Stroomlijnmaterieel: verschil tussen versies

In [[1934]] introduceerden de [[Nederlandse Spoorwegen]] de stroomlijnvorm met de [[Dieselelektrische aandrijving|dieselelektrische]] driewagentreinen die snelle diensten tussen de grote steden gingen verzorgen. Dit materieel werd bekend onder de naam 'Dieseldrie' of [[Mat '34|Materieel '34]].

 

 

In 1940 werden ook vijfwagentreinstellen van dit type aangeschaft die als '[[Dieselvijf]]' werden aangeduid en grotere cabineruiten hadden. Deze serie, die in treinschakeling kon rijden met de Dieseldrie, was vooral bedoeld voor het lange afstandsverkeer, maar door het uitbreken van de [[Tweede Wereldoorlog]] en de gewijzigde inzichten over [[elektrificatie]] daarna, is dat nauwelijks uit de verf gekomen.

 

Enkele jaren later kwam een iets gewijzigde uitvoering, [[Mat '40|Materieel '40]], op de baan. Deze treinstellen hadden iets grotere cabineruiten en kwamen overeen met de Dieselvijf. Ze werden als elektrische twee- en vijfwagenstellen gebouwd.

===Stroomlijnpostrijtuigen===

Ook gestroomlijnd, maar dan zonder cabine en eigen aandrijving, waren de [[stroomlijnpostrijtuig]]en, type Pec, die met de stroomlijntreinstellen meegevoerd werden. Zij werden tussen 1938 en 1950 gebouwd en afgevoerd tussen 1966 en 1979.

{{Bronnen|bronvermelding=

* Carel van Gestel, ''Dieseltreinen in Nederland'', De Alk, Alkmaar, 1989

{{Commonscat|Stroomlijnmaterieel}}

[[Categorie:Nederlands treinstel]]