Gebruiker:CWILK71/Zwaantje Bosman

Zwaantje Van Roekel-Bosman (Wageningen, 7 mei 1886 - onbekend)[1] was een boerin en Nederlandse verzetsstrijdster tijdens de Tweede Wereldoorlog.

CWILK71/Zwaantje Bosman
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Volledige naam Zwaantje Bosman
Geboren 7 mei 1886, Wageningen
Land Vlag van Nederland Nederland
Ook bekend als Tante Zwaan
Periode Tweede Wereldoorlog

Levensloop

bewerken

Bosman werd in 1886 geboren in Wageningen, een stad gelegen in de Nederlandse provincie Gelderland. Ze was de dochter van Willem Bosman (1844-1921)[2] en Neeltje van IJzendoorn (1840-1921)[3]. Haar vader was schilder van beroep.[1]

Bosman trouwde op 6 maart 1908 in Wageningen met Jan van Roekel (1883-1937)[4]. Ze woonden in De Wolfswaard, een boerderij en veerhuis, aan het einde van de Pabstendam vlabij rivier de Rijn. Zij pachtten De Wolfswaard van Baron Snoekaard Van Schouwburg. Bosman's echtgenoot werkte er als veerbaas en boer.[5]

Het echtpaar kreeg twee zonen en één dochter. De jongste zoon werd later bekend als de verzetsstrijder Jan van Roekel (1920-1987). Bosman scheidde van haar echtgenoot op 21 september 1922. Na de scheiding bleven Bosman en haar zoon Jan op De Wolfswaard wonen. Als boerin zorgde Bosman voor een aantal koeien en varkens, een boomgaard en meerdere weilanden.[6]

Oorlog en Verzet

bewerken

In 1940 woonde de 54-jarige Bosman met haar zoon en een knecht genaamd Job van Egdom nog steeds in De Wolfswaard. Op de bovenverdieping van het voorhuis woonden de tweelingzussen Eltien (1909-1945) en Neeltje (1909-1990) Krijthe. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hun afgelegen woning een belangrijke plek voor het verzet.[5][7]

Eind 1940 werd in Wageningen een afdeling van de Ordedienst (OD), een geheime en illegale anti-Duitse organisatie, opgericht waarvan Bosman's zoon een actief lid was. De boerderij fungeerde als hoofdkwartier van de OD. Kleine groepen van de OD oefenden in en rond De Wolfswaard met de schaarse wapens waar ze over beschikten.

Tijdens de oorlog boden de bewoners onderdak aan Joden, leden van het verzet en geallieerde piloten. Vanaf november 1942 zaten de Joodse broer en zus Theodoor en Marie Stoppelman bij de dames Krijthe op de bovenverdieping ondergedoken. Wanneer er gevaar dreigde, bonkte Bosman met de bezem tegen het plafond van de benedenverdieping, waarop de onderduikers via het balkon de woning ontvluchtten en zich in een naburig wilgenbosje verstopten. Dit ging ondanks een aantal invallen van de Sicherheitspolizei anderhalf jaar goed.

Verzetsmensen, die zich op De Wolfswaard ophielden waren o.a. Gerrit van Ingen, Jo van Dodewaard, Kees Mulder, Henk Sijnja, Bosman, verzetsnaam Tante Zwaan, was een gastvrije huisvrouw. Niets was haar te veel om 'haar jongens' te helpen en onderdak te geven.[8]

In de winter van 1942-1943 bouwden Gerrit van Ingen en Jo van Dodewaard een illegale radiozender waarmee Van Roekel en Sijnja in april-mei 1943 stakingsoproepen uitzonden.

Op De Wolfswaard werden eind 1944 meer dan 60 Britse militairen ondergebracht, die met een roeiboot door Mulder naar bevrijd gebied aan de overkant van de rivier werden gebracht.

Het bevolkingsregister werd in een kippenhok verstopt.

Op 20 mei 1944 werd De Wolfswaard, mogelijk na verraad door de buren, om 5 uur in de ochtend onverwacht binnen gevallen door de Sicherheitsdienst (SD). Ze zijn op zoek naar de illegale radiozender. De verzetsmannen Van Roekel en Sijnja, die zich beneden bevonden, ontsnapten door in het nabijgelegen moeras te springen. Maar de twee dames Krijthe en broer en zus Stoppelman werden doordat hun gebruikelijke ontsnappingsroute was geblokkeerd, gevangen genomen en afgevoerd naar Arnhem. Het lukte Bosman niet om de mensen boven, zoals gebruikelijk, op tijd te waarschuwen door met haar bezem tegen het plafond te tikken. Bosman bleef achter op De Wolfswaard.[8][9][10][11]

Op 1 oktober 1944 kwam het bevel dat Wageningen moest evacueren. Ook De Wolfswaard werd verlaten. Bosman ging naar familie. [5]

Een bekende uitdrukking van Bosman, die zij gebruikte wanneer dingen tegen zaten, was: "mijn naam is Zwaan en ik houd mijn hoofd boven water".[7]

Na de oorlog

bewerken

Toen de bewoners van Wageningen na 5 mei 1945 weer terug mochten keren naar hun woningen, keerde Bosman terug naar De Wolfswaard. De koeien, die ten tijde van de evacuatie bij diverse boeren in Veenendaal werden ondergebracht, kwamen ook terug. Na 1946 kwam haar zoon Jan ook weer terug.[7]

In september 1987 werd op de voorgevel van De Wolfswaard een zwarte gedenksteen geplaatst met daarop de tekst "Schuilplaats in de oorlog". Het initiatief voor deze steen werd genomen door de zoon van Bosman.[8]


https://www.oudwageningen.nl/wp-content/uploads/2010/02/CB_1999_HVOW.pdf

Er is onderzoek gedaan naar De Wolfswaard door Ton/Aagje Steenbergen, Peter Schreuder, Gerard van Drogen en Willem Brinkman. Link vanaf wikipagina van zoon Jan van Roekel

Foto gedenksteen toevoegen (zie Jan van Roekel)

Foto De Wolfswaard toevoegen (zie Jan van Roekel)

Link vanaf pagina Neeltje Krijthe

Link vanaf pagina Eltien Krijthe