het duurde even voor de vroege vlucht eindelijk aan de haal ging. Tien renners maakten er deel van uit:
Maarten Tjallingii, Thor Hushovd, Edvald Boasson Hagen, Dmitri Fofonov, Alessandro Petacchi, Jérémy Roy, David Moncoutié, Vladimir Goesev, Jérôme Pineau en Lars Bak. Ze bouwden geleidelijk een ruime voorsprong op die maximaal 6'40" bedroeg.
Op de Aubisque ging Thor Hushovd ervandoor, spoedig gevolgd door Jérémy Roy. Die kwam als eerste alleen aan op de top en behaalde er zo de bolletjestrui. Samen met Moncoutié zette Hushovd de achtervolging in. Op twee kilometer van de finish liet Hushovd Moncoutié achter, snelde vervolgens Roy voorbij en haalde - dit keer solo - zijn negende etappezege in de Tour.
De overblijvende medevluchters eindigden op een vijftal minuten van dit trio.
Philippe Gilbert ontsnapte nog aan de greep van het peloton en nestelde zich zo op de negende plaats in het algemeen klassement.
Nevenklassementen
bewerken