Georgius Macropedius, geboren als Joris van Lanckvelt, (Gemert, 23 april (?) 1487's-Hertogenbosch, eind juli 1558) was een Nederlandse humanist, pedagoog en schrijver.

Georgius Macropedius
Portret van Macropedius door Philip Galle (1572),
gedicht door Benito Arias Montanus
Algemene informatie
Volledige naam Joris van Lanckvelt
Geboren 23 april (?) 1487
Geboorteplaats Gemert
Overleden eind juli 1558
Overlijdensplaats 's-Hertogenbosch
Land Habsburgse Nederlanden
Beroep Priester, pedagoog, schrijver
Werk
Genre Schoolboeken, toneelstukken
Stroming Moderne Devotie, Renaissancehumanisme
Bekende werken Hecastus, Epistolica
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Macropedius volgde de Latijnse school te 's-Hertogenbosch. Na zijn studie sloot hij zich aan bij de Broeders van het Gemene Leven, een spirituele gemeenschap die zich afzette tegen het verval in de kerk. Door middel van zelfstudie bereidde hij zich voor op het priesterschap en op het docentschap. Hij ging lesgeven aan de Latijnse school waar hij opgeleid was en werd na enkele jaren als rector gedetacheerd naar Luik. In die functie ging hij terug naar 's-Hertogenbosch en ten slotte naar Utrecht.

Rond zijn twintigste begon Macropedius met het schrijven van toneelstukken in het Latijn. Hij schreef zowel kluchten als serieuze stukken en ontwikkelde zich tot de grootste Latijnse toneelschrijver van de zestiende eeuw. Vanuit zijn humanistische opvattingen over pedagogiek schreef hij ook een aantal tekstboeken. Deze boeken hebben veel bijgedragen aan de onderwijshervorming van die eeuw.

Na het overlijden van Macropedius hadden zijn tekstboeken nog een tijdlang veel invloed, en werden zijn toneelstukken nog gespeeld. Vanaf de zeventiende eeuw raakten beide in vergetelheid. In de negentiende eeuw werd Macropedius herontdekt. In de eenentwintigste eeuw worden zijn toneelstukken weer gespeeld, in het Latijn dan wel in vertaling.

Leven bewerken

Afkomst en familie bewerken

Joris van Lanckvelt was de zoon van Willem Truyen en Hadewich van Lanckvelt. Van de vader is niet veel meer bekend dan dat hij een buitenechtelijk kind was van Jan Truyen. De moeder was enig kind van Andries van Lanckvelt, een buitenechtelijk zoon van de adellijke Goyart van Lanckvelt. Omdat Andries een onechte nazaat was, behoorden hij, zijn dochter Hadewich en zijn kleinzoon Joris tot de niet-adellijke tak van de familie Van Lanckvelt. Hoewel zij geen aanspraak konden maken op de rijkdom van de adellijke tak, waren ze niet onbemiddeld. Er bestond een goede relatie tussen beide familietakken.[1]

Uit Gemertse archiefstukken valt af te leiden dat het gezin van Willem Truyen inwoonde bij Andries van Lanckveld. Deze bezat een huis met landerijen in de buurtschap Den Heuvel en vermoedelijk is Joris daar geboren. Zijn geboortedatum is niet in archiefstukken gevonden, maar is berekend uit gegevens die Joris over zichzelf noteerde in brieven die hij op latere leeftijd schreef. Daaruit blijkt dat hij geboren moet zijn in april/mei 1487. Naar alle waarschijnlijkheid is de exacte datum 23 april, de naamdag van Sint-Joris; hij zou dan vernoemd zijn naar zijn geboorteheilige. Dat aan zijn voornaam Joris de achternaam van de moeder werd toegevoegd was in die tijd normaal als de moeder behoorde tot een familie die welgestelder was dan die van de vader.[2]

Joris van Lanckvelt groeide op met twee jongere zussen, Cornelia en Barbara. Cornelia is later ingetreden bij de Zusters van het Gemene Leven en Barbara is getrouwd met Jan Jacobs, met wie zij twee kinderen kreeg. Joris bezocht de Gemertse parochieschool waar de priester die verbonden was aan de parochiekerk hem leerde lezen, schrijven, rekenen en zingen. Toen hij tien jaar was verhuisde hij naar 's-Hertogenbosch om verder te leren aan de Latijnse school. Dat was een in heel Europa wijdverbreid schooltype, waarin leerlingen (uitsluitend jongens, afkomstig uit de hogere en middenklasse) voorbereid werden op een religieus ambt of een studie aan een universiteit.[3]

