Een oliemaatschappij is een bedrijf dat als belangrijkste werkterrein aardolie en aardgas (samen koolwaterstoffen genoemd) heeft. Naast deze fossiele brandstoffen hebben oliemaatschappijen vaak een scala aan andere activiteiten, voornamelijk in de energiesector. De posities van de maatschappijen wisselen per jaar en op basis van de manier van berekenen. Doorgaans worden ExxonMobil, Royal Dutch Shell, BP, ChevronTexaco en Total "de grote vijf" genoemd, waarbij Shell en BP vaak stuivertje wisselen om de 2e en 3e plaats.

De 25 grootste oliemaatschappijen naar omzet (2007) bewerken

Plaats Bedrijf Land Omzet (bln $)
1 ExxonMobil   Verenigde Staten 328.210
2 Royal Dutch Shell   Nederland/   Verenigd Koninkrijk 306.730
3 BP   Verenigd Koninkrijk 249.470
4 ChevronTexaco   Verenigde Staten 184.920
5 ConocoPhillips   Verenigde Staten 162.410
6 Total   Frankrijk 144.940
7 Sinopec   China 75.077
8 ENI   Italië 74.228
9 China National Petroleum   China 67.724
10 Valero Energy   Verenigde Staten 53.919
11 Marathon Oil   Verenigde Staten 45.444
12 Statoil   Noorwegen 45.440
13 Repsol YPF   Spanje 44.858
14 SK   Zuid-Korea 37.692
15 Petrobras   Brazilië 36.988
16 Petronas   Maleisië 36.065
17 Nippon Oil   Japan 34.151
18 Indian Oil   India 29.643
19 Lukoil   Rusland 28.810
20 Sunoco   Verenigde Staten 23.226
21 Idemitsu Kosan   Japan 21.435
22 OMV   Oostenrijk 18.970
23 Nippon Mining Holdings   Japan 18.817
24 Amerada Hess   Verenigde Staten 17.126
25 PTT   Thailand 16.023
26 Cepsa   Spanje 15.650
(bron: Forbes' lijst 2007)

Oliegiganten: Big Oil bewerken

De term "oliegiganten" (Engels: Big Oil) wordt gebruikt om de zes of zeven grootste beursgenoteerde bedrijven aan te duiden, ook wel supermajors genoemd. Vooral in de Verenigde Staten wordt daarmee verwezen naar hun economische macht en invloed op de politiek. Als supermajors worden doorgaans beschouwd: BP, Chevron, Eni, ExxonMobil, Shell, TotalEnergies, en ConocoPhillips.

Big Oil wordt vaak geassocieerd met de fossiele brandstoffenlobby, waarbij de hele sector op een pejoratieve of denigrerende manier wordt gezien, meer bepaald in het kader van de klimaatverandering. En in 2022, de periode van fors stijgende energieprijzen, bleken zowel de Europese[1] als de Amerikaanse[2] oliebedrijven recordwinsten te boeken.

Zie de categorie Petroleum companies van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.