Abdij van Saint-Riquier: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
cat
Cicero~nlwiki (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Afbeelding:Saint-Riquier 23-09-2008 12-25-38.JPG|thumb|300px|De abdijkerk van Saint-Riquier]]
De '''Abdijabdij van Saint-Riquier''' in de [[Frankrijk|Franse]] gemeente [[Saint-Riquier]] ontstond in de [[Merovingen|Merovingische tijd]] toen [[monnik]]en uit [[Wales]], die in [[Ierland (eiland)|Ierland]] waren opgeleid, in de 6e eeuw in [[Picardië]] het [[evangelie]] predikten en velen bekeerden tot het [[christendom]].
 
Een van hun bekeerlingen was '''[[Richarius]]''', '''Rikier''' of '''Rijker''' ([[Latijn]]: Ricarius). Hij was was een priester en de oprichter van de Abdijabdij van Saint-Riquier. Hij werd vereerd als een heilige en is tegenwoordig beter bekend als '''Saint Riquier'''.
Richarius werd geboren als een [[heiden]] in het midden van de 6e eeuw in de provincie [[Ponthieu]] bij [[Amiens]] in [[Picardië]] in het noord-westen van [[Frankrijk]]. Hij was een [[Frankisch]]e edelman en een lokale grootgrondbezitter en werd bekeerd tot het [[christendom]] door Sint-[[Cadoc]] en [[Fricor]], twee [[missionaris]]sen uit [[Wales]]. (NB: Sint-Cadoc stierf in 580, dus Richarius moet zijn geboren rond 560.)
 
Na zijn bekering werd hij zelf een [[Evangelisatie|evangelist]] die zich bezichbezig hield met de prediking van het [[evangelie]] en de genezing van zieken. In het jaar 625 stichtte hij eende abdij in Ponthieu; die Abdij van Centule (in het Latijn ''Centula'') werdin genoemdPonthieu. Deze abdij volgde de kloosterregels van Sint-[[Columbanus]] van [[Luxeuil]] ([[Benedictijnenbenedictijnen]]).
 
Op een dag kwam de Frankische koning [[Dagobert I]] bij het klooster op bezoek en Richarius gaf de koning advies. Hij was eerlijk en duidelijk in zijn toespraak tot de koning en sprak zonder angst of vleierij. De koning werd daarna een weldoener van het klooster.
 
Toen Richarius op gevorderde leeftijd was maakte hij een schuilplaats in het bos van [[Crécy-en-Ponthieu|CrecyCrécy]] op ongeveer vijftien mijl van zijn klooster vandaan. Hij woonde er als een [[kluizenaar]] met zijn leerling [[Sigobart]]. Op een dag (waarschijnlijk [[26 april]] [[643]]) nam hij afscheid van zijn leerling en stierf. Na zijn dood werd lichaam eerst te rusten gelegd in een kist gemaakt van een eiken boomstam en vervolgens overgebracht naar de abdij van Centula.
 
Rond dit klooster ontwikkelde zich een kleine stad die ook Centula werd genoemd. In de middeleeuwen werd het stadje omgedoopt tot [[Saint-Riquier]]. Tegenwoordig heeft het ongeveer 1200 inwoners. en deDe inwoners verwijzen echter nog steeds naar zichzelf als Centulois en naar het stadje als Centule.
 
==Karolingische abdij==
De periode van bloei van de abdij vond plaats onder het bewind van Keizerkeizer [[Karel de Grote]]. De abdij werd een [[rijksabdij]] en de vernieuwbouw van de Karolingische abdij werd volledig gefinancierd door Karel de Grote zelf. In 790 werd [[Angilbert]], de minnaar van [[Bertrada]] (een dochter van Keizer Karel de Grote), er [[lekenabt]]. De bouwactiviteiten vingen aan in het jaar [[789]] of [[790]] en werden voltooid in [[799]]. Was de eerste kerk die een zogenaamdezogenaamd [[Westwerkwestwerk]] bevatte. Hiermee was deze abdij een voorloper en diende als voorbeeld voor vele andere (rijks)abdijen die daarna zijn gebouwd, zoalswaaronder [[Corvey]]) en anderen. [[Karel de Grote]] liet ook een gouden schrijn maken voor de relikwieën van Sint-Richarius en heeft eveneens dehet [[Centula-Evangeliarium]] laten vervaardigen en dit geschonken aan de Abdijabdij van Sint-RequierRiquier. Dit Centula-Evangeliarium wordt tegenwoordig bewaard in [[Abbeville (Somme)|Abbeville]] en is een van de acht evangeliaria van de zogenoemde [[Ada-groep]].
 