Opleiding bewerken

De Latijnse school in 's-Hertogenbosch waar Van Lanckvelt zijn opleiding kreeg, was een kathedraalschool, verbonden aan de Sint Jan, en gelegen aan de Kerkstraat. Hoewel er geen directe bewijzen voor gevonden zijn, is het aannemelijk dat Van Lanckvelt zijn opleiding aan de Latijnse school begon in 1497. Wat vaststaat is dat hij de opleiding afrondde in 1502. Waarschijnlijk was hij aanvankelijk in de kost bij particulieren, wellicht familieleden. Zeker vanaf zijn twaalfde jaar kreeg hij onderdak in een van de convicten van de Broeders van het Gemene Leven. Deze broeders, fraters genoemd, waren niet aan de school verbonden, maar namen de zorg op zich voor de scholieren. Ze boden hen onderdak en speelden een grote rol bij de zielzorg van de leerlingen.[4]

Nadat hij de Latijnse school met succes doorlopen had, trad Van Lanckvelt toe tot de fratergemeenschap. Hij liet zich inschrijven als 'broeder Joris uit Gemert' en liet als teken van intreding zijn kruin scheren. Sindsdien woonde hij in het Gregoriushuis, het Bossche fratershuis van de Broeders van het Gemene Leven. Daar bereidde hij zich voor op het priesterschap, onder andere door het bestuderen van boeken uit de rijke huisbibliotheek, met hulp van de bibliothecaris. Zo maakte hij zich de zeven vrije kunsten eigen, de zeven wetenschappelijke gebieden die samen het studieprogramma vormden in Latijnse scholen en universiteiten. Zoals alle 'getonsureerden' was Van Lanckvelt belast met de zorg voor zieken en gasten, en vervulde hij de functie van koster. Ook werkte hij voor het scriptorium waarbij hij handschriften overschreef, en de kopieën versierde en inbond.[5]

Leraar te 's-Hertogenbosch bewerken

Omstreeks 1512 werd Van Lanckvelt tot priester gewijd. Niet veel later werd hij belast met de dagelijkse leiding van het Gregoriushuis. Hij gaf er als repetitor bijles Latijn, Grieks, kerkzang en kalligrafie aan leerlingen van de Latijnse school. Hij gaf hen ook godsdienstles en preekte enkele malen per dag voor hen. Daarnaast was hij als leraar verbonden aan de Latijnse school van 's-Hertogenbosch. In die tijd begon hij met het schrijven van Latijnse toneelstukken. Van Lanckvelt schreef zijn eerste toneelstukken om ze te laten opvoeren door de leerlingen van de Latijnse school en besloot pas veel later om ze te publiceren. De eerste ontwerpen van zijn toneelstuk Asotus (De Verloren Zoon) dateren uit die periode.[6]

Van Lanckvelt nam een klassiek klinkende naam aan, zoals de gewoonte was onder zestiende-eeuwse humanisten. Joris werd Georgius en Van Lanckvelt werd naar het Grieks vertaald als Macropedius, een combinatie van μακρός (makros) = lang en πεδιον (pedion) = veld, met een Latijnse uitgang. Met de keuze voor Grieks profileerde hij zich als een humanistische onderwijsvernieuwer.[7]

Rector te Luik bewerken

Omstreeks 1524 werd Macropedius benoemd tot rector van de Sint Hieronymusschool in Luik. De school was op verzoek van de kanselier van de prins-bisschop van Luik in 1497 gesticht door de Broeders van het Gemene Leven uit 's-Hertogenbosch. De fraters hadden er, naast een school, ook een kerk en een klooster laten bouwen, en hadden enkele huizen gekocht voor de opvang van armlastige scholieren. Toen er door onenigheid tussen de docenten problemen ontstonden die de kwaliteit van het onderwijs in gevaar brachten, detacheerde het Bossche 'moederhuis' Macropedius als rector in Luik. Samen met enkele andere leraren zorgde hij ervoor dat deze Latijnse School tot grote bloei kwam.

In 1527 keerde Macropedius terug naar 's-Hertogenbosch en verhuisde enkele jaren later naar Utrecht, in die dagen de grootste stad van de Noordelijke Nederlanden. Macropedius genoot inmiddels een zekere faam en stond bekend om zijn rechtheid in de rooms-katholieke leer. In 1531 was hij kort terug in zijn geboorteplaats Gemert, voor de afwikkeling van een erfenis.

