Kerktoonladder: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k robot Erbij: nn:Kyrkjetoneart
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving met AWB
Regel 46:
** VIII '''Hypomixolydisch'''
 
De modi I, III, V en VII hebben dezelfde serie [[Interval (muziek)|intervallen]] als boven. Het voorvoegsel hypo- geeft aan dat de intervallenreeks dezelfde is, maar de toonladder begint op de [[dominant (muziek)|dominant]] ''onder'' de [[tonica]]. In een hypodorische melodie bewoog de melodie zich dus ''rond'' de grondtoon re, in een dorisch ''boven'' de re. (De grondtoon kon op D,E,F of G liggen).</br />
Opvallend is dat de twee reeksen die in latere tijd de [[westerse muziek]] zouden beheersen ([[ionisch (toonladder)|ionisch]] en [[aeolisch (toonladder)|aeolisch]], die gelijk zijn aan resp. [[toonladder|majeur]] en authentieke (zonder verhoogde leidtoon)[[toonladder|mineur]] toonladders), buiten de kerkelijke canon vielen. Overigens was er al vroeg de neiging om in modi V en VI de lydische kwart te verlagen, waardoor de facto een ionische reeks ontstaat. Heden ten dage worden in het [[Gregoriaanse muziek|Gregoriaans]] zelden [[Lydisch (toonladder)|lydische]] kwarten gezongen, ook al heet de melodie lydisch. Dezelfde neiging bestond ook voor de dorische melodie. Door hierin, evenals bij de lydische melodie, de zgn. [[Geschiedenis van de muzieknotatie|b-rotundum]] (=bes) toe te passen trad een tendens naar aeolisch op.
 
Op hun beurt waren de modi weer gebaseerd op de toonreeksen van de Byzantijnse kerk. In de tijd van [[Karel de Grote]] probeerde men de kerk in allerlei opzichten te standaardiseren en uniform te maken. Muzikaal speelde men daarbij leentjebuur bij [[Byzantijnse Keizerrijk|Byzantium]]. Overigens ging dat met fouten gepaard: zo zijn de Griekse namen aan andere middeleeuwse kerktoonsoorten verbonden dan de oorspronkelijke Griekse toonsoort.
 
De kerktoonaarden werden voor het eerst genoemd door [[Alcuinus|Alcuinus van York]]. Hij gaf ze de Griekse namen Protos, Deuteros, Tritos en Tetrardos. Deze zijn later de hoofdkerktoonsoorten geworden.
 
In het boek ''Dodekachordon'' (1547) van [[Henricus Glareanus|Glareanus]] werden de nieuwe 12 toonladders beschreven (de locrische en hypolocrische toonladders werden vanwege de imperfectie van de verminderde kwint verworpen). Vanaf toen werden deze toonladders door de kerk geaccepteerd als bestaande toonladders.
Regel 57:
== Zie ook ==
* [[Modaliteit (muziek)]]
 
{{Navigatie toonschalen}}
{{Navigatie Kerktoonladderskerktoonladders}}
 
[[Categorie:Muziektheorie]]