Militaire revolutie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
redactie
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''militaire revolutie''' is de radicale verandering van [[militaire strategie]] en [[Militaire tactiek|tactiek]] in de zestiende en zeventiende eeuw in Europa. Dit hing samen met de komst van grote [[infanterie]]legers, het toenemende gebruik van steeds krachtiger [[vuurwapen]]s, de daarmee gepaard gaande veranderingen in de bouw van vestingen en de daardoor snel stijgende kosten van oorlogsvoering. Het concept werd in 1955 geïntroduceerd door {{aut|[[Michael Roberts|Roberts]]}}.
 
== Aanloop ==
Vanaf de dertiende eeuw bleken [[piekenier]]s en [[Boogschieten|boogschutters]] in staat om [[Ridder (ruiter)|ridders]] te bedwingen, wat nog versterkt werd door de komst van [[veldartillerie]]. Er trad een [[commercialisering]] van de oorlogsvoering op, waarbij steedsMilaan meeren gebruikVenetië werdhet gemaaktvoortouw namen met het gebruik van [[Huursoldaat|huursoldaten]]. De macht verschoof daardoor van de lokale [[Heer (feodalisme)|heren]] naar de koning, alsop dievoorwaarde dat tenminstedeze in staat was voldoende belastingen te heffen. Het geld moest worden opgebracht door de steden die in ruil ervoordaarvoor [[Privilege (recht)|privileges]] afdwongen en zo meer macht verkregen. De ridderstand verloor tegelijkertijddaarmee aan betekenis en daarmee de daarbij ook de bij die staand horende gedragscode. HuurlingenDe huurlingen ging het niet om de eer of gevangen neminggevangenneming van edelen ter verkrijging van [[losgeld]]., Hun doel wasmaar slechts omhet tenlevend kosttebereiken van alles het gevecht tede overlevenoverwinning. De wreedheid op het slagveld nam dan ook toe.
 
MetHet de afname van de betekenisbelang van de [[Feodalisme|feodaliteit]] nam dan ook af en aan het einde van de vijftiende- eeuw brachten Spanje en Frankrijk de eerste [[Staand leger|staande legers]] sinds lange tijd in Europa in het veld. Frankrijk maakte als eerstedaarbij gebruik van [[Zwitserse landsknechten]] en hadden daarmee aanvankelijk een belangrijk voordeel op het slagveld. Vanaf 1520 werd dit overwicht ondergravenbetwist doormet de inzet van [[Duitse landsknechten]] en vooral de Spaanse ''[[tercio]]s''.
 
== Veldartillerie ==
Vanaf ongeveer 1420 kwamraakte veldartillerie in gebruik op de Europese slagvelden. Tijdens de verovering van [[Koninkrijk Granada|Granada]] (1482-1492), het sluitstuk van de ''[[Reconquista (Spanje)|Reconquista]],'' experimenteerdeleerde men methoe hetmen vervoergrote vanstukken groteartillerie artilleriestukkenmoest doorvervoeren hetmet inzettenbehulp van [[trekpaard]]envele paarden. Het overwicht dat met de nieuwe artillerie bereikt kon worden, bleek bijmet de inval van [[Karel VIII van Frankrijk|Karel VIII]] in Italië in 1494 en het gemak waarmee deze [[Italiaanse Oorlog van 1494 - 1498|invasie van het Italiaanse schiereiland]] plaats kon vinden.
 
== Vestingbouw ==
In de daaropvolgende tijd[[Italiaanse Oorlogen]], die tot 1559 zouden duren, ontstond een wedloop tussen zware artillerie en [[Vesting (verdedigingswerk)|vestingbouw]]. OmdatWaar de bestaandeeerdere vestingen niet bestand waren tegen de zware kanonnen, nam de nieuwbouw van aangepaste vestingenvestingbouw in Italië een grote vlucht en rond 1520 waren veel steden weer vrijwel onneembaar. Onder meer [[Michelangelo Buonarroti|Michelangelo]] en [[Leonardo da Vinci]] werkten enige tijd aan het verbeteren vanverbeterde vestingontwerpen. In 1520 waren veel steden weer vrijwel onneembaar. Langdurige [[belegering]]en waren het gevolg. De dure nieuweDure vestingen en grote legers met kostbare artillerie joegen de kosten vanomhoog oorlogsvoeringvoor omhoogzowel de aanval als de verdediging.
 
== Dril ==
De groeiende legers bewapend met handvuurwapens maakten nieuwe tactieken en onderlinge afstemming noodzakelijk. Waar inbij de riddertijdridders de nadruk had gelegen op de individuele beheersing van de krijgskunsten, was dit voor een infanterist veel minder belangrijk. Men moest vooral in [[Formatie (militair)|formatie]] blijven, ook alsterwijl mede-soldaten wegvielen. Tussen 1590 en 1610 werd onder [[Maurits van Oranje]] een op Romeinse militaire handboeken gebaseerde techniek uitgewerkt die dit mogelijk moest maken. Jarenlange [[Dril (militair)|dril]] moest formaties in staat stellen om als één man te reageren en ook in het heetst van de strijd volgens orders om te blijvenvuren af te opererenwachten.
 
== Logistiek ==
Met de groei van de legers en de complexiteit van de oorlogsvoering, groeide de noodzaak vanaan een goed georganiseerde logistiek. [[Cavalerie]], artillerie en infanterie hadden behoefte aan voedsel, paarden, buskruit en vele andere zaken. Het aantal ondersteunende taken en daarmee het aantal manschappen nam hierdoor sterk toe.
 
== Gevolgen ==
De militaire revolutie had een aantal gevolgen. Slechts de rijkste staten waren in staat om oorlogen op deze manier te financieren. Veel kleine staatjes werden dan ook in de loop van de tijd opgeslokt, waardoor de macht geconcentreerd raakte en de basis werd gelegd voor de moderne staten.
 
Het gaf Europa ook een voorsprong op de andere grote staten. Hoewel de [[Ottomaanse Rijk|Ottomanen]], de [[Mogoelrijk|Mogoels]] en de [[Qing-dynastie|Qing]] allen delen van lessen uit de militaire revolutie overnamen, namen ze deze geen van allen in hun geheel over. Deels omdat dit vooralsnog in hun situatie niet nodig was, deels omdat het niet mogelijk was. Zodra het echter op een confrontatie aankwam met de Europeanen bleek de achterstand vaak toch te groot.
 
Als laatste maakte de militaire revolutie na meer dan twee millennia een einde aan de macht van de [[nomaden]]volken. Met hun paarden, hun snelheid en de beschikbaarheid van elk mannelijk stamlid om als krijger te dienen, hadden zij lang een belangrijke machtsfactor kunnen spelen. De [[Pastorale samenleving]] kon echter niet inspelen op het gebruik van kanonnen en ontbrak het aan het achterliggende financiële systemen die de [[stedelijke samenleving]] ontwikkeld had.
 
== Literatuur ==