In de meeste Nederlandse steden bleef het recht om Latijn te doceren voorbehouden aan één bepaalde school, namelijk aan de stadsschool, die meestal was ontstaan uit de plaatselijke kapittelschool. In Luik mochten aanvankelijk verschillende Latijnse scholen om de gunst van het publiek dingen. Rond 1500 richtten ook de fraters hun school op te Luik, vermoedelijk in hun convict. Die school stelde niet veel voor tot 1515. In dat jaar werd de seculiere geestelijke Nicolas Nickmann als docent aan de school van de fraters verbonden. Tevens erkende de Luikse stadsregering deze school als stadsschool, wat vermoedelijk inhield dat het voortbestaan aan andere scholen op een of andere manier moeilijk werd gemaakt (Post 1968, pp. 556-558). https://www.dbnl.org/tekst/bost002dich02_01/bost002dich02_01_0005.php

post https://www.dbnl.org/tekst/post029mode01_01/post029mode01_01_0039.php?q=Macropedius#hl1

dbnl https://www.dbnl.org/zoeken/zoekeninteksten/corpusZoek.php?zoek=Macropedius

achtergrond toneelopzet https://www.dbnl.org/tekst/_taa008196801_01/_taa008196801_01_0086.php?q=Macropedius#hl1

Rector te 's-Hertogenbosch bewerken

In 1530 werd hij rector van de Utrechtse St. Hieronymusschool. Onder zijn leiding werd het de belangrijkste Latijnse School van de Noordelijke Nederlanden. Hij gaf zelf les in Latijn, Grieks, Hebreeuws, dichtkunst, retorica, wiskunde en muziektheorie. Elk jaar schreef hij een Latijns schoollied waarvoor hij ook de muziek componeerde. Eveneens schreef hij hier de meeste van zijn Latijnse schoolboeken en toneelstukken. Deze werden niet alleen in 's-Hertogenbosch en Utrecht gepubliceerd, maar ook in Antwerpen, Bazel, Frankfurt am Main, Keulen, Londen, Parijs en andere plaatsen.

 
De Utrechtse Hieronymusschool in de zeventiende eeuw

Rector te Utrecht bewerken

In de jaren 1552-1554 heeft Macropedius zijn verzamelde toneelwerken herzien, uitgebreid, voorzien van muziek en in twee banden opnieuw uitgegeven in Utrecht: Omnes Georgii Macropedii Fabulae Comicae. Na deze uitgave heeft hij nog slechts een toneelstuk gepubliceerd: Jesus Scholasticus.

In 1557 of 1558 nam Macropedius als zeventigjarige ontslag als rector van de Utrechtse Sint Hieronymusschool. Hij verliet de stad en keerde terug naar Brabant. In het huis van de Broeders des Gemenen Levens in 's-Hertogenbosch stierf hij tijdens een pestepidemie. Hij werd begraven in de Fraterskerk. Na zijn dood hebben oud-leerlingen daar voor hem een grafmonument laten oprichten. Een schilderij met het portret van hun geliefde leermeester hing boven het grafmonument. Zowel het graf als het schilderij zijn inmiddels verdwenen, net als de kerk.

Werken bewerken

Tekstboeken bewerken

 
Laatste druk van Epistolica, London 1649, 106 jaar na de eerste druk. Dickinson College, Carlisle, Pennsylvania, USA

Macropedius publiceerde een tiental tekstboeken, waaronder het beroemde 'Epistolica' (1543) een boek over de kunst van het schrijven van brieven en over de retorica. Dit boek werd voor het eerst in 1543 uitgegeven in Antwerpen. Het werd later ook gedrukt in Bazel, Dillingen, Frankfurt am Main, 's-Hertogenbosch, Keulen en Leiden onder de titel Methodus de Conscribendis Epistolis. Het werd op veel scholen in de Nederlanden, in het Duitse Rijk, en in Engeland gebruikt. Er zijn 36 zelfstandige edities bekend. Vanaf 1576 verschenen er ook Engelse edities. Wellicht heeft Shakespeare in Londen ook kennisgemaakt met dit werk toen zijn vriend en stadsgenoot, de drukker Richard Field, bij wie hij inwoonde, een nieuwe druk van het werk verzorgde. De laatste uitgave van het boek verscheen in 1649 in Londen, 106 jaar na de eerste druk!

Uit zijn schoolboeken blijkt dat Macropedius een groot humanist was en een trouwe volgeling van Desiderius Erasmus. Hij wist alles van de zeven vrije kunsten en van de Drie Talen (Latijn, Grieks en Hebreeuws). Hij was goed bekend met de Griekse en Latijnse literatuur, met de Bijbel en met de geschriften van de kerkvaders. De vele herdrukken van zijn werken in de Nederlanden, in het Duitse Rijk, in Frankrijk en in Engeland bewijzen dat Macropedius' activiteiten zeer gewaardeerd werden door zijn tijdgenoten en door de na hem komende generatie humanisten. Door zijn schoolboeken en door zijn onderwijs heeft Macropedius veel bijgedragen aan de successen van de humanistische onderwijshervorming in de eerste helft van de zestiende eeuw. Onvermoeibaar bevorderde hij het Grieks, niet alleen om het lezen van het Nieuwe Testament mogelijk te maken, maar ook voor het onderzoek naar de klassieke Griekse auteurs.

