Resolutie 2728 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de VN aangenomen op 25 maart 2024

Resolutie 2728 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd aangenomen op 25 maart 2024,[1]

Resolutie 2728
Datum 25 maart 2024
Nr. vergadering 9586
Code S/RES/2728
Stemming
voor
14
onth.
1
tegen
0
Onderwerp staakt-het-vuren
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2024
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Algerije Algerije · Vlag van Ecuador Ecuador · Vlag van Guyana Guyana · Vlag van Japan Japan · Vlag van Malta Malta · Vlag van Mozambique Mozambique · Vlag van Sierra Leone Sierra Leone · Vlag van Slovenië Slovenië · Vlag van Zuid-Korea Zuid-Korea · Vlag van Zwitserland Zwitserland

Achtergrond

bewerken

De resolutie werd voorgesteld door de niet-permanente leden, en volgde op eerdere resoluties, die telkens werden tegengehouden: op 18 oktober en 8 december 2023, en op 20 februari 2024 door een veto van de Verenigde Staten, en op 22 maart 2024 door een veto van China en Rusland.[2]

Een mondeling amendement ingediend door Rusland om het woord "permanent" opnieuw in te voegen, kreeg 3 stemmen voor (Algerije, China, Rusland), 11 onthoudingen, 1 tegen (Verenigde Staten), en haalde het bijgevolg niet.

De premier van Israël reageerde dat hij een reis van een Israëlische delegatie naar de VS zou annuleren als de VS geen veto uitspraken tegen de resolutie.[3] Politieke waarnemers vreesden in de nasleep op een toenemend internationaal isolement van Israël.[4]

De resolutie had een bindend karakter, in het algemeen volgens artikel 25 van het VN-Handvest en volgens juristen,[5] en meer specifiek in dit geval, bevestigd door bijna alle VN-lidstaten.[6] Alleen de Verenigde Staten beschouwden de resolutie als “niet-bindend”.[7][8]

Opmerkelijk aan deze resolutie was verder dat de conclusie in verschillende westerse persorganen over het algemeen werd omschreven als “De Veiligheidsraad vraagt...[9][3] of dringt aan op…”,[10] terwijl media uit andere landen de officiële VN-term “De Veiligheidsraad eist...[9][1][11][12][13] overnamen.

Met deze resolutie eiste men een onmiddellijk staakt-het-vuren van de oorlog tussen Israël en Hamas tijdens de maand Ramadan,[14] als aanzet tot een duurzaam staakt-het-vuren. Tevens werd de onvoorwaardelijke vrijlating geëist van alle gijzelaars. De resolutie werd goedgekeurd door 14 van de 15 leden, terwijl de Verenigde Staten zich onthielden.