Huis Caen

bouwwerk in Noordrijn-Westfalen
Werk aan de winkel Dit artikel staat op een nalooplijst. Als de inhoud op verifieerbaarheid gecontroleerd is, kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dat ook aan op de betreffende nalooplijst. Bekijk ook de bewerkingsgeschiedenis om te zien of anderen hier al aan gewerkt hebben. Vanaf 23 november 2023 kunnen de niet-geverifieerde artikelen via nuweg of TBP verwijderd worden.

Huis Caen is een kasteelachtig herenhuis tussen Wachtendonk en Straelen in de Duitse regio Nederrijn, Noordrijn-Westfalen.

Huis Caen, hofzijde

Het huis werd in de jaren zestig van de 17e eeuw door de familie Van Varo in paviljoenstijl herbouwd uit een voormalige kasteelboerderij. In het begin van de 19e eeuw werd er een Engelse tuin bij het huis aangelegd.

Omschrijving bewerken

 
Huis Caen vanuit het noorden, met watermolen (2005)
 
Voorburcht met duiventoren

Het complex bestaat uit een herenhuis met schuren en opslagruimtes, en een noordwestelijk gelegen voorburcht.

Het herenhuis wordt aan twee zijden door sloten omgeven, die door de Niers van water worden voorzien. Het telt twee verdiepingen en is van de buitenzijde okerkleurig gepleisterd.

Het portaal bevindt zich aan de westzijde met twee vooruitspringende hoekrisalieten, die door schilddaken zijn afgedekt. Deze schilddaken stammen uit het begin van de 20e eeuw. De verbindende mansardedaken hebben op alle vier de zijden zwevende dakkapellen. Op de tweede verdieping bevindt zich een inpandige kapel die in 1666 is ingericht en ingewijd door de bisschop van Roermond.

Ten noordwesten van het huis ligt de viervleugelige voorburcht met schuren en opslagruimtes uit de 18e en 19e eeuw. Ook ligt aan die zijde een watermolen, die reeds in 1370 vermeld werd. Het huidige vakwerk stamt echter uit de eeuwwisseling van de 17e naar de 18e eeuw. Bovendien ligt bij de voorburcht een van de weinige overgebleven vroeg-19e-eeuwse duiventorens. Sinds 1880 wordt deze toren ook bewoond.

In het noordelijke gedeelte van het park bevindt zich een grafkelder als onderdeel van een privékerkhof van de Duitse adellijke familie Geyr von Schweppenburg.

Geschiedenis bewerken

De oorsprong van het huis is niet bekend. Er wordt voor het eerst melding gedaan van het bestaan van het huis in 1310, als de nonnen van de Straelener kloosterorde van Giselbertus als “Fia, domina de Caen” genoemd worden. De daaropvolgende vermelding stamt uit 1413, als ene Lutger von Caen een financiële bijdrage levert aan een door de hertog van Gelre gestichte kapel.

 
Huis Caen met park op een kaart uit 1837

In 1451 werd Huis Caen middels oorkonde als het bezit van ene Maes von Oest (of Oyst) genoemd. In die tijd was het nog een kasteelboerderij, die als Nederrijnse Waterburcht die op palen gebouwd en aansluitend tot kleine burcht uitgebouwd werd. Via Maes’ zoon Johann kwam het goed in 1529 in het bezit van diens zus Elisabeth. In datzelfde jaar verkocht zij het echter aan de abdij Siegburg, maar in 1544 wordt ene Philipp van Wissels als eigenaar genoemd. Dit zou een telg uit de adellijke familie Von Wetzel kunnen zijn. Hij vererft het aan zijn zoon Engelbert, die in 1580 overlijdt. De erfenis wordt gedeeld tussen deze familie en een familie Brempt.

Tegen het einde van de 16e eeuw en de eerste helft van de 17e eeuw waren verschillende families (soms zefs gelijktijdig) in het bezit van Huis Caen. Stukje bij beetje verwierf de uit Frankrijk stammende baron van Magny, Jacques Simon de Varo samen met zijn vrouw Anna Margetha von Spicker tot 1660 de losse onderdelen van het sterk versplinterde landgoed, en liet het tot aan 1667 grondig vernieuwen en verbouwen.

 
Westaanzicht van Huis Caen in 1836/37, getekend door Alexander Frans van Aefferden

In 1817 erfde Carl Ludwig Franz van Varo het goed en onder leiding van de koninklijke tuinarchitect Maximilaan Frederik Weyhe werd het omringende park tussen 1830 en 1840 grondig veranderd in een Engelse tuin. De indeling van de paden gaat echter terug tot minstens in de 18e eeuw. Met het overlijden van Carl van Varo stierf de mannelijke stam van de familie uit. Zijn neef, freiherr Rudolf Adolf Geyr von Scheppenburg erfde vervolgens het goed, waarna het in diens familie werd verorven en nazaten tot 2007 het goed bewoonden.

Het huidige dak stamt uit 1904, omdat het na een brand moest worden vervangen. In oktober 1977 beschadigde een nieuwe brand de watermolen bij de voorburcht. Deze molen werd in 1982 echter gerestaureerd.

Literatuur bewerken

  • (de) Paul Clemen (Hrsg.): Die Kunstdenkmäler des Kreises Geldern. L. Schwann, Düsseldorf 1891 (Die Kunstdenkmäler der Rheinprovinz. Band 1, Abt 2), blz. 76–78 (online).
  • (de) Ludger Fischer: Die schönsten Schlösser und Burgen am Niederrhein. Wartberg-Verlag, Gudensberg-Gleichen 2004, ISBN 3-8313-1326-1, blz. 20–21.
  • (de) Stefan Frankewitz: Burgen, Schlösser, Herrenhäuser an den Ufern der Niers. 1. Auflage. B.o.s.s., Kleve 1997, ISBN 3-9805931-0-X, blz. 156–164.
  • (de) Stefan Frankewitz: Der Niederrhein und seine Burgen, Schlösser Herrenhäuser entlang der Niers. B.o.s.s, Geldern 2011, ISBN 978-3-941559-13-4, blz. 321–337.
  • (de) Adolf Kaul: Geldrische Burgen, Schlösser und Herrensitze. Butzon & Bercker, Kevelaer 1977, ISBN 3-7666-8952-5, blz. 25–29.

Zie ook bewerken