Lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van Keulen
Wikimedia-lijst
(Doorverwezen vanaf Lijst van aartsbisschoppen van Keulen)
Hieronder volgt een lijst van de aartsbisschoppen van Keulen. Tot 795 waren zij bisschoppen, daarna werden zij aartsbisschoppen en in 1238 tevens keurvorsten (zie Keur-Keulen).
Bisschoppen van Colonia Agrippina/Keulen (314)-784
bewerken- ca 285-315: Maternus
- ca 315-348: Euphrates
- ca 348-403: Severinus
- ca 565-567: Carentinus
- ca 580-600: Evergislus
- Onbekend : Sunnoveus
- ca 600-611?: Remedius
- ca 611?-622: Solatius
- ca 623-663: Kunibert
- ca 663-674: Botandus
- ca 674-680: Stefanus
- 680-695: Adelwin
- 695-708: Gislo
- 708-710: Anno I
- 710-713: Faramund
- 713-717: Agilulf
- 718-747: Reginfried
- 747-753: Hildegar
- 753-763: Bertholm
- 763-784: Rikulf
Aartsbisschoppen van Keulen 795-1238
bewerken- 784-819: Hildebold, vanaf 795 aartsbisschop
- 819-842: Hadebold
- 842: Luitbert
- 842-849: Hildwin
- 850-864: Günther
- 870-889: Wilbert
- 890-925: Herman I
- 925-953: Wigfried
- 953-965: Bruno I de Grote
- 965-969: Volkmar
- 969-976: Gero
- 976-984: Warin
- 984-999: Everger
- 999-1021: Heribert
- 1021-1036: Pilgrim
- 1036-1056: Herman II
- 1056-1075: Anno II
- 1076-1079: Hildolf
- 1079-1089: Sigwin van Are
- 1089-1099: Herman III van Hochstaden
- 1100-1131: Frederik I van Schwarzenberg
- 1131-1137: Bruno II van Berg
- 1137: Hugo van Sponheim
- 1138-1151: Arnold I van Keulen
- 1152-1156: Arnold II van Wied
- 1156-1158: Frederik II van Berg
- 1159-1167: Reinald van Dassel
- 1167-1191: Filips I van Heinsberg
- 1191-1192: Bruno III van Berg
- 1192-1216: Adolf I van Altena
- 1205-1208: Bruno IV van Sayn (tegen-bisschop)
- 1208-1215: Diederik I van Hengebach (tegen-bisschop)
- 1216-1225: Engelbert II van Berg
- 1225-1237: Hendrik I van Molenark
Aartsbisschoppen en keurvorsten van Keulen 1238-1803
bewerken- 1238-1261: Koenraad van Hochstaden
- 1261-1274: Engelbert II van Valkenburg
- 1274-1297: Siegfried van Westerburg
- 1297-1304: Wigbold I van Holte
- 1304-1332: Hendrik II van Virneburg
- 1332-1349: Walram van Gulik
- 1349-1362: Willem van Gennep
- 1363: Adolf II van der Mark
- 1364-1369: Engelbert III van der Mark
- 1370-1371: Kuno van Falkenstein
- 1372-1414: Frederik III van Saarwerden
- 1414-1463: Diederik II van Meurs
- 1463-1480: Ruprecht van de Palts
- 1480-1508: Herman IV van Hessen
- 1508-1515: Filips II van Daun-Oberstein
- 1515-1546: Herman V van Wied (1532: bisschop van Paderborn)
- 1546-1556: Adolf III van Schaumburg
- 1556-1558: Anton I van Schaumburg
- 1558-1562: Jan Gebhard van Mansfeld
- 1562-1567: Frederik IV van Wied
- 1567-1577: Salentijn van Isenburg-Grenzau (1547: bisschop van Paderborn)
- 1577-1583: Gerard II van Waldburg
- 1583-1612: Ernst van Beieren
- 1612-1650: Ferdinand van Beieren
- 1650-1688: Maximiliaan Hendrik van Beieren
- 1688-1723: Jozef Clemens van Beieren
- 1723-1761: Clemens August I van Beieren
- 1761-1784: Maximiliaan Frederik van Königsegg-Rothenfels
- 1784-1801: Maximiliaan Frans van Oostenrijk
- 1801-1803: Anton Victor van Oostenrijk
Aartsbisschoppen van Keulen 1824-heden
bewerken- 1824-1835: Ferdinand August von Spiegel
- 1835-1845: Clemens August II Droste zu Vischering[1]
- 1845-1864: Johannes von Geissel
- 1864-1866: sede vacante
- 1866-1885: Paul Melchers, kardinaal
- 1885-1899: Philipp III Krementz, kardinaal
- 1899-1902: Hubert Theophil Simar
- 1902-1912: Anton II Fischer, kardinaal
- 1912-1919: Felix von Hartmann, kardinaal
- 1920-1941: Karl Joseph Schulte, kardinaal
- 1942-1969: Joseph I Frings, kardinaal
- 1969-1987: Joseph II Höffner, kardinaal
- 1988-2014: Joachim Meisner, kardinaal
- 2014-heden: Rainer Maria Woelki, kardinaal
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Clemens August Freiherr Droste zu Vischering, ook: Clemens August zu Droste-Vischering, of: Clemens August Droste zu Vischering, (* 22 januari 1773 in Münster; † 19 oktober 1845 in Münster), was van 1835 tot 1845 als Clemens August II Droste zu Vischering aartsbisschop van Keulen. In 1837 raakte hij over kwesties rond o.a. gemengde huwelijken in conflict met de regering van het Koninkrijk Pruisen en bevond zich, ondanks fel protest van het Vaticaan, tot 1839 onder huisarrest.