Oubliehoren

soort uit het geslacht Retusa
(Doorverwezen vanaf Retusa obtusa)

De oubliehoren (Retusa obtusa) is een slakkensoort uit de familie van de Retusidae.[1] De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1803 voor het eerst geldig gepubliceerd door George Montagu.[2]

Oubliehoren
Oubliehoren
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Mollusca (Weekdieren)
Klasse:Gastropoda (Slakken)
Orde:Cephalaspidea
Familie:Retusidae
Geslacht:Retusa
Soort
Retusa obtusa
(Montagu, 1803)
Originele combinatie
Bulla obtusa
Synoniemen
Lijst
  • Bulla plicata T. Brown, 1827
  • Bulla pertenuis Mighels, 1843
  • Retusa obtusata [sic]
  • Retusa pertenuis (Mighels, 1843)
  • Retusa obtusa var. lajonkaireana (Basterot, 1825), sensu Jeffreys, 1867
  • Retusa obtusa var. turrita (Møller, 1842)
  • Retusa turrita Møller, 1842
  • Bulla turrita Møller, 1842
  • Utriculus obtusus (Montagu, 1803)
  • Utriculus obtusus var. semistriata Jeffreys, 1869
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Beschrijving bewerken

Het slakkenhuisje van de oubliehoren is tot 7 mm groot. Het is wit tot licht geel van kleur met een geelbruine opperhuid, soms bedekt met een roestbruine aanslag. Het cilindervormige huisje heeft 5-6 vlakke windingen, waarbij de laatste veel grotere winding de voorgaande winding insluit. De top (apex) steekt nauwelijks boven de schelp uit. De mondopening is langwerpig, ca 90% van de totale schelphoogte. Er is geen navel en geen operculum aanwezig. Het oppervlak is glad met alleen groeilijnen. Dier heeft een breed kopschild, maar geen parapodiën. Het kopschild loopt naar achteren in twee zijwaartse punten uit. Aan de voorrand is het iets naar binnen gebogen. De ogen liggen op het kopschild.[3]

Verspreiding bewerken

Deze soort komt veel voor in de noordelijke delen van de Atlantische Oceaan, zowel in de oostelijke als in de westelijke Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee, het Engelse Kanaal, de Noordzee en de westelijke Oostzee. Het is ook gemeld uit North Carolina en uit Alaska in de Stille Oceaan. In Nederland komt deze soort algemeen voor in de Noordzee (van 0 tot 60 meter), de Waddenzee, de Ooster- en Westerschelde en Grevelingenmeer.[4]

Het leeft hij voornamelijk in zand- en slibgronden, waar hij zich net onder het oppervlak door het sediment heen graaft. De soort voedt zich met aas, plantenresten en wadslakjes (Hydrobia ulvae), die in hun geheel worden doorgeslikt.[5]