David van Bourgondië: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
→‎Levensloop: Bisschop Davidsgrift
Regel 11:
Dankzij een gezamenlijke inspanning van de Hollandse [[Hoeken en Kabeljauwen|Kabeljauwen]] en de Bourgondiërs werd hij door de [[paus]] tot bisschop van Utrecht benoemd. De Utrechtse kapittels hadden echter op [[7 april]] 1455 de [[Hoeken en Kabeljauwen|Hoeksgezinde]] [[proost|Domproost]] [[Gijsbrecht van Brederode]] tot bisschop gekozen. Onder dwang van Filips de Goede aanvaardde het [[Nedersticht]] Davids benoeming op [[3 augustus]] [[1456]] bij het [[verdrag van IJsselstein]]. Het [[Oversticht]] moest gewapenderhand overtuigd worden. De stad [[Beleg van Deventer (1456)|Deventer werd vijf weken belegerd]] voor ze zich overgaf. Deze situatie had een [[burgeroorlog]] tot gevolg, waarop David in [[1459]] besloot de wijk te nemen uit Utrecht en zich in het nieuwverworven Wijk bij Duurstede te vestigen. Dankzij Bourgondische steun en handig manoeuvreren nam zijn gezag toe. Een doorbraak betekende de gevangenname van de Brederodes in [[1470]]. Een andere effectieve maatregel was de instelling van de [[Schive]], een centraal hof van beroep dat boven de stedelijke rechtspraak stond.
 
David van Bourgondië kon zich, met de Bourgondische macht op de achtergrond, tussen 1470 en [[1477]] waarschijnlijk de machtigste bisschop van Europa noemen. Hij benoemde de schout, onttrok de criminele rechtspraak aan de Raad, controleerde de tollen en verminderde de invloed van de stad op het platteland. In 1473 begon hij met de aanleg van de [[Bisschop Davidsgrift]] ter ontginning van het veen in de Gelderse Vallei.

Na de dood van zijn halfbroer [[Karel de Stoute]] in 1477 veranderde deze situatie. Davids politiek leidde in [[1481]] tot een opstand van aanhangers van de Hoekse partij in Holland. Een nieuwe burgeroorlog brak uit waarbij David gevangen genomen werd. [[Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk|Maximiliaan van Oostenrijk]] moest eraan te pas komen om hem te bevrijden en de opstand in [[1483]] te beëindigen. Daarvoor [[Beleg van Utrecht (1483)|belegerde]] hij Utrecht. De laatste jaren van Davids bewind stonden in het teken van het herstellen van de financiële situatie na de burgeroorlog van 1481-1483 en het laveren tussen de invloed van de Habsburgers, die inmiddels Holland bezaten, en van Gelre. David werd begraven in de kerk van Wijk bij Duurstede.
 
David van Bourgondië was een prachtlievend vorst die kunstenaars aan zijn hof verbond en een krachtige impuls gaf aan de bouw van de [[Dom van Utrecht|Domkerk]] in Utrecht. Hij moderniseerde zijn residentie, het [[Kasteel Duurstede]] bij Wijk bij Duurstede, en ook de grootse opzet van de kerk in die plaats zal aan hem te danken zijn. In het museum [[Catharijneconvent]] wordt een 'koorkap van David van Bourgondië' bewaard.