Onderkorst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 7:
Hoewel de overgang tussen onder- en bovenkorst niet noodzakelijk een verschil in chemische samenstelling hoeft te zijn, zijn er wel verschillen. Omdat [[magma (gesteente)|magma]] de gewoonte heeft van laag naar hoog te stromen zijn [[intrusiegesteente]]n in de onderkorst minder [[magmadifferentiatie|gedifferentieerd]] of zelfs [[residu (chemie)|residuën]] van verder omhoog gerezen magma's. Daarom is de onderkorst over het algemeen [[mafisch]]er van samenstelling dan de bovenkorst. [[Intrusie]]s kunnen bijvoorbeeld uit [[dioriet]], [[anorthosiet]] of [[gabbro]] bestaan, deze worden op de diepte van de onderkorst normaal gesproken gemetamorfoseerd tot [[amfiboliet]].
 
De magma die in de onderkorst voorkomt kan afkomstig zijn van [[partieel smelten]] in de onderkorst zelf (op plekken waar de temperatuur boven de 650[[Celsius|°C]] uitkomt zal gehydrateerde [[graniet]] partieel gaan smelten) of in de mantel. Als de smelt zo hoog komt dat de omringende gesteenten dezelfde dichtheid hebben zal ze niet verder opstijgen en een [[magmakamer]] vormen, een proces dat "[[underplating]]" wordt genoemd. Dankzij underplating groeit de onderkorst aan de onderkant aan met een laag stollingsgesteente met de samenstelling van [[basalt]] of [[gabbro]].
 
Onder de omstandigheden in de onderkorst leidt [[mechanische spanning]] normaal gesproken tot [[ductiele deformatie]] (bijvoorbeeld de vorming van [[schuifzone]]s in plaats van [[breuk (geologie)|breuken]].