Levi Morton
Levi Parsons Morton (Shoreham (Vermont), 16 mei 1824 – Rhinebeck (New York), 16 mei 1920) was een Amerikaans politicus. Hij was de 22e vicepresident van de Verenigde Staten.
Levi Morton | ||||
---|---|---|---|---|
Levi Parsons Morton
| ||||
Geboren | 16 mei 1824 Shoreham, Vermont | |||
Overleden | 16 mei 1920 Rhinebeck, New York | |||
Politieke partij | Republikein | |||
Partner | Lucy Young Kimball Anna Livingston Reade Street | |||
Religie | Episcopaal | |||
Handtekening | ||||
31e gouverneur van New York | ||||
Aangetreden | 1 januari 1895 | |||
Einde termijn | 31 december 1896 | |||
Voorganger | Roswell P. Flower | |||
Opvolger | Frank S. Black | |||
22e vicepresident van de Verenigde Staten | ||||
Aangetreden | 4 maart 1889 | |||
Einde termijn | 4 maart 1893 | |||
President | Benjamin Harrison | |||
Voorganger | Thomas A. Hendricks | |||
Opvolger | Adlai E. Stevenson | |||
Afgevaardigde voor New York 6e District | ||||
Aangetreden | 4 maart 1879 | |||
Einde termijn | 21 maart 1881 | |||
Voorganger | Benjamin A. Willis | |||
Opvolger | Roswell P. Flower | |||
|
Levensloop
bewerkenMorton verliet school op jonge leeftijd om te werken als bediende bij een kruidenier. Later werd hij actief in het zakenleven en belandde in New York waar hij werkzaam als bankier. Hij zou uitgroeien tot een van de belangrijkste bankiers aan de oostkust van de Verenigde Staten.
Morton stelde zich in 1876 verkiesbaar voor het Huis van Afgevaardigden, maar werd niet gekozen. In 1878 werd hij wel namens de Republikeinse Partij gekozen. Door James A. Garfield, op dat moment de Republikeinse kandidaat voor het presidentschap, werd Morton gevraagd als zijn Running mate. Hij weigerde. Als hij ja had gezegd zou hij uiteindelijk president van de Verenigde Staten zijn geworden door Garfield het leven verloor bij een aanslag. In plaats daarvan vroeg hij voor een benoeming tot ambassadeur in Frankrijk of Groot-Brittannië. Hij werd benoemd in Frankrijk en was daar van 1881 tot 1885 de Amerikaanse ambassadeur. Morton werd erg populair in Frankrijk. Hij droeg bij aan de goede zakenrelaties tussen beide landen. Op 24 oktober 1881 was hij uitgenodigd om de eerste klink te slaan in het Vrijheidsbeeld.
Morton werd in 1889 alsnog gekozen als vicepresident onder president Benjamin Harrison. Tijdens deze periode probeerde Harisson er een wet doorheen te krijgen waarmee het stemrecht van de zwarte bevolking in het zuiden van de Verenigde staten gegarandeerd zou worden. Deze wet werd echter tegengehouden door een filibuster in de Senaat door de Democratische Partij. Harrison verweet Morton dat hij te weinig deed om hem te helpen. Daarom koos hij Whitelaw Reid als running mate bij de presidentsverkiezingen in 1892. Harrison verloor deze verkiezingen echter van Grover Cleveland.
Zelf werd Morton in 1895 gekozen tot gouverneur van New York. In 1896 was hij een belangrijke kandidaat voor de Republikeinse nominatie voor het presidentschap, maar de partij koos uiteindelijk voor William McKinley.
Na zijn politieke carrière ging Morton aan het werk als vastgoedinvesteerder. Hij overleed uiteindelijk op de leeftijd van 96 jaar, waarmee hij de op-een-na-oudste vicepresident ooit werd.