Colin McRae zou opnieuw met de overwinning aan de haal gaan en maakte daarmee zijn omslag in het kampioenschap compleet door Tommi Mäkinen te evenaren in het puntenaantal en de leiding daarin nu te delen. McRae greep richting het einde van de eerste etappe naar de koppositie van het klassement, dit terwijl een deel van zijn naaste concurrenten expres tijd lieten liggen om de onverharde wegen op de daaropvolgende etappe minder te hoeven schoonvegen. Desondanks bleek de marge die McRae had opgebouwd voldoende om nog steeds de leiding in handen te hebben met aanvang van de laatste etappe. Teamgenoot Carlos Sainz en Subaru's Richard Burns zaten er echter als tweede en derde respectievelijk kort achter en beide lanceerde een offensief. Burns raakte echter van de weg en kwam daarbij vast te zitten, wat resulteerde in veel tijdsverlies en hem later uiteindelijk met een defecte aandrijving helemaal uit de wedstrijd zou halen. Sainz naderde McRae op een seconde of vijf, maar werd op de lange slotklassementsproef wreed geslachtofferd door een kapotte motor. Petter Solberg greep met een tweede plaats naar zijn eerste podium resultaat uit zijn WK-carrière, terwijl Harri Rovanperä de top drie completeerde; een schrale troost voor Peugeot die hun genomineerde rijders alweer snel met materiële pech zag uitvallen.