Portaal:Vissen/Uitgelicht

Deze pagina geeft een overzicht van alle uitgelichte artikels en/of afbeeldingen op het portaal Vissen. Voor elke maand van het jaar is er zo'n artikel en/of afbeelding. Voel u vrij om deze te bewerken door de bijhorende bewerk-link te volgen.
Uitgelicht deze maand
Haringen komen voor in grote scholen van soms meer dan miljoenen dieren.

De haring (Clupea harengus) is een straalvinnige vis van het noordelijk halfrond. De vis heeft een zilverkleurig lichaam met een grijsgroen of blauwgroene rug.

Haringen worden circa 45 cm lang en kunnen maximaal een kilogram wegen. De maximale leeftijd is 22 jaar. Ze leven tot een diepte van 200 meter.

De larven leven van plankton, de volwassen dieren van groter plankton (zoals roeipootkreeftjes), garnalen en kleinere vissen. Haringen komen voor in grote scholen (van soms meer dan miljoenen dieren). Aan dit laatste danken zij ook hun naam; haring werd in Oudnederlands als 'heering' geschreven. Het woord is afgeleid van 'heer' in de betekenis van legerschare. Het is dus een vis die in grote scholen als een 'heer' door het water trekt.

Lees verder
Ga naar maand

Januari - Februari - Maart - April - Mei - Juni

Juli - Augustus - September - Oktober - November - December


Januari

De beekforel (Salmo trutta fario) is een vis van het stromende zoete water.

De beekforel kan tot 60 cm lang worden en weegt dan bijna 7 kilo[bron?]. Hij komt van oorsprong voor in Europa en Azië. Er wordt gepaaid in snelstromende beken en rivieren, waar de eieren met bodemmateriaal worden bedekt. De beekforel wordt beschouwd als een niet-trekkende vorm van de forel (S. trutta). Uit onderzoek blijkt dat iedere forel zich, naar gelang de omstandigheden, kan ontwikkelen tot ofwel migrerende vorm (zeeforel) of een vis die zijn hele leven in het opgroeigebied in het zoete water verblijft (beekforel). Het onderscheid in ondersoorten (S. trutta fario en S. trutta trutta) is daarom onjuist. Lees verder

[bewerk]

Februari

De Goudvis (Carassius auratus auratus) is de kweekvariëteit van de giebel. De kleur van de oorspronkelijke goudvis was echt goudachtig. De moderne goudvis is egaal oranje tot rood van kleur, heeft metaalglanzende schubben en een enkele staart en anaalvin. Deze vorm wordt in het Japans hibuna genoemd. Er zijn enkele tientallen mutaties (paarlmoerkleurige schubben, dubbele staarten, blaasogen, vlekkenpatronen, verdikkingen op de kop, verlengde vinnen en verlengde neusbuisjes) die in allerlei combinaties voor kunnen komen.

Taxonomisch is de naamgeving van de giebel C. a. gibellio en de goudvis C. a. auratus interessant; het wekt de indruk dat van beide ondersoorten de goudvis de oervorm is, terwijl dit andersom is. Onder moderne naamgevingsregels zou de goudvis waarschijnlijk niet eens als een ondersoort erkend worden. Uit genetisch onderzoek blijkt dat alle goudvissen zijn ontstaan uit een wilde Chinese Carassius (auratus) gibelio-stam.

Lees verder

[bewerk]

Maart
Latimeria chalumnae

De coelacanten vormen een groep kwastvinnige vissen, de oudste familie onder de vissen. De coelacant geldt als het standaardvoorbeeld van een levend fossiel: gedacht werd dat de vis al sinds het Krijt uitgestorven was. In december 1938 werd een exemplaar opgevist in de buurt van Zuid-Afrika en sindsdien worden geregeld exemplaren gevonden.

Lees verder

[bewerk]

April
Mola Mola in aquarium

De maanvis of klompvis (Mola mola) is de zwaarst bekende beenvis. Een volwassen dier weegt gemiddeld 1 ton, en is 1,8 meter groot. Maar er zijn ook exemplaren bekend die 2300 kilogram wogen en 4 meter hoog waren bij de vinnen. De maanvis leeft in alle grote oceanen waar het klimaat warm tot tropisch is. De noordelijkste plaats waar ooit een maanvis is aangetroffen is in de wateren rond Alaska, al is dat uiteraard een uitzondering.

Op het strand van Schoorl aan Zee (Schoorl) spoelde in 1989 een volwassen maanvis aan van 200 kilogram. In januari 2003 spoelde weer een maanvis aan, ditmaal een jong exemplaar. De vis woog slechts 10 kilogram, was 90 centimeter hoog en had een lengte van 75 centimeter. Het aanspoelen van de maanvis is een zeldzaamheid, maar sinds het begin van de 21e eeuw lijkt de kans erop te stijgen.

