De Kundacultuur (8000-5000 v.Chr) is een archeologisch complex van mesolithische jager-verzamelaars in Estland, Letland en Noordwest-Rusland. De cultuur is vernoemd naar de Estse stad Kunda aan de Finse Golf, waar de eerste uitvoerig onderzochte nederzetting werd ontdekt.

Kundacultuur
beenderen werktuigen van de Kundacultuur
Regio Estland, Letland, Noordwest-Rusland
Periode mesolithicum
Voorgaande cultuur Swiderien, Ressetacultuur
Volgende cultuur Narvacultuur
Portaal  Portaalicoon   Archeologie

De meeste Kunda-nederzettingen liggen aan de rand van het bos bij rivieren, meren of moerassen. Elanden werden uitgebreid gejaagd, misschien met hulp van gedomesticeerde honden. Aan de kust komt zeehondenjacht voor. uit rivieren en meren werd snoek en andere vis gevangen. Er is een rijke been- en gewei-nijverheid, met name voor de vervaardiging van vistuig. Gereedschappen zijn gedecoreerd met eenvoudige geometrische ontwerpen, echter zonder de complexiteit van de gelijktijdige Maglemose-gemeenschappen in het zuidwesten.

De Kundacultuur heeft haar wortels in het Swiderien en wordt opgevolgd door de neolithische Narvacultuur, die gebruikmaakt van aardewerk en sporen van veeteelt vertoont.

Oorsprong bewerken

De Kundacultuur lijkt zich te hebben ontwikkeld uit de paleolithische Swideriencultuur die zich eerder op een groot deel van hetzelfde gebied bevond. Een onderzochte overgangsnederzetting, Pasieniai 1C (Marijampolė) in Litouwen, beschikt over zowel late Swiderien- als vroege Kunda-werktuigen. Een vorm vervaardigd in beide culturen is de geretoucheerde gesteelde pijlpunt. Het eind-Swiderian wordt gedateerd op 7800-7600 v.Chr., dat is in het Preboreaal, aan het einde waarvan zonder onderbreking de vroege Kundacultuur begint. Blijkbaar waren de afstammelingen van de Swideriërs de eersten die zich in Estland vestigden toen het na het terugtrekken van het landijs bewoonbaar werd. Andere post-Swiderien groepen vestigden zich verder oostelijk tot aan het Oeralgebergte.