Fijnwrattige papilroosroest

soort uit het geslacht Phragmidium
(Doorverwezen vanaf Phragmidium tuberculatum)

De fijnwrattige papilroosroest ook wel egelantierroest (Phragmidium tuberculatum) een schimmel behorend tot de familie Phragmidiaceae. Hij behoort tot de groep biotrofe parasieten dat betekent dat hij alleen kan leven op levende planten. Hij parasiteert op sommige rozencultivars en sommige rozen. Hij maakt in zijn levenscyclus gebruik van een waardplant en produceert vijf soorten sporen. Verschillende soorten en cultivars van rozen hebben verschillende resistentie tegen deze ziekte.

Fijnwrattige papilroosroest
Phragmidium tuberculatum
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Pucciniomycetes
Orde:Pucciniales
Familie:Phragmidiaceae
Geslacht:Phragmidium
Soort
Phragmidium tuberculatum
4-6 cellige lange teliosporenen samen met ronde urediosporen
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Kenmerken bewerken

Spermogonia

De spermogonia zijn honingkleurig en groeien in groepen aan de bovenkant van het blad.

Aecia

De aecia zijn oranjegeel, onderzijdig, elk op een klein geel vlekje. Elk aecium is omrand met een cirkel van gekromde parafysen. De aeciosporen zijn wrattig.

Uredia

Het uredium produceert uredosporen met een afmeting (22) 24 – 27 (28) × (17) 19 – 22 µm.

Telia

De telia groeien aan de onderkant van het blad en zijn zwart van kleur. Ze staan verspreid of in groepjes. De diameter is variabele en tot 1,5 mm. De teliosporen zijn hooguit 9-cellig en hebben een scherpe, duidelijke apiculus.

Verspreiding bewerken

Phragmidium tuberculatum komt vooral voor in Europa, maar ook waarnemingen bekend uit Azië, Australië en Noord-Amerika (Alaska, Connecticut en Canada).

Waardplanten bewerken

Hij is bekend van de volgende waardplanten:

Vergelijkbare soorten bewerken

Phragmidium mucronatum en Phragmidium tuberculatum zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Ze worden vaak verward met elkaar. Hierdoor moet informatie over het voorkomen van deze soorten met een zekere wantrouwen worden bekeken. Er is een redelijk vermoeden dat ze niet altijd correct zijn geïdentificeerd. P. tuberculatum teliosporen bestaan uit 4 tot 6, zelden 3 en 7 cellen en hebben een puntige top tot 18 µm lang. Beide soorten verschillen ook qua microscopische structuur van aeciosporen en urediniosporen, maar dit zijn niet altijd eenduidige kenmerken voor determinatie. Deze soorten kunnen eenvoudig uit elkaar worden gehaald via DNA-testen.