In het Lancia gedomineerde seizoen, liep de strijd om de titel bij de rijders wel uit tot een nauwe strijd. Miki Biasion leidde het kampioenschap voorafgaand aan het slot in Groot-Brittannië, maar hij zou deze rally moeten missen, waardoor Markku Alén en Juha Kankkunen de titel hier direct met elkaar konden uitvechten. Op een van de publieksproeven vroeg in de rally rolde Alén echter al, en hij verloor nog meer tijd met een ongeluk op een van de latere proeven in de bossen. Een inhaalrace bracht hem nog een vijfde plaats, maar Kankkunen schreef ondertussen gecontroleerd de overwinning op zijn naam en besliste daarmee het kampioenschap opnieuw in zijn voordeel. Hij was daarmee de eerste rijder in het WK die zijn titel succesvol wist te verdedigen. Per Eklund greep in eerste instantie naar een zwaar bevochten tweede plaats toe in zijn privé-ingeschreven Audi Coupe quattro, maar deze werd bij de technische keuring na afloop van de wedstrijd illegaal bevonden vanwege een technische overtreding, wat resulteerde in diskwalificatie. Stig Blomqvist schoof hierdoor op naar plaats twee, terwijl het podium compleet werd gemaakt door nog een Ford Sierra van lokale rijder Jimmy McRae.