkele wettelijke bescherming en derhalve kan iedereen zich zonder juridische consequenties ''professor'' (laten) noemen.{{feit||2011|02|14}} ''Professor'' is immers de aanduiding van een universitaire aanstelling en geen academische graad. Doorgaans is de hoogste graad die aan een universiteit wordt toegekend, die van [[doctor]]. Alleen in enige Europese landen kent men daarboven nog de [[habilitatie]].
 
Een hoogleraar heeft het recht als [[promotor (hoogleraar)|promotor]] op te treden. Dat houdt in dat hij namens het College voor promoties van de betreffende universiteit een [[promovendus]] tot [[doctor]] mag bevorderen nadat deze onder toezicht van de hoogleraar een [[proefschrift]] heeft geschreven en dit heeft verdedigd tijdens een [[wetenschappelijke promotie|promotieplechtigheid]]. De hoogleraar behoudt dit promotierecht nog gedurende vijf jaren na zijn eervol ontslag. Als daar goede redenen voor zijn kan deze termijn van vijf jaar (na eervol ontslag) worden verlengd, bijvoorbeeld omdat de betreffende hoogleraar nog een aantal promotietrajecten begeleidt.
Regel 10:
Hoewel de meeste hoogleraren zelf gepromoveerd zijn, gelden er in beginsel geen opleidingseisen voor een hoogleraar. Zelfs een academische opleiding is niet vereist. De universiteit bepaalt wie geschikt is om hoogleraar te zijn. Vooral in praktijkgerichte vakken en academische kunstenaarsopleidingen (bijv. de opleiding tot architect) komt het daardoor met enige regelmaat voor dat de hoogleraar studenten opleidt tot een diploma dat hoger is dan hij zelf bezit.
 
Een hoogleraar is gerechtigd de titel [[professor]] te voeren (NB Dit is niet consistent met wat eerder werd beweerd, namelijk dat de titel 'professor' niet wettelijk wordt beschermd).{{feit||2011|02|14}} Een oud-hoogleraar aan wie om gezondheidsredenen, wegens vrijwillig vervroegd uittreden dan wel bij of na het bereiken van de voor de openbare dienst geldende functionele leeftijdsgrens eervol ontslag als hoogleraar is verleend, is eveneens gerechtigd deze titel te blijven voeren.
 
Het is in het Nederlands zeer ongebruikelijk de titel ''professor'' of ''prof.'' kort na de ambtsaanduiding ''hoogleraar'' te gebruiken. Dus niet ''de hoogleraar prof. dr. J. Jansen'', maar hetzij ''prof.dr.J.Jansen'', hetzij ''de hoogleraar dr.J. Jansen''. In het tweede geval kan in het vervolg van de tekst weer wel de titel ''prof.'' worden gebruikt, maar dan zonder ''hoogleraar'' erbij.