Kluchten bewerken

Macropedius dankt zijn grootste roem aan zijn twaalf toneelstukken. In de Nederlanden en in het Duitse Rijk was hij de beste en meest productieve Latijnse toneelschrijver van de zestiende eeuw.

 
Eerste uitgave van Macropedius' Hecastus, door Michael Hillen in Antwerpen 1539. Universiteitsbibliotheek Tilburg.

Andrisca ('Manwijf') is een komedie over twee sluwe en overspelige vrouwen die de broek aan hebben en met hun sullige echtgenoten vechten. Een jongenskoor draagt verzen voor over de verderfelijkheid van seks en maakt de klassieke associatie tussen wellust en stank.[8] Aan het einde van de zestiende eeuw werd ditzelfde thema (het temmen van opstandige huisvrouwen) uitgewerkt door Shakespeare in De getemde feeks. Bassarus is een echte vastenavondklucht. Asotus behandelt het Bijbelse thema van de Verloren Zoon. Het stuk werd opgevoerd aan het Trinity College in Cambridge en aan de universiteit van Praag.

Hecastus bewerken

In 1539 verscheen Macropedius meest succesrijke stuk Hecastus. Dit werk bezorgde hem een plaats onder de belangrijke toneelschrijvers van de wereld. Het is een vrije Latijnse bewerking van het Middelnederlandse Elckerlijc. De hoofdpersoon is Hecastus (Iedereen), een welvarende jonge man die geniet van de goede dingen van het leven. Als hij verneemt dat hij spoedig zal moeten sterven blijkt dat niet een van zijn vrienden, familieleden of bekenden bereid is met hem mee te gaan op zijn laatste reis. Dit is Macropedius' meesterwerk. Het stuk had enorm veel succes. Voor het einde van de zestiende eeuw was Hecastus talloze malen gedrukt, vertaald en opgevoerd, zowel in het Latijn als in vertaling. Er zijn twaalf onafhankelijke uitgaven van het werk bekend en zes Duitse vertalingen. Een van deze vertalingen was gemaakt door Hans Sachs, de beroemde dichter van de Duitse Reformatie. Behalve in het Duits werd Hecastus ook vertaald en bewerkt in het Deens, Nederlands, en Zweeds. Dat laatste gebeurde nog in 1681, 142 jaar na de eerste uitgave. Het stuk werd diverse malen opgevoerd in de Nederlanden. Vooral in het Duitse Rijk echter had het stuk veel succes. Er zijn bewijzen gevonden van achttien opvoeringen, vooral in de protestantse gebieden. (Het Duitse stuk Jedermann is gebaseerd op het middelnederlandse Elckerlijc, op Macropedius' Hecastus en de bewerking van Hans Sachs. Dat stuk wordt elk jaar nog opgevoerd in de Dom van Bamberg en op de Salzburger Festspiele.) In 1552 publiceerde Macropedius een nieuwe editie van Hecastus. Uit het voorwoord zou afgeleid kunnen worden dat hij daartoe gedwongen was. Het lijkt er op dat de tolerante humanist Macropedius verdacht werd van sympathieën met de Reformatie.

Ernstige komedies bewerken

Liederen en gedichten bewerken

Nalatenschap bewerken

 
Titelpagina van Sven Dalius' Zweedse vertaling van Hecastus, gedrukt door Lars Löhnbohm in Göteborg in 1681. Koninklijke Bibliotheek, Stockholm

Macropedius' succes was niet beperkt tot zijn schoolboeken en toneelstukken. Als leraar en rector van de Latijnse scholen in 's-Hertogenbosch, Luik en Utrecht had hij veel studenten opgeleid die later invloedrijke figuren werden in de Kerk, bij de overheid, in de wetenschap en in de kunst. Onder hen waren de grote kenner van het Grieks, Arnoldus Arlenius, de taalkundige Willem Canter, de Leidse hoogleraar in de geneeskunde Johannes Heurnius, de aardrijkskundige Gerard Mercator, de in Italië succesvolle drukker Laurentius Torrentinus, en de bekende geneesheer Johannes Wier, die al in 1563 het geloof in hekserij en de heksenvervolging aan de kaak stelde.

Ten minste een halve eeuw na zijn dood bleef Macropedius een beroemd man, die voorkwam in diverse overzichtswerken van beroemdheden in het Duitse Rijk. In 1565, zeven jaar na zijn dood, publiceerde een groep oud-leerlingen een dichtbundel om hun leermeester te herdenken: Apotheosis D. Georgii Macropedii. In de zeventiende eeuw echter raakte Macropedius en zijn werken in de vergetelheid. Zijn toneelstukken waren bovendien in het Latijn geschreven, terwijl de dichters van de zelfbewuste Nederlandse Republiek steeds meer schreven in het Nederlands. Twee eeuwen later, aan het einde van de negentiende eeuw, werd Macropedius herontdekt door wetenschappers in België en Duitsland. In de twintigste eeuw verschenen talrijke boeken en artikelen over deze humanist en over zijn werken. In 1972 publiceerde de Amerikaanse onderzoeker Thomas W. Best zijn boek over Macropedius in de New Yorkse Twayne's World Authors Series. De laatste jaren zijn meer boeken en artikelen verschenen in Europa en in Amerika. Zijn toneelstukken werden vertaald en opgevoerd in het Nederlands. Ook verschenen vertalingen in het Engels, ook op het internet. Ook is er in 1975 in zijn geboorteplaats Gemert een middelbare school opgericht met de naam Macropedius College. Later maakte de school deel uit van het Commanderij College.