Lees verder

[bewerk]

Mei
Haringen komen voor in grote scholen van soms meer dan miljoenen dieren.

De haring (Clupea harengus) is een straalvinnige vis van het noordelijk halfrond. De vis heeft een zilverkleurig lichaam met een grijsgroen of blauwgroene rug.

Haringen worden circa 45 cm lang en kunnen maximaal een kilogram wegen. De maximale leeftijd is 22 jaar. Ze leven tot een diepte van 200 meter.

De larven leven van plankton, de volwassen dieren van groter plankton (zoals roeipootkreeftjes), garnalen en kleinere vissen. Haringen komen voor in grote scholen (van soms meer dan miljoenen dieren). Aan dit laatste danken zij ook hun naam; haring werd in Oudnederlands als 'heering' geschreven. Het woord is afgeleid van 'heer' in de betekenis van legerschare. Het is dus een vis die in grote scholen als een 'heer' door het water trekt.

Lees verder

[bewerk]

Juni
Vrouwtje verleidt het mannetje
De kersenbuik (Pelvicachromis pulcher) is een soort vis, die behoort tot de Cichlidae. Typisch voor dit soort is de broedzorg: ze zorgen voor hun jongen. Wanneer ze eenmaal eitjes of jongen hebben is deze soort agressief.

Kersenbuikjes zijn kleurrijk en worden veel in aquaria gehouden. Net als andere cichliden kan men ze het best in koppels houden. Wanneer er een vrouwtje of mannetje te veel is zal deze letterlijk de dood ingejaagd worden.

Het mannetje wordt 10 centimeter lang terwijl het vrouwtje meestal 2 tot 3 centimeter korter blijft. Het vrouwtje heeft een gouden gloed over haar lichaam, meestal wat meer ogen op haar vin dan het mannetje en op haar buik is de rood/roze vlek goed zichtbaar. Bij het mannetje blijft deze hooguit wazig roze en gaat pas iets feller kleuren wanneer het koppel eitjes en jongen heeft. Het mannetje is te herkennen aan de puntige bovenvin en aarsvin. Bij het vrouwtje is deze meer rond van vorm.

Lees verder

[bewerk]

Juli

De sidderaal (Electrophorus electricus) is een zoetwatervis die voorkomt in Zuid-Amerika en net als bepaalde andere vissoorten beschikt over de eigenschap stroomstoten af te kunnen geven. De sidderaal gebruikt deze stroomstoten, die om de 20-50 seconden opgewekt worden wanneer hij zich beweegt, om zijn weg te vinden in het donkere water.

Volwassen dieren (met een lengte tot 2 meter) kunnen spanningen genereren tot 500 volt bij een stroom van 1 ampère, uit de wet van vermogen (P = U x I) is dit dus 500 volt x 1 ampère = 500 watt. Eén van deze schokken zou nog door een volwassen mens te overleven zijn maar een aantal schokken achter elkaar heeft zeker de dood tot gevolg. Deze spanning wordt opgewekt door een lading gestapelde elektrische cellen, een soort natuurlijke batterij.

Lees verder

[bewerk]

Augustus

De zalmen (Salmonidae) vormen de enige familie binnen de orde Salmoniformes. De familie telt 214 soorten vissen die zalmen, forellen of houtingen worden genoemd. De term zalmen wordt meestal gebruikt voor de trekkende soorten (anadrome soorten), echter soms ook vanwege het grote formaat van de soort. Zo is de Donauzalm een uitgesproken zoetwaterbewoner. Daarnaast zijn er zalmachtige soorten die forel, houting of vlagzalm heten en toch (gedeeltelijk) anadroom zijn en soms een flink formaat kunnen bereiken (bijvoorbeeld de zeeforel).

Er zijn auteurs die de houtingen en de vlagzalmen niet meer als onderfamilies van de salmonidae behandelen, maar als aparte families binnen de orde van de salmoniformes.

Bijna alle zalmen en forellen hebben achter de rugvin een tweede vinnetje zonder vinstralen, de zgn. vetvin. Ze worden genoemd naar de bekendste soort, de Atlantische zalm (Salmo salar).

