Havenpissebed

pissebeddensoort uit het geslacht Ligia

De havenpissebed (Ligia oceanica) is een onder water levende pissebeddensoort uit de familie Ligiidae.[1] De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1767 voor het eerst geldig gepubliceerd door Carl Linnaeus.

Havenpissebed
Havenpissebed
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Malacostraca (Hogere kreeftachtigen)
Orde:Isopoda (Pissebedden)
Onderorde:Oniscidea (Landpissebedden)
Familie:Ligiidae
Geslacht:Ligia
Soort
Ligia oceanica
(Linnaeus, 1767)
Originele combinatie
Oniscus oceanicus
Synoniemen
  • Ligia belgica Ritzema Bos, 1874
  • Ligia granulata Frey & Leuckart, 1847
  • Ligia oniscoides Brébisson, 1825
  • Ligia scopulorum Leach, 1814
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Havenpissebed op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Beschrijving bewerken

De snellopende semi-terrestrische havenpissebed is ovaalvormig, tweemaal zo lang als breed en kan tot 30 mm lang worden, waardoor het een van de grootste landpissebedden is. Zijn kleur kan variëren van grijs tot olijfgroen, en heeft grote ogen die lijken op het samengesteld oog van insecten. De antennes zijn ongeveer tweederde van de lengte van het lichaam. De kop en het eerste thoracale segment zijn versmolten tot een kopborststuk (cephalothorax), waardoor zeven extern zichtbare thoracale segmenten overblijven. De havenpissebed bezit zeven paar lopende poten (pereopoden) van hetzelfde uiterlijk. Twee grote staartdraadjen (uropoden) steken uit de achterste rand van de telson, elk met twee lange takken (rami).[2]

Verspreiding bewerken

De havenpissebed is inheems in de gematigde wateren van noordoostelijke Atlantische Oceaan van Noorwegen tot Marokko, de westelijke Oostzee en de Noordzee. Het wordt geïntroduceerd in de Noordwest-Atlantische Oceaan van Maine tot Massachusetts, en de Azoren en de Canarische Eilanden. Het wordt gevonden op rotsachtige kusten, kadepalen en havengebieden waar het de grenzen van het land en de zee bewoont. Het is een herbivoor en aaseter in het intergetijdengebied van Europa, maar lijkt zeldzaam te zijn in Noord-Amerika en heeft geen gerapporteerde ecologische of economische effecten.[3]