Jean-Henry d'Anglebert: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Xqbot (overleg | bijdragen)
k zo heet dat niet
Regel 3:
 
==Leven en loopbaan==
D'Anglebert was organist van de broer van [[Lodewijk XIV]], de [[Filips van Orléans (1640-1701)|hertog van Orléans]] (''ordinaire de la musique de la Chambre du Roy et de Monsieur, frère unique de Sa Majesté, pour le clavessin'') en van het klooster van de Jacobijnen, een [[Dominicanen]]orde, in de rue St.Honoré. D'Anglebert was ook in dienst van [[Maria Anna van Beieren (1660-1690)|Marie-Anne Christine de Bavière]], na haar huwelijk in 1680 met haar neef de kroonprins, de [[Lodewijk van Frankrijk (1661-1711)|Grand Dauphin]]. Deze posities en zijn studie bij De Chambonnères moeten hem een goed zichtbare positie hebben gegeven in het toenmalige Parijs.<ref name="Scheibert">Scheibert, B. (1986), Jean-Henry d'Anglebert and the Seventeenth-Century Clavecin School</ref>.
 
D'Anglebert was de laatste 29 jaar van zijn leven in dienst van koning Lodewijk XIV.<ref>Hofmusici kochten of erfden hun titel. De dag waarop een musicus zijn benoeming kreeg (de ''charge'', de opdracht of benoeming) is geen betrouwbare indicatie voor het moment dat hij bij het hof aanving. Vaak was hij al langer in dienst en gewaardeerd voordat hij de officiële titel kreeg; de nieuwe titel voegde niet noodzakelijkerwijs nieuwe taken toe. Titels konden worden verkocht en het was daarmee een lucratieve aanvulling op de positie. Een eenvoudige omzetting (''survivance'') zette de post over van de één op de andere naam, waarbij de omzetting effectief werd bij het overlijden van de verkoper. Een andere mogelijkheid – bv. bij oudere of zieke musici - was dat de omzetting gedurende het leven van de verkoper al plaatsvond of dat er taken werden gedeeld.
De titel van de musicus bepaalde zijn rang. De ''musicien ordinaire'' stond direct onder de musicien-officier; de term ''ordinaire'' duidde aan dat de musicus regulier diende aan het hof en met de frequentie die paste bij zijn dienstverband. Musici van lagere rang, die men nodig had op meer irreguliere basis, werden ''musiciens extraordinaires'' en ''musiciens suivant la Cour'' genoemd; Scheibert</ref>.
In oktober 1662 kocht hij de erffunctie van ''joueur d'épinette de la Chambre du Roi'' van De Chambonnières; na Chambonnières' dood in 1672 verwierf D'Anglebert diens post aan het hof. In 1674 kocht hij voor zijn oudste zoon, die toen nog erg jong was, al de erffunctie, met goedkeuring van door de koning,<ref>"informé de l'expérience que ledit Danglebert fils s'est acquise en la musique et de son adresse à toucher le clavessin", Kocevar</ref>, van hofklavecinist. Vanzelfsprekend volgde zijn zoon Jean-Baptiste Henry hem bij zijn overlijden op.<ref name="Kocevar">Kocevar, E. (1992), Dictionnaire de la musique en France</ref>.
Zijn betrekking aan het hof dankte hij mogelijk aan Lully's tussenkomst; D'Anglebert schijnt een goede relatie met de componist te hebben gehad – zijn eerste zoon noemde hij naar hem en Lully was peetvader[[peterschap|peetoom]] van die zoon.<ref name="Scheibert"/>.
 
Een document uit 1668 noemt D'Anglebert als 'ordinaire de la musique de Chambre du Roy et de Monsieur, frère unique de Sa Majesté, pour le clavessin'. D'Anglebert was dus in dienst van meerdere personen aan het hof; ook diende hij Marie-Anne van Beieren, na haar huwelijk in 1680 met de [[Dauphin (kroonprins)|Dauphin]].<ref name="Scheibert"/>. Gedurende het gehele koningschap van Lodewijk XIV hielden slechst drie mannen de charge voor het klavecimbel: De Chambonnières, D'Anglebert en diens zoon Jean-Baptiste Henry. De laatste is hoogstwaarschijnlijk vanwege zijn slecht gezichtsvermogen jarenlang vervangen door [[François Couperin]]
 
