Belvédère Academia

bewerken

De Universiteit Leiden heeft in 2009 Belvédère Academia Leiden University NV opgericht, en het Academiegebouw en de oude Sterrewacht aan de NV verkocht, het aankoopbedrag aan de NV uitgeleend (dus van de NV tegoed houdend) en deze gebouwen teruggehuurd op absolute triple-net voorwaarden. Dit betekent dat alle kosten voor onderhoud en instandhouding, verzekering, schoonmaak en belastingen en aansprakelijkheden en alle overige aan de gebouwen gerelateerde kosten voor rekening van de universiteit blijven. Daarnaast heeft de universiteit zich verplicht tot renovatie van de oude Sterrewacht. De NV heeft vervolgens in augustus 2011 de gebouwen verkocht aan haar dochter, Belvédère Academia Exploitatie BV, en ter financiering van de koopprijs aan deze BV de zogenoemde Belvédère Lening verstrekt. De universiteit huurt de gebouwen nu van de BV.

De NV heeft een vergunning als beleggingsinstelling verkregen van de Autoriteit Financiële Markten, en is in september 2011 bezig het aan de universiteit te betalen aankoopbedrag van de gebouwen te verwerven door het uitgeven van eeuwigdurende obligaties op naam, maximaal 15.000 stuks voor € 1000 per stuk. Alumni hebben voorrang bij de inschrijving op de obligaties, de constructie is mede bedoeld om de band tussen de alumni en de universiteit te versterken. De universiteit en de NV kunnen (deels samen, deels ieder) op enig moment besluiten dat de obligaties worden afgelost. De rente bedraagt de eerste 30 jaar 3 % (onder aftrek van kosten[1]), daarna minstens 5,2 %. Dit gaat gepaard met een verhoging van de huurprijs die de universiteit moet betalen, en zou daarom voor haar een prikkel kunnen zijn om de gebouwen in 2041 terug te kopen (waartoe zij het recht heeft), in welk geval de obligaties zouden worden afgelost. De obligatiehouder heeft echter ook in dat jaar noch recht op aflossing, noch recht op het behouden van zijn obligaties om zo de hogere rente te gaan genieten. De houder van obligaties kan ze slechts éénmaal per jaar verkopen, en alleen tegen de nominale waarde, en alleen als er een koper is (de economische waarde kan aanzienlijk onder de nominale waarde liggen; het kan daarom moeilijk zijn om een koper te vinden). Als de obligaties niet worden afgelost of verkocht kan de obligatiehouder obligaties schenken aan zijn of haar kinderen. Bij overlijden kunnen obligaties als legaat of door verdeling van de nalatenschap op erfgenamen overgaan. Beleggingen in de obligaties kwalificeren op het ogenblik als culturele beleggingen[2][3] (maar de fiscale regels kunnen uiteraard veranderen).

De BV mag de Hortus Botanicus exploiteren en de opbrengst van de kaartverkoop behouden. Het onderhoud, schoonmaak en overige kosten verbonden aan de Hortus Botanicus blijven voor rekening van de universiteit. De universiteit stelt voor de exploitatie en de exposities personeel ter beschikking. Ook mag de BV ongeveer de helft van het Academiegebouw en éénderde van de oude Sterrewacht gebruiken voor het houden van exposities, tentoonstellingen en andere museale activiteiten.[4]