Han Friedericy: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Externe links: Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix met AWB
k stijl
Regel 2:
 
==Levensloop==
Han Friedericy, zoon van de ''klerk der posterijen en telegraphie'' Jan Friedericy en Harmanna Hillinga, groeide op in het zuiden van [[Noord-Brabant]]. Hij volgende de [[hbs]] in [[Eindhoven]] en studeerde daarna [[Opleiding tot indoloog|indologie]] aan de [[Rijksuniversiteit Leiden]]. Van [[1922]] tot [[1938]] was hij [[bestuursambtenaar]] in [[Nederlands-Indië]]. Tussen 1930 en 1933 had hij studieverlof en in [[1933]] [[wetenschappelijke promotie|promoveerde]] hij inte Leiden op een [[proefschrift]] over Nederlands-Indië. Na de oorlog - tijdensTijdens de oorlog zat hijFriedericy tijdelijk in een [[Jappenkamp|Japans interneringskamp]] waar hij kennismaakte met de bestuursambtenaar [[Albert Alberts]] -die later onder de naam ''A. Alberts'' bekend zou worden als schrijver en journalist. Na de oorlog kwam hijFriedericy terug naar Nederland enwaar ging werkenhij als [[ambtenaar]] bij het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen in [[Den Haag]] werkte. Tussen [[1952]] en [[1956]] werkte hij in [[Washington D.C.|Washington]] en vanaf 1956 tot aan zijn overlijden op 62-jarige leeftijd in 1962 in Londen.
 
Zijn eerste [[roman (literatuur)|roman]], ''Bontorio, de laatste generaal'', verscheen onder het [[pseudoniem]] ''H.J. Merlijn''. Het kleine oeuvre van Friedericy staat in het teken van zijn ervaringen in Nederlands-Indië.