Macropedius stuk 'Hecastus' is in 2016 in het Latijn opgevoerd door de studenten van King's College in Londen. In 2023 werd het stuk opgevoerd in York (Maart) en in Leeds (Juli) en in November nog in zijn geboorteplaats Gemert.

Uitgaven en vertalingen bewerken

Nederlandse vertalingen van de werken van Macropedius:

  • Aluta: Jan Bloemendal en Jan W. Steenbeek (eds.), Georgius Macropedius Aluta (1535), (Florivallis) Voorthuizen 1995 (Latijnse tekst en Nederlandse vertaling).
  • Adamus: Egbert Vloeimans, Adam, in: Jan Bloemendal (ed.), Georgius Macropedius. Verzameld toneel (Florivallis) Amersfoort 2008.
  • Andrisca: Frank Leys, Georgius Macropedius' Andrisca (1537). Een proeve van vertaling en commentaar, niet-uitgegeven licentiaatsthesis, Rijksuniversiteit Gent, 1977.
  • Asotus: Puttiger, H.P.M. Georgius Macropedius' Asotus. Een neo-Latijns drama over de verloren zoon door Joris van Lanckvelt, Nieuwkoop 1988 (diss. Nijmegen)
  • Bassarus: R.C. Engelberts, Georgius Macropedius' Bassarus. Tekst met inleiding en vertaling, Tilburg 1968 (diss. Utrecht)(Latijnse tekst en Nederlandse vertaling)
  • Hecastus: 1. R.C. Engelberts, Hecastus, Utrecht 1945-1947 (niet-gepubliceerd typoscript) 2. F.C. van de Bilt, Hecastus. Een vrolijk spektakel over de Dood, Utrecht 1981. (Nederlandse vertaling) 3. B. Verschelde, Georgius Macropedius' Hecastus (1539). Vertaling, commentaar, vergelijking met Elckerlijc en met Chr. Ischyrius' Homulus (1536), (niet-uitgegeven licentiaats thesis Rijksuniversiteit) Gent 1981.
  • Hypomone : Mieke Tak, Volharding, in: Jan Bloemendal (ed.), Georgius Macropedius. Verzameld toneel (Florivallis) Amersfoort 2008.
  • Jesus Scholasticus : Jacolien Kleinendorst, Jezus als leerling, in: Jan Bloemendal (ed.), Georgius Macropedius. Verzameld toneel (Florivallis) Amersfoort 2008.
  • Josephus: F.P.T. Slits, Josephus. Een bijbels toneelstuk te lezen door vrome en ingetogen mensen, (niet-gepubliceerde vertaling van Macropedius'Josephus) Venlo 1980.
  • Lazarus Mendicus: A.F.M. Bussers, Lazarus Mendicus Georgii Macropedii. Latijn­se tekst met Nederlandse vertaling, inlei­ding en commentaar, Pretoria 1992 (niet-uitgegeven dissertatie Univer­siteit van Zuid-Afrika)(Latijnse tekst en Nederlandse vertaling)
  • Petriscus: P. Leys, Petriscus, fabula iucundissima, 1536, van Georgius Macropedius. Een proeve van vertaling en commentaar, (niet-uitgegeven licentiaats thesis Rijksuniversiteit) Gent 1980.
  • Rebelles: D. Meyer, Rebellen (Vertaling van Rebelles (1535) voor jeugdtoneel). Krommenie 2001.

Alle Nederlandse vertalingen zijn verzameld in een bundel:

  • Georgius Macropedius, Verzameld toneel. Redactie Jan Bloemendal. (Florivallis) Amersfoort 2008, Scaenica Amstelodamensia 3. ISBN 9789075540284

Recente literatuur bewerken

  • Henk Giebels & Frans Slits,
  • ,
  • Macropedius 1558-2008. Macropedius in Europese context. Teksten van de voordrachten gehouden op 3 oktober 2008, onder redactie van Jan Bloemendal, (Florivallis) Amersfoort 2008.
  • The Latin Playwright Georgius Macropedius (1487-1558) in European Contexts, ed. Jan Bloemendal; European Medieval Drama 13 (2009). Brepols Publishers, Turnhout 2010; 233 pagina's; ISBN 978-2-503-53091-8.

