Pièrre Léonard Vander Linden
Pièrre Léonard Vander Linden (ook: van der Linden of Vanderlinden) (12 december 1797 - 5 april 1831) was een Belgisch entomoloog.
Pièrre Léonard Vander Linden
| ||||
Volledige naam | Pièrre Léonard Vander Linden | |||
Geboren | 12 december 1797 | |||
Overleden | 5 april 1831 | |||
Geboorteland | ![]() | |||
Standaardafkorting | Vander Linden | |||
|
Hij was de oudste zoon van een arts en was dan ook al jong voorbestemd voor een medische carrière. Dankzij een subsidie, kan Vander Linden in 1817 gaan studeren in Italië, zijn leermeesters waren o.a. de botanicus Antonio Bertoloni (1775-1869) en de zoöloog Ranzani Camillo (1775-1841). Hij behaalde zijn medische graad in 1821 in Bologna en verhuisde naar Parijs.Vander Linden keerde in 1822 terug naar België en behaalde het jaar daarop een doctoraat in de geneeskunde aan de universiteit van Leuven.
Hij was de eerste hoogleraar in de zoölogie van België. Hij was gespecialiseerd in de studie van de Hymenoptera (vliesvleugeligen) in het bijzonder graafwespen. Zijn collectie werd nagelaten aan het bisdom van Mechelen.
WerkenBewerken
- Observations sur les Hyménoptères d’Europe de la famille des Fouisseurs (1827–1829).
- Deel 1: Scoliètes, sapygites, pompiliens et sphégides (1827)
- Deel 2: Bembecides, labrates, nyssoniens et crabronites (1829)
- Essai sur les insectes de Java et des îles voisines (1829)
Hij was ook de eerste die een publicatie volledige wijdde aan libellen. Artikels van hem over libellen:
- Vander Linden, P. L., 1820. Aeshna bononiensis descriptae, adjecta annotatione ad Agriones bononiensis descriptas.Bononiale Tip. de Nobilibus, 11 pp.
- Vander Linden, P. L., 1820. Agriones bononiensis descriptae. Bononiae Tip. de Nobilibus, 8 pp.
- Vander Linden, P. L., 1823. Aeshna bononiensis descriptae, adjecta annotatione ad Agriones bononiensis descriptas. Opusc. Sci. Bologna, 4: 158-165.
- Vander Linden, P. L., 1823. Agriones bononiensis descriptae. Opusc. Sci. Bologna, 4: 101-106.
- Vander Linden, P. L., 1825. Monographiae Libellulinarum. Europearum Specimen. Frank, Bruxelles. 42 pp.