Duitse Orde (nazi-Duitsland): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
Voor de oude katholieke Duitse Orde en de Protestantse Duitse Orde in de Balije van Utrecht zie: [[Duitse Orde]].
[[Image:Germanorder.jpeg|thumb|right|200px|De Duitse Orde]]
De '''Duitse
==
* [[Reinhard Heydrich]]
* [[Adolf Hühnlein]]
* [[Viktor Lutze]]
* [[Adolf Wagner]]
* [[Josef Bürckel]]
* [[Rudolf Schmundt]]
==
* [[Konstantin Hierl]] op 24 februari 1945
Regel 23:
== De versierselen ==
Het [[kleinood]] was een [[email|zwartgeëmailleerd]] [[kruis]] met in het midden de "gouden partijspeld", een onderscheiding van de [[NSDAP]]. In de
* De eerste klasse<br>Een gouden Duits Kruis met [[lauwerkrans]] en
▲Een gouden Duits Kruis met lauwerkrans en zwaarden werd om de hals gedragen.
* De
Een gouden Duits Kruis werd om de hals gedragen.▼
▲* De tweede klasse<br>Een gouden Duits Kruis werd om de hals gedragen.
* De derde klasse<br>Een [[Steckkreuz]] werd als een [[broche]] op de [[borst]] gedragen.▼
▲Een [[Steckkreuz]] werd als een broche op de borst gedragen.
Het 44 millimeter brede lint had dezelfde kleuren als het lint van de [[Bloedorde]], het herinneringsteken aan de mislukte [[staatsgreep]] van 9 november 1923.
In het [[prototype]] van de onderscheiding zaten de vier adelaars op een lauwerkrans.
== De orde na 1945 ==
De Duitse wet op orden en onderscheidingen van 1951 stelt
▲De Duitse wet op orden en onderscheidingen van 1951 stelt dat "Orden mit nationalsozialistischen Emblemen dürfen nicht getragen werden. Sie dürfen weder hergestellt noch angeboten, feilgehalten, verkauft oder sonst in Verkehr gebracht werden. (OrdensG § 6 Abs. 2)". Dat betekent dat dit kruis om nog gedragen te kunnen worden vrijwel helemaal ontmanteld had moeten worden.
== Literatuur ==
* Unterstaatssekretär Dr. [[Heinrich Doehle]]: ''Die Auszeichnungen des Großdeutschen Reichs. Orden, Ehrenzeichen, Abzeichen''; Berlin 1945
* Jörg Nimmergut: Deutsche Orden und Ehrenzeichen bis 1945, Bd. 4.; München 2001
|