Externe links bewerken

  • Artikel Macropedius in Allgemeine Deutsche Biographie van 1884 [1]
  • Latijnse tekst van Aluta [2]
  • Engelse vertaling: C.C. Love, Macropedius' Andrisca . A farcial folk comedy, Toronto 1992 [3]
  • Engelse vertaling: C.C. Love, Macropedius' Hecastus. A morality play on the Everyman theme, Toronto 1992 [4]
  • Originele brief van Macropedius Latijn, transcriptie, Nederlandse vertaling [5]
  • Website met door Macropedius gecomponeerd lied - aldaar dubbel klikken op de afgebeelde muziekpagina [6]
  • Website Nederlandse Humanisten, art. 'Macropedius, Georgius (1487-1558)' [7]
  • Biografie op Brabants Erfgoed

https://en-academic.com/dic.nsf/enwiki/1385280 oorspr. tekst? https://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu07_01/molh003nieu07_01_1491.php

[p. 822] [Macropedius, Georgius] MACROPEDIUS (Georgius), eigenlijk geheeten Joris van Langhveldt, geb. te Gemert 1475, gest. te 's Hertogenbosch 1558, taalgeleerde en vermaard schrijver van latijnsche schooldrama's. Hij bezocht waarschijnlijk te 's Hertogenbosch de school der Broeders van het Gemeene Leven, daarna de leuvensche hoogeschool, trad in de Orde der in gemeenschap levenden van den H. Hieronymus en was rector der hieronymiaansche school, achtereenvolgens in 's Hertogenbosch, te Luik, te Utrecht, van 1537-52, weer te 's Hertogenbosch 1552-58. Na vele pijnen (podagra) overleed hij daar in 1558 (aan de pest?) en werd, volgens Jacob van Oudenhoven (Beschrijvinghe der stadt van 's Hertogenbossche, blz. 119), begraven vóór het koor der kerk van het zoogenaamde ‘Arme Fraterhuis’ te 's Hertogenbosch, ter plaatse, waar zich nu de bedding van het kanaal bevindt.

Groote studiereizen schijnt hij nooit te hebben ondernomen. Hij was een beroemd man en goed docent, verstond de latijnsche, grieksche, hebreeuwsche en chaldeeuwsche talen, en was zeer bedreven in de wiskunstige wetenschappen. Niet enkel in de geleerdheid muntte hij uit, maar ook in godsvrucht, wijsheid, nederigheid, zachtmoedigheid en in liefde voor zijne leerlingen. Jacoby meent, dat Macropedius Terentius nu en dan overtreft. Zijne taal is eenvoudig en vroolijk bedaard.

Macropedius schreef een twaalftal tooneelstukken: vijf ervan zijn ‘Comediae’, 7 gewijde drama's. I. Asotus Evangelicus (de Verloren Zoon; nieuwe uitg. van Jacoby). II. Rebelles (het mooiste). 2 leerlingen, door een onverstandige moeder bedorven, ontvluchten hunnen meester, komen tot dieverij, worden ter dood veroordeeld, maar de meester legt beslag op hen, en bevrijdt hen door de tuchtroede van den dood (uitgave Bolte, Berlijn 1897). III. Aluta (zeer mooi en kort). Aluta verkoopt gevogelte op de markt, doet het geld borgen, als pand neemt ze een haan. Deze wordt haar ontroofd en ook haar kleederen (uitgave Bolte). IV. Andrisca. Twee mannen hebben ieder een slechte vrouw. Beiden brengen ze met geweld tot beterschap. V. Bassarus (Feestspel). Bassarus noodt een gierigaard te gast, en trakteert hem op diens eigen wijn. VI. Hecastus (1539). Ter dood gewezen weigeren bloedverwanten hem te vergezellen. De Deugd en het Geloof gaan met hem. Dit stuk gaat terug op de latijnsche bewerking van Elckerlyc. VII. Lazarus Mendicus (De bedelaar Lazarus). VIII. Josephus. Ex carcere in thronum (van kerker tot troon). IX. Adamus (lang). Adam en Eva zien al de groote daden der Joden tot aan de komst van den Verlosser toe. X. Hypomone (Geduld). Zij bezoekt met hare zuster (Graphe) al de haar toegewijden en troost de bedrukten. XI. Jesus Scholasticus (niet in versmaat). Jesus wordt in den tempelgevraagd naar Zijn oordeel over den Messias. Hij brengt allen tot bewondering. Dit is Macropedius' laatste werk. XII. Petriscus (1536 's Hertogenbosch, G. Hatard) is het vloeiendst van versificatie, maar voert kastijding ten tooneele en is voor onze ooren wat onkiesch.