[[Bestand:Plan st-riquier centula.svg|thumb|left|500px|Kaart van de Karolingische abdij]]
Regel 23:
 
 
De abdij werd het een echte administratieve eenheid van het rijk en had de controle over de hele stad. Deze stad had zowel een civiele funcie als een militaire functie en had een garnizoen met meer dan 100 ridders.
 
*In [[881]] plunderden en verwoestten de [[Noormannen]] de Abdij van Centula. De abdij is daarna hersteld, maar rond het jaar duizend, dreigde deze te vervallen tot ruïne en werd toen volledig herbouwd.
 
*In [[1131]] werd de abdij in brand gestoken door de graaf [[Hugo III van Saint-Pol]].
 
*Van [[1257]] tot [[1292]], werd, op initiatief van pater Gilles de Machemont, de abdij aanzienlijk verbouwd en werden onder meer de bogen van het koor verhoogd en een deel van de huidige transepten verhoogd.
 
*In de vijftiende eeuw is de abdij achtereenvolgens beschadigd door de [[Bourgondiërs]] en in 1421 door de Armagnacs. en vervolgens inIn [[1554]] is een groot klassiek gebouw, verbonden aan de abdij, afgebrand.
 
*In de zestiende eeuw kan Koningkoning [[Philips II]] van Spanje (zoon van [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]]) op zijn beurt verantwoordelijk worden gehouden voor het in brand steken van de abdij tijdens de oorlog tegen [[Frankrijk]], waardoor de monniken werden verspreid. Dit was een grote catastrofe voor de abdij;, die dan ook toen permanent dreigde te verdwijnen.
 
*In de zeventiende eeuw (tweede helft) werd de abdij echter bijna volledig gerestaureerd door pater Charles Aligre en volgtvolgde opnieuw een bloeiperiode. Deze eindigteindigde echter abrupt door de [[Franse Revolutierevolutie]]. Tijdens de Franse revolutie werd de abdij verkocht en gedeeltelijk afgebroken maar later toch weer geleidelijk herbouwd.
 
*In de negentiende en een groot deel van de twintigste eeuw huisde er een [[klein seminariekleinseminarie]] en werd hetde ookabdij gebruikt als een militair hospitaal.
*Tijdens de Franse revolutie werd de abdij verkocht en gedeeltelijk afgebroken maar later toch weer geleidelijk herbouwd.
 
*In 1972 heeft de regionale overheid onder andere financiële assistentie verleend en veranderdewerd de abdij van functie en werd eenhet "Departementaal Museummuseum en culturelecultureel centrum van de Abdijabdij van Saint-Riquier". DezeDit museum heeft een permanente tentoonstelling ingericht over het verleden van het landelijke leven in [[Picardië]] (incl. landbouw en ambachten) en daarnaast worden er per jaar vier tijdelijke tentoonstellingen gehouden.
*In de negentiende en een groot deel van de twintigste eeuw huisde er een [[klein seminarie]] en werd het ook gebruikt als een militair hospitaal.
 
*In 1972 heeft de regionale overheid onder andere financiële assistentie verleend en veranderde de abdij van functie en werd een "Departementaal Museum en culturele centrum van de Abdij van Saint-Riquier". Deze heeft een permanente tentoonstelling ingericht over het verleden van het landelijke leven in [[Picardië]] (incl. landbouw en ambachten) en daarnaast worden er per jaar vier tijdelijke tentoonstellingen gehouden.
 
==De abdijkerk==
De abdijkerk is prominent aanwezig op het gemeenteplein en buiten verhouding met het bescheiden aantal inwoners van de gemeente (1200 inw. begin 21e eeuw). Haar toren is 50 m hoog. Ze is het gevolg van de bouwwoede na de [[Honderdjarige oorlog]] toen veel gebouwen waren vernield of beschadigd en van de giften van de talrijke pelgrims die toestroomden omwille van de aanwezigheid van het [[relikwie]] van Richarius.
 
De voorgevel van de kerk is een exponent van de laatste fase van de [[gotiek]] die [[flamboyant]] wordt genoemd. Het interieur is veel soberder. Gekleurd glas is volledig afwezig. Zoals andere kerken ontsnapte ze aan vernieling of confiscatie door de revolutionairen van 1789 door ze om te wijden tot parochiekerk van Saint-Riquier.
 
De schatkamer die deel uitmaakte van een oudere kerk is uit de 13e eeuw en bevat onder meer een schilderij dat een der meest merkwaardige legendes van de middeleeuwen illustreert: de [[Legende van de drie doden en de drie levenden]]. Ze wordt verteld door de gids bij een geleid bezoek aan de schatkamer.