Over D'Angleberts leven is weinig bekend, afgezien van enige documenten over zijn huwelijk, de geboorte van een aantal van zijn kinderen, zijn beroepsactiviteiten en een postume inventarislijst.<ref name="Scheibert"/>. Hij en zijn vrouw Magdelaine Champagne, met wie hij in oktober 1659 huwde en die een schoonzuster was van de organist en componist [[François Roberday]], hadden tien kinderen, waarvan er vijf nog minderjarig waren bij D'Angleberts dood. De twee oudste, Jean-Baptiste Henry en Jen Henry, werden evenens briljante klavecinisten.<ref name="Kocevar"/>
 
D'Anglebert publiceerde in 1689 zijn ''Pièces de clavecin'', opgedragen aan de dochter van Lodewijk XIV, [[Marie Anne van Bourbon|Marie-Anne de Bourbon]], de Princess de Conti, bijgenaamd Mademoiselle de Blois
Regel 22:
De orgelwerken zijn waarschijnlijk in het begin van de jaren zestig van de 17e eeuw geschreven. De composities tonen, net als die van D'Angleberts collega en tijdgenoot [[François Roberday]], de invloed van de [[Girolamo Frescobaldi]], zoals die in Frankrijk was doorgegeven door [[Johann Jakob Froberger]]. De fuga's zijn imitatief, volgen het 17e eeuwse Franse gebruik, en niet [[contrapunt]]isch waarmee men nu veelal fuga's associeert.
 
D'Anglebert was één van de weinige componisten die stukken transcribeerde van luitcomponisten zoals Pinel, Mésangeau en de Gaultiers, waarbij hij er niet naar streefde de luitstijl zo getrouw mogelijk na te bootsen, maar juist equivalenten op het klavier te vinden voor die luitstijl.<ref name="Anthony">Anthony, James R. (1997), French Baroque Music</ref>.
 
De titel van de verzameling luidt: ''Pièces de clavecin/Composées par J.Henry d'Anglebert/ordinaire de la [[Musique du roi|Musique de la Chambre du Roy]]/ avec la manière de les joüer/Diverses Chaconnes, Ouvertures, et autres airs/ de Monsieur de Lully mis sur cet Instrum.t/ Quelques Fugues pour l'Orgue/ et/ les Principes de l'Accompagnement./ Livre premier/ Avec Privilège du Roy''.
 
