Gebruiker:AntoonDekker/Kladblok

Onder diatoniek (Grieks: διάτονος = door hele tonen gaand [διά = door, τόνος = toon]) wordt in de muziektheorie de leer van toonstelsels verstaan, welke gebaseerd zijn op een verdeling van het octaaf in vijf hele toonafstanden en twee halve toonafstanden waarbij de halve toonafstanden twee of drie hele toonafstanden uit elkaar liggen.

Het toonmateriaal bestaat per octaaf uit de zeven tonen met de relatieve namen do 1 re 1 mi 1/2 fa 1 so 1 la 1 ti 1/2 do; de cijfers geven de toonafstanden aan. Deze tonen corresponderen met de absolute stamtonen c 1 d 1 e 1/2 f 1 g 1 a 1 b 1/2 c. De stamtonen hebben een vastgelegde toonhoogte. Voor het spelen van dezelfde toonreeks op een andere toonhoogte, heeft men afgeleide tonen nodig; speelt men bijvoorbeeld de do op de toonhoogte van g dan horen de volgende absolute tonen tot de diatonische toonladder: g 1 a 1 b 1/2 c 1 d 1 e 1 fis 1/2 g, waarbij de toevoeging -is aangeeft dat de toon verhoogd is (-es voor verlagingen). Deze afgeleide tonen noemt men chromatisch tonen.

Een diatonisch muziekinstrument kan in het algemeen slechts op een enkele toonhoogte diatonische tonen spelen, terwijl chromatische instrumenten, of instrumenten met een variabele toonhoogte zoals een viool, op elke toonhoogte kunnen spelen.

Klavarskribo

bewerken

Hieronder een vergelijking aan de hand van twee simultaan stijgende en dalende chromatische toonlader over één octaaf, een notatie van de centrale c in verschillende liggingen en twee diatonische toonladers in het traditionele noten schrift en in Klavarskribo.

Toonhoogte-notatie
Traditioneel Klavarskribo
 
 
  • Balk biedt plaats voor 7 stamnoten, chromatisch noten d.m.v. voortekens
  • Noten afwisselend op en tussen de lijnen
  • Wisselend notenbeeld per octaaf
  • Balk biedt plaats voor 12 chromatische noten
  • Stamnoten tussen lijnen, chromatische noten op de lijnen
  • Gelijk notenbeeld per octaaf
 
 
 
 
 
  • Toon oriëntatie door middel van een sleutel.
  • Toonbereik aanpassing door sleutelkeuze.
  • Toon oriëntatie door oktaafsgewijs lijnenpatroon en een gemarkeerd lijnenpaar voor de centrale c'.
  • Toonbereik aanpassing door veranderlijk aantal lijnen.
 

 
 
  • Gelijkvormig notenbeeld voor elke grondtoon.
  • Hele en halve toonafstanden niet expliciet genoteerd.
  • Ongelijk notenbeeld voor elke grondtoon.
  • Zichtbare hele en halve toonafstanden.