De Comoediae van Macropedius werden uitgegeven te Utrecht bij Herman van Borculo in de jaren 1552, 1553, 1556. Ook bij Scheffer in 's Hertogenbosch. De hertog van Aremberg bezit de zeldzame verzameling van zijne lierdichten.

Van Macropedius' hand zijn verder bekend: Graecarum Institutionum Rudimenta (Buscoducis 1535); Institutiones Grammaticae (Buscoducis 1538); Syntaxeos Praecepta (Buscoducis 1538); Nominum et Verborum Quae In Institutionibus

Over het gehele werk TITELS Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel AUTEURS over Georgius Macropedius

L.J.J.M. Poell


[p. 823] Grammaticis Georgii Macropedii Exemplorum loco passim assumuntur Germanica interpretatio (Antv., J. Loens, 1552); Fundamentum Scholasticorum (Utrecht, Bernard, 1538; Antwerpen, Loens, 1552); Prosoedia Georgii Macropedii (Antv., Loens, 1550; Keulen 1562); Cantilena Scholae Hieronymianae Ultrajecti pro anno 51 (Utrecht, H. Borculous, 1551); Cantilena pro anno 52 (Utrecht, H. Borculous); Textus Evangelicarum et Apostolicarum Lectionum denuo castignatus .... Adjecta est Interpretatio (Sylvaeducis, J. Schoeffer, 1555; 1605); Kalendarius Georgii Macropedii chirometricus, Ejusdem Computus Ecclesiasticus, cui additur brevis Calculandi ratio (Utrecht, Borculous, 1541; ibid. 1555; ibid. 1574); Simplex Disserendi Ratio (Buscoducis, G. Hatard, 1536; Buscoduc., J.v. Turnhout, 1549); Epistolica Georgii Macropedii (Antv., J. Hillenius, 1543; Antv., M. Hillenius, 1546; Antv., J. Verwithagen, 1550; Antv., J. Hillenius, 1551; ibid. 1556; Sylvaeducis, J.v. Turnhout, 1556; Leiden, Horst, 1564; Antv., A. Tavernier, 1570; Methodus de conscribendis Epistolis, Accessit Epitome praeceptorum de paranda copia verborum et rerum per quaestiones, necnon de novem speciebus argumentationum Rhetoricarum, rem omnem breviter explicans (Dilingae, S. Mayer, 1561; ibid. 1564; ibid. 1567; Basileae, J. Ophorinus, 1665; Keulen, Birckmann, 1568); hetz. werk maar Accessit Christophori Hegendorphini Epistolas conscribendi Methodus (Keulen, Birckmann, 1576).

In het koor der Fraterskerk van 's Hertogenbosch, waar hij begraven is, hing Macropedius' portret met dit grafschrift: Comico doctistimo, praeceptori Suo, pietatis ergo Joannes Lentius, Regius Senator, posuit. Georgio Macropedio, Grammatico et poetae. JULIUs eXpIrans sILVae dUCIs oCCUpat artUs MaCropedI tenUes; spIrItUs astra tenet. Wat vertaald luidt: Uit eerbied voor den geleerden blijspeldichter zijn meester, plaatste dit Joannes van Lent, Raadsheer des Konings, voor Georgius Macropedius, den taalgeleerde en dichter. Het einde der Julimaand nam te 's Hertogenbosch bezit van Macropedius' zwakke leden; zijn geest bezit de hemelen.

Zijn portret gegraveerd door Ph. Galle in Miraeus, Icones, 48; eveneens in J.F. Foppens, Bibliotheca Belgica (Brussel 1739).

Zie: Janus Hartelust, De Dictione Georgii Macropedii (Utrecht 1902); Ferd. v.d. Haeghen, Bibliogr. v.G. Macr. (Gent); Dan. Jacoby, Georgius Macropedius (eerst verschenen in de Allgemeine Deutsche Biographie dl. XX); Car. H. Herford in Studies in the litter. relations of England and Germany in the 16 cent.

