Pakasuchus[1][2] is een geslacht van uitgestorven reptielen uit de Crocodylomorpha, een groep waartoe ook de krokodilachtigen (Crocodilia) behoren. Pakasuchus behoort echter tot een andere tak, de Notosuchia. De typesoort Pakasuchus kapilima kwam zo'n 105 miljoen jaar geleden voor in het huidige Tanzania.

Pakasuchus
Fossiel voorkomen: Albien (~ 105 Ma)
Pakasuchus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Onderklasse:Diapsida
Infraklasse:Archosauromorpha
Superorde:Crocodylomorpha
Onderorde:Notosuchia
Geslacht
Pakasuchus
O'Connor et al., 2010
Typesoort
Pakasuchus kapilimai
Pakasuchus
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Naamgeving bewerken

De naam Pakasuchus betekent letterlijk 'katkrokodil', wat verwijst naar de schedel van het dier: die was kort en breed en lijkt wat op die van een kat. 'Paka' is Swahili voor 'kat', 'suchus' is Oud-Grieks voor 'krokodil'. De soortaanduiding kapilimai eert de overleden Saidi Kapilima, een professor van de universiteit van Dar es Salaam die meewerkte aan de opgravingen in Tanzania.

Beschrijving bewerken

Pakasuchus kapilima was van kop tot staart zo'n vijftig centimeter lang. In tegenstelling tot de huidige krokodilachtigen bezat hij geen pantser, maar het dier had wel benige schubben op de staart. Het had een buigzame ruggengraat en slanke, lange ledematen. Zijn neus zat vooraan op de snuit. Dit wijst er op dat het dier waarschijnlijk op het land leefde en daar als snelle jager op kleine prooien jaagde. De tanden van het dier waren gemaakt om te bijten en te vermalen en niet om te verscheuren en te snijden zoals bij de krokodilachtigen. Verder kon de onderkaak van het dier zich naar voor en achter bewegen, eveneens een onderscheidend kenmerk. Hij kon hierdoor kauwen en nam zo waarschijnlijk een ecologische positie in die tegenwoordig vooral door zoogdieren wordt vervuld.

Cladogram bewerken