Lees verder

[bewerk]

September

Steuren (Acipenseridae) vormen een familie van ongeveer 26 vissoorten uit de orde Steurachtigen (Acipenseriformes). De naam wordt ook gebruikt voor meer dan 20 steurensoorten. Soms wordt de naam exclusiever gebruikt voor vissen uit de geslachten Acipenser en Huso, die onder deze familie vallen. De steuren vormen een van de oudste nog levende beenachtige vissenfamilies, en komen voor in subtropische, gematigde en subarctische rivieren, meren en kusten van Eurazië en Noord-Amerika. Ze worden onderscheiden van andere vissenfamilies door hun langgerekte lijf, het ontbreken van schubben en hun soms opvallende grootte, waarbij de vissen 2 tot 3,5 meter lang kunnen worden. Er zijn gevallen bekend van vissen die wel 6 meter lang werden. De meeste steuren zijn anadroom en zoeken hun eten op de bodem, paaien stroomopwaarts in rivierdelta's en estuaria. Enkele exemplaren zijn aangetroffen in de oceaan dichtbij de kust, maar de meeste zijn strikt zoetwatervissen.

Enkele soorten steuren worden gevangen voor hun kuit, waaruit kaviaar wordt gemaakt. Omdat de vissen langzaam groeien en pas laat in hun leven volwassen worden, zijn ze kwetsbaar voor deze jacht en ook zijn ze erg gevoelig voor milieuverontreiniging. De meeste soorten zijn daardoor gekwalificeerd als kwetsbaar, bedreigd of kritisch bedreigd. In verschillende landen wordt steur gekweekt voor kaviaar, die geoogst wordt als de vissen ongeveer 8 jaar oud zijn.

Lees verder

[bewerk]

Oktober

De haaien (Selachimorpha, ook wel Euselachii) behoren tot de kraakbeenvissen. Er zijn meer dan 1000 soorten beschreven kraakbeenvissen waaronder ongeveer 400 soorten haaien en 600 soorten roggen en pijlstaartroggen en ongeveer 30 soorten holocephali (draakvissen en chimeren, meestal diepzeevissen waarover vaak nog weinig bekend is).

Haaien zijn bij het grote publiek met name bekend om de (voor de mens) gevaarlijke soorten, maar van de ongeveer 400 soorten zijn slechts vier of vijf soorten als gevaarlijk aan te merken. De meeste haaien zijn slanke, gespierde en snelle dieren die een lengte bereiken van rond de 1 à 2 meter. Het zijn bijna allemaal predatoren (roofvissen) die leven van gewervelde dieren (meestal vissen maar ook zeezoogdieren en vogels), grote kreeftachtigen en weekdieren (macrofauna).

Haaien zijn waarschijnlijk een zustergroep van de placodermen tijdens het Siluur. In het Devoon kwamen de eerste haaien opdagen. Sommige van de eerste haaien waren gigantisch (megalodon) en hadden tanden van 15 centimeter.

Lees verder

[bewerk]

November

De Piranha's of Echte piranha's (Serrasalmidae) zijn een familie van carnivore zoetwatervissen die in de rivieren van Zuid-Amerika leven. Piranha's worden ongeveer 15 tot 25 centimeter lang, hoewel individuele vissen gevonden zijn die ruim 40 centimeter lang waren.

Piranha's zijn bekend om hun scherpe tanden en hun agressieve honger naar vlees. De hier getoonde Pygocentrus piraya leeft enkel in het Amazonegebied en in de rivieren van Paraguay.

In werkelijkheid voeden de (vermeend) carnivore piranha's zich voornamelijk met vis en met fruit dat in het water terecht komt. Enkel in het droge seizoen, wanneer voedsel schaars, de waterstand hinderlijk laag en het water troebel wordt, raken piranha's bijzonder snel geagiteerd en agressief. In die periode eten ze wel degelijk alles wat hun voor de tanden komt, inclusief soortgenoten.

Lees verder

[bewerk]

December

Diepzeehengelvissen (Ceratioidea) (ook wel eens lantaarnhengelvissen genoemd) is de Nederlandstalige naam voor een superfamilie uit de orde van de zeeduivels (Lophiiformes), vissen die leven in de diepzee op een diepte tussen 300 en 4000 m.

De diepzeehengelvissen zijn gekenmerkt door een hengelachtig lichtgevend orgaan op hun kop en door hun sterk seksueel dimorfisme.

Een typisch en bekend voorbeeld van deze vissen is 'Johnson's anglerfish' of 'Humpback blackdevil' (Melanocetus johnsonii) uit Australië.

Het vrouwtje van de diepzeehengelvis draagt op haar kop een lange lichtgevende hengel (met lichtgevende bacteriën) die prooien aantrekt. Als een prooi hem nadert gaat dit 'lampje' dichter naar zijn bek. Als de prooi weer dichterbij komt laat de lantaarnhengelvis zijn kaak openvallen, en de kieuwdeksels zet hij uit om ruimte te maken. Dan wordt vliegensvlug het slachtoffer zijn maag ingezogen. Lees verder

[bewerk]