De Hafsiden waren een middeleeuwse dynastie die van 1229 tot 1574 over Ifriqiya heerste, een gebied dat overeenkwam met het huidige Tunesië, oostelijk Algerije en westelijk Libië.

Hafsiden
 Kalifaat van de Almohaden 1229 – 1574 Ottomaanse Rijk 
(Details)
Kaart
Grootste omvang van het Hafsidenrijk, van circa 1300 tot 1500.
Grootste omvang van het Hafsidenrijk, van circa 1300 tot 1500.
Algemene gegevens
Hoofdstad Tunis
Talen Arabisch en Berbers
Religie(s) Islam
Munteenheid Dinar
Regering
Regeringsvorm Monarchie
Dynastie Hafsiden

Geschiedenis bewerken

 
Patio van het Bardomuseum in Tunis, oorspronkelijk een Hafsidenpaleis

De dynastie had haar oorsprong in de Masmuda-Berbers van zuidelijk Marokko. Zij had haar naam te danken aan Aboe Hafs Al-Hintati (oorspronkelijke Berberse naam, Faska U-mzal Inti). Deze Aboe Hafs was leider van de machtige Berberse Hintata-stam van de Marokkaanse Anti-Atlas en een trouwe bondgenoot van Ibn Toemart, de oprichter van de Berberse Almohadendynastie. Hij steunde de Almohaden in hun vroege veroveringstochten tegen de Almoraviden, waarna hij beloond werd met het gouverneurschap van Tunesië (en omgeving).

In 1229 riep zijn kleinzoon, Aboe Zakariya, de onafhankelijkheid uit nadat de Almohaden zich publiekelijk hadden afgezet tegen de doctrine van Ibn Toemart. Aanleiding was dat de kalief van de Almohaden in zowel Marrakesh als Sevilla bekend had gemaakt dat hij Jezus beschouwde als de mahdi en niet Ibn Toemart. De Hafsiden zouden zich gedurende hun bewind blijven neerzetten als beschermers van het Almohaden-erfgoed en als hun rechtmatige opvolgers. Na zich onafhankelijk te hebben verklaard, veroverde Aboe Zakariya Constantine en Béjaïa in 1230, en annexeerde Tripolitania (in westelijk Libië) in 1235, Algiers in 1238 en Tlemcen in 1242. Zo vestigde hij de Hafsiden als belangrijkste machtsfactor langs de noordwestkust van Afrika. Aboe Zakariya riep zichzelf uit tot emir, en zijn opvolger Mohammed I al-Moestansir (1249-1277) verklaarde zichzelf tot kalief, een titel die de Hafsidenheersers zouden blijven dragen.

Tunis werd het economisch en cultureel centrum van dit machtige nieuwe rijk. Het rijk nam veel moslims op die het door de christenen veroverde Andalusië ontvluchtten. In de periode 1231-1236 werden handelsovereenkomsten gesloten met de Italiaanse staten Venetië, Pisa en Genua.

In 1270 werd Tunis aangevallen door kruisvaarders onder leiding van Lodewijk IX van Frankrijk tijdens de Achtste Kruistocht. De kruisvaarders braken hun beleg van Tunis af nadat ze met Mohammed I al-Moestansir waren overeengekomen dat de christenen handelsrechten met de stad zouden krijgen. Er mochten zich zelfs monniken en priesters vestigen.

In de 14e eeuw beleefde het rijk van de Hafsiden een tijdelijke terugval. In deze periode werd het rijk een aantal keer getroffen door pestepidemieën. Ook werd de 14e eeuw gekenmerkt door een langdurige strijd met de Berberse Meriniden in Marokko over de controle over het rijk van de Zianiden in Tlemcen. Tussen 1347 en 1357 lukte het de Meriniden twee keer om Tlemcen te veroveren, maar de Meriniden waren niet in staat de Arabische bedoeïenen onder controle te krijgen en verloren het rijk weer.

In deze periode nam de piraterij tegen christelijke scheepvaart steeds grotere vormen aan – met steun van de Hafsiden, die de winsten van de piraterij gebruikten om hun steden uit te breiden en de kunst, literatuur en wetenschap te financieren. De piraterij veroorzaakte echter ook wraakacties van Aragón en Venetië, die meerdere keren Tunesische steden aanvielen. Er waren zelfs plannen voor een nieuwe kruistocht tegen de Hafsiden.

Het Hafsidenrijk bereikte zijn hoogtepunt onder Oethman (1436-1488) als centrum van handel, zowel de karavaanroutes van en naar Egypte en de landen ten zuiden van de Sahara als de zeehandel met Venetië en Aragón. De bedoeïenen en steden buiten Tunesië werden echter steeds onafhankelijker, zodat de Hafsiden uiteindelijk alleen nog Tunis en Constantine in hun grip hadden.

In de 16e eeuw raakten de Hafsiden steeds verder verzeild in de machtsstrijd tussen Spanje en de Barbarijse zeerovers, die gesteund werden door het Ottomaanse Rijk. In 1547 werd Tunis door de Ottomanen ingenomen. Dit betekende het einde van de Hafsidendynastie. Hun rijk werd een provincie van het Ottomaanse Rijk.

Heersers bewerken

regeerperiode naam opmerking
1207-1216 Abd al-Wahid
1224-1229 Abd-Allah
1229-1249 Abu Zakariya
1249-1277 Muhammad I al-Mustansir Vocht tegen de kruisvaarders in de Achtste Kruistocht
1277-1279 Yahya II al-Watiq
1279-1283 Ibrahim I
1283 Abd al-Aziz I
1283-1284 Ibn Abi Umara
1284-1295 Abu Hafs Umar I
1295-1309 Muhammad I
1309 Abu Bakr I
1309-1311 Aba al-Baqa Khalid an-Nasir
1311-1317 Aba Yahya Zakariya al-Lihyani
1317-1318 Muhammad II
1318-1346 Abu Bakr II
1346-1349 Abu Hafs Umar II
1349 Ahmad I
1350-1369 Ibrahim II
1369-1371 Abu al-Baqa Khalid
1371-1394 Ahmad II Vocht tijdens de Barbarijse Kruistocht tegen de kruisvaarders
1394-1434 Abd al-Aziz II
1434-1436 Muhammad III
1436-1488 Uthman
1488-1489 Abu Zakariya Yahya II
1489-1490 Abd al-Mu'min
1490-1494 Abu Yahya Zakariya
1494-1526 Muhammad IV
1526-1543 Muhammad V (Muley Hassan)
1543-1569 Ahmad III
1569-1573 Ottomaanse overheersing
1573-1574 Muhammad VI

Zie ook bewerken