IJzeren Hans: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving + standaardtabelopmaak met AWB
GrouchoBot (overleg | bijdragen)
→‎Het verhaal: clean up, replaced: is gebeurt → is gebeurd (2) met AWB
Regel 9:
Niemand mag bij de wildeman komen, hier staat de [[doodstraf]] op. Maar de bal komt in de gouden kooi terecht en de wildeman wil dat de jongen zijn deur opent. De jongen weigert en de wildeman vraagt het de volgende dag opnieuw. Op de derde dag gaat de koning op jacht en de jongen hoort van de wildeman dat zijn moeder de sleutel onder haar hoofdkussen bewaart. De wildeman ontsnapt en de jongen is bang voor straf, waarna de wildeman hem mee het bos in neemt op zijn schouders. Hij maakt een bed van mos voor de jongen en brengt hem de volgende dag bij een waterput met kristalhelder water. Er mag niks in de put vallen en de wildeman zal dit elke avond controleren.
 
De jongen ziet [[goud]]en vissen en gouden slangen en bewaakt de put. Hij krijgt pijn aan zijn vinger en steekt hem in het water, de vinger wordt verguld. Hij probeert het af te vegen, maar niks helpt en als IJzerhans terugkeert ziet hij dat er iets met de put is gebeurtgebeurd. Hij vergeeft de jongen deze keer, maar waarschuwt opnieuw. De jongen strijkt met zijn pijnlijke vinger over zijn hoofd en er valt een haar in de put, de jongen pakt hem snel en wordt nogmaals vergeven door IJzerhans. De derde dag doet de vinger van de jongen erg pijn en hij bekijkt zijn gezicht in de [[spiegel (optica)|waterspiegel]]. Hij buigt voorover en zijn haren vallen in het water en glanzen als de [[zon]].
 
De jongen pakt zijn zakdoek en bindt deze om zijn hoofd, maar IJzerhans wil dat de jongen de [[hoofddoek]] afdoet en ziet wat er is gebeurtgebeurd. Hij stuurt de jongen alleen de wereld in, maar de jongen mag IJzerhans wel roepen in nood. De koningszoon verlaat het bos en komt in een grote stad, maar kan geen werk vinden. Hij komt bij het kasteel en de kok neemt hem in dienst, hij moet hout en water dragen en de as opvegen. Op een dag moet hij spijzen naar de koninklijke tafel brengen en hij doet een hoedje op om zijn gouden haren te verbergen. De koning is beledigd en laat de kok roepen, die heeft medelijden met de jongen en ruilt hem met de tuinjongen.
 
Hans moet de planten verzorgen en werkt in weer en wind. In de warme zomer zet hij zijn hoedje af en de koningsdochter ziet zijn haren, ze wil dat hij bloemen voor haar haalt uit het bos. De tuinman ziet de jongen en vraagt waarom hij doodnormale bloemen heeft gehaald. Hij stuurt hem weg om zeldzame exemplaren te zoeken, maar de jongen antwoord dat de wilde sterker ruiken. Als hij met de bloemen bij de koningsdochter komt, grijpt ze zijn hoedje en ze geeft hem een handvol dukaten. Hij geeft dit aan de tuinman en de volgende dag wil de koningsdochter opnieuw veldbloemen. Hij houdt zijn hoedje stevig vast en krijgt opnieuw een handvol dukaten.