De verzameling gaat vergezeld van een opdracht aan Marie-Anne, de prinses de Conti (1666-1739).<ref>na D'Angleberts dood zette zij haar klavecimbellessen voort bij [[François Couperin]]; Scheibert</ref>
<ref>
:''A son Altesse Serenissime, Madame la Princeβe de Conty, Fille du Roy''
Regel 37:
:''D'Anglebert''
:(Aan Hare Doorluchtigheid, Mevrouw de Prinses van Conty, Dochter van de Koning. Mevrouw, Ik presenteer u een verzameling van mijn klavecimbelstukken. Er is nooit een rechtvaardiger eerbewijs geweest. Ik heb ze bijna alle voor Uwe Doorluchtige Hoogheid gecomponeerd. En ik kan zeggen dat zij hun grootste schoonheid aan u danken. De natuurlijke gratie die u in alles vergezelt wordt ook uitgedragen in de manier waarop u speelt sinds uw prilste jeugd. En toen ik de eer had enkele van deze stukken te tonen, voegde u er eigenschappen aan toe die mij nieuwe ideeën gaven, en die mij het mooiste deed scheppen wat u hier terug vindt. Al de leraren die de eer hadden om bij te dragen aan uw onderwijs hebben hetzelfde ervaren, en hebben zichzelf verbeterd door u les te geven. De hemel heeft ons in u, Mevrouw, een perfecte combinatie laten zien van datgene kan worden bereikt door Personen van uw klasse. Zo verheven u al bent door de kwaliteiten van lichaam en geest door uw geboorte, straalt u vanaf het moment dat men u ziet uit dat men u wil loven, maar dat voornemen is te groot en te ver boven mijn mogelijkheden. Ik moet uitsluitend proberen u te laten weten hoe gevoelig ik ben voor de goedheden waarmee u mij altijd heeft vereerd. Dit is vooral een gelegenheid om ze te publiceren want ik ben vastbesloten mijn werken uit te brengen: En als ik wil dat ze in de herinnering van het nageslacht voortleven, dan is het dat ze na mijn dood tekenen zijn van mijn zeer respectvolle erkenning waarmee ik, Mevrouw, Van Uwe Doorluchtigheid, De zeer nederige en zeer gehoorzame dienaar ben, D'Anglebert; vertaling Bozar)
</ref> en een voorwoord.<ref>
:''Preface''
:''Je n'ay mis des pieces dans ce recüeil que sur quatre tons, bien que j'en aye composé sur tous les autres. J'espere donner le reste dans un second Livre. J'y ay joint quelques airs de Monsieur de Lully. Il faut avoüer que les Ouvrages de cet homme incomparable sont d'un goût fort superieur a tout autre. Comme ils reüssissent avec avantage sur le Clavecin. J'ay cru qu'on me scauroit gre d'en donner ici plusieurs de different caractere. J'ay ajouté quelques Vaudeviles, et l'ay fait principalemt pour remplir des fins de page qui seroient trouvé inutiles sans cela. Il est pourtant vray de dire que ses sortes de petits airs sont d'une finesse extraordre et qu'ils ont une simplicité noble qui a toûjours plu a tout le môde. J'ay voulu donner aussi un échantillon de ce que j'ay fait autrefois pour l'Orgue, c'est pourquoy j'ay mis seulement cinq fugues sur un même sujet varié de differens mouvemens, et j'ay fini pour un quatuor sur le Kirie de la Messe. Côme cette piece est plus travaillée que les autres, elle ne peut bien faire son effet que sur un grand Orgue, et même sur quatre Claviers differens, j'entens trois claviers pour les mains et le Clavier des pedales avec les jeux d'egale force et de differente harmonie pour faire distinguer les entrées des parties. On m'a souvent demandé quelques instructions pour l'accompagnement. J'en donne ici les principes reduits en cinq leçons qui contiennent tout ce qui me paroist necessairre a sçavoir pour être en état de se perfectionner de soi même
:(Voorwoord. Ik heb in deze verzameling stukken in vier toonaarden opgenomen, hoewel ik er in alle andere heb gecomponeerd. Ik hoop de andere in een tweede boek te presenteren. Ik heb er een aantal airs van Monsieur de Lully aan toegevoegd. Men moet erkennen dat de werken van deze onvergelijkbare man vergeleken met elke andere van zeer superieur niveau. Ze slagen daarom des te meer op het klavecimbel. Ik heb gedacht dat men het zou waarderen dat ik er hier meerdere met een verschillend karakter opneem. Ik heb een aantal vaudevilles toegevoegd, en ik heb dat voornamelijk gedaan om het eind van de bladzijden te vullen die anders zonder dat ongebruikt zouden blijven. Het is overigens waar als men zegt dat die kleine airs van een buitengewone bevalligheid zijn en dat ze een verheven eenvoud hebben die altijd iedereen heeft behaagd. Ik heb ook een proeve willen geven van hetgeen ik vroeger voor het orgel schreef, en daarom heb ik slechts vijf fuga's over hetzelfde thema en verschillend gevarieerd opgenomen, en ik heb afgesloten met een kwartet over het Kyrie uit de Mis. Omdat dit werk veel meer uitgewerkt is dan de andere kan het slechts zijn effect hebben op een groot orgel, beter gezegd op vier verschillende klavieren, waarmee ik bedoel 3 voor de handen en het pedaalklavier met registers van gelijke sterkte en verschillende klank om onderscheid mogelijk te maken tussen de verschillende partijen. Men heeft mij vaak gevraagd om instructies voor de begeleiding. Ik geef hier de principes teruggebracht tot vijf lessen die alles bevatten wat mij nodig lijkt te weten om in staat te zijn zichzelf verder te bekwamen; vertaling Bozar</ref>.
 
De verzameling omvat de volgende werken:
Regel 57:
*''Principes de l'accompagnement''
 
Naast de publicatie uit 1689 zijn er werken in manuscript overgeleverd:<ref>opname van Rousset</ref>:
*stukken in C
**Prélude – Allemande – Gaillarde et double – Chaconne
Regel 63:
**Gaillarde – Courante – Sarabande et double – Gigue
 
D'Angleberts 15 transcripties van luitwerken omvatten werken uit de vroegere 17e eeuw. Ze betreffen 12 werken van [[Ennemond Gaultier]], bijgenaam le vieux (1575-1651) en één van zijn neef [[Denis Gaultier]], bijgenaamd le jeune (1603-1672), [[René Mesengeau]] (overleden in 1638) en [[Germain Pinel]] (overleden in 1661) .<ref name="Scheibert"/>.
 
De preludes zijn geschreven als [[préludes non mésure]]s (zie bv. de ''Prelude non mesuré'' uit de suite in G [http://icking-music-archive.org/scores/anglebert/p_de_cl/danglebert-I-Prelude.pdf]). Dat wil zeggen dat de gebruikelijke maataanduidingen (d.w.z. de 'verticale streepjes' op de notenbalken om de maat aan te geven) zijn weggelaten. De wijze van notatie en de notenwaardes geven wel een aanduiding van hoe het werk zal lopen, maar de uitvoerder heeft een grotere vrijheid om invulling te geven aan het werk.