Poell

https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/129744/129744.pdf?sequence=1 Georgius Macropedius (Joris van Langhveldt/Lanckvelt), geboren te Gemert en overleden in ’s-Hertogenbosch in 1558, doceerde in Den Bosch vanaf vóór 1510 tot ca. 1524, en daarna in Utrecht. Hij was rector van de school van ca. 1530 tot 1554. Hij gaf niet alleen schoolboeken uit, maar schreef vele schooldrama’s, zowel voor de school te ’s-Hertogenbosch (zie aldaar, 1.) als voor de fraterschool te Utrecht. Met betrekking tot de literaire produktie in zijn Utrechtse tijd kunnen genoemd worden voorreden bij schooldrama’s, brieven en opdrachten van werken aan leerlingen van de Utrechtse St.-Hiëronymusschool, aan weldoeners en magistraatspersonen, aan zijn Antwerpse drukker Jan Hillen van Hoochstraten en aan de Utrechtse wijbisschop Nicolaas van Nieuwland. Voor de werken van Macropedius (in de chronologische volgorde van verschijnen) zie Puttiger, Georgius Macropedius’ Asotus, en de daar genoemde literatuur; Adamus (1552), Andrisca (1538, 1543), Asotus evangelicus (1537, 1541), Bassarus (1540), Cantilena pro schola Hieronymiana (1539; eveneens voor de jaren 1551 en 1552), Cantilena Martiniana pro schola D. Hieronymi (1540; eveneens in 1544), Epistolica (1534, 1561), Evangelia et lectiones sacrae Epistolae dictae (1555, 1576, 1605, 1606), Fundamentum scholasticorum (1536, 1552), Hecastus (1539, Hypomene (1554), Graecarum institutionum rudimenta (1535, 1544,1553), Jesus scholasticus (1556), Josephus (1544), Institutiones grammaticae (1538,1550), Kalendarium chirometricus; computus ecclesiasticus; brevis calculandi ratio (1541), Lazarus mendicus (1541, 1542, 1545), Ode Tricolos Tetrastrophos (tussen 1541 en 1545), Petriscus (1535?, 1536, 1541), Prosoedia (1541, 1550); Rebelles et Aluta (1535, 1539, 1543), Scholia brevia in hymnos (1552), Sertum Rosaceum (1555), Simplex 3 .4 Auteurs UTRECHT 165 disserendi ratio (1536, 1549), Syntaxeos sive constructionis Latinae praecepta (1538,1543,1551), Textus evangelicarum et apostolicarum lectionum (1555; editio princeps van Evangelia et lectiones), alsmede kleinere gelegenheidsgedichten. In de inventaris, opgemaakt na de dood van bisschop Clemens Crabeels (f1592) bevond zich onder de in totaal 381 boekwerken als nr. 69 Methodus de conscribendis epistolis Macropedii in corio (vgl. boven Epistolica, 1561). De stad Utrecht betaalde hem in 1550 voor twee door hem opgestelde Latijnse carmina, aangebracht op een nieuw bolwerk ‘inde Weert’. In 1540, 1544, 1551, 1552 en 1555 componeerde hij cantilenae (schoolzang), te zingen door de scholieren op het feest van St.-Maarten (10 november). De Utrechtse universiteitsbibliotheek bezit 23 van zulke zangen in druk, en één in een zestiende-eeuws handschrift (hs. 796). De stadskameraarsrekeningen vermelden in 1531 een betaling aan de rector van het huis en aan de drukker Jan Berentsz. voor de vertaling uit het Latijn en het drukken van ‘een goede ordinantie van onderhoudinge vande erme menschen’. Gaat het hier om Juan Luis Vives’ De subventione pauperum van 1526?

https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/107269/mmubn000001_025509543.pdf utrecht 1540 1537 1534 1530?


https://www-degruyter-com.wikipedialibrary.idm.oclc.org/database/VDBO/entry/vdbo.vl16.0279/html I. Vita M. führte den Namen seiner Mutter, Hadewich van Lanckvelt († um 1531). Ihr Vater, Andries, war ein Bastardsohn des Landadligen Goyart (Godfried) Petersz. van L. (* um 1400). Dieser hatte es durch seine Ehe mit Jenneke, aus dem Geschlecht der früheren Herren von Gemert, zu umfangreichen Besitztümern in der reichsunmittelbaren Herrschaft gebracht, die seit 1366 dem Dt. Orden gehörte. M.’ Vater, Willem Jansz. († zwischen 1502−07), war ein natürlicher Sohn des Jan Aert Truyen. M. besuchte die Lateinschule in Herzogenbusch, wo er 1502, im dortigen Gregoriushaus, bei den Brüdern vom Gemeinsamen Leben (Fraterherren) eintrat. Den Studien − Latein, Griechisch, Hebräisch, Philosophie und Theologie − oblag er innerhalb der Kommunität. Gleichzeitig war er in einer der Bursen tätig, die die Brüder für die Scholaren der Lateinschule unterhielten; später leitete er selbst eine. Etwa 1512 wurde er zum Priester geweiht. Von 1524 bis 1527 war er Rektor des Hieronymuskollegs in Lüttich. Nach einem erneuten Aufenthalt in Herzogenbusch wurde er 1530 Rektor der Hieronymusschule in Utrecht und des dortigen Klerikerhauses. 1557 oder 1558 kehrte er nach Herzogenbusch zurück, wo er, womöglich an der Pest, verstarb. In der dortigen Brüderkirche wurde ihm 1562 ein Grabmal mit einer Inschrift des Löwener Humanisten Cornelius Valerius (ab Auwater) (1512−78) errichtet, das wohl 1566 beim Bildersturm zerstört wurde.