Eugène de Beauharnais

Frans politicus

Eugène-Rose de Beauharnais (Parijs, 3 september 1781 - München, 21 februari 1824) was, als zoon van Joséphine de Beauharnais, de stiefzoon van Napoleon Bonaparte. Dankzij zijn stiefvader, onder wie hij een glanzende militaire carrière had, werd hij onderkoning van Italië en was hij korte tijd groothertog van Frankfurt.

Eugène Napoleon
1781-1824
Eugène de Beauharnais door Andrea Appiani, rond 1800
Groothertog van Frankfurt
Periode 1813
Voorganger Karl Theodor von Dalberg
Opvolger --
Vader Alexandre de Beauharnais
Moeder Joséphine de Beauharnais

Leven bewerken

Onder Napoleon bewerken

Eugène en zijn jongere zuster Hortense, de latere koningin van Holland, waren de kinderen van burggraaf Alexandre de Beauharnais (1760-1794), die als slachtoffer van de Terreur op beschuldiging van hoogverraad onder de guillotine eindigde. Vanuit de gevangenis richtte Alexandre een brief aan generaal Lazare Hoche waarin hij Eugène en zijn vrouw aanbeval. Onder Hoche begon dan ook Eugènes militaire carrière in Bretagne. Zijn moeder Joséphine, geboren als Marie-Josèphe-Rose Tascher de La Pagerie (1763-1814), hertrouwde in 1796 met generaal Napoleon Bonaparte.

Napoleon nam zijn stiefzoon, die zijn lieveling werd, onder zijn hoede en belastte hem, ondanks zijn jonge leeftijd, met belangrijke diplomatieke en militaire opdrachten, die Eugène met succes uitvoerde.[1] Hij diende onder Napoleon glansrijk in de Italiaanse veldtocht van 1796-1797 en de Egyptische expeditie van 1798-1799. Ook in de staatsgreep van 18 Brumaire en gedurende het Consulaat steunde hij de latere keizer, hetgeen de basis zou leggen voor zijn carrière.[2]

 
Eugène in 1810 door Andrea Appiani

De proclamatie van het Franse Keizerrijk in 1804 bracht Eugène de titel prince de l'Empire en een toelage van 200.000 frank.[2] Na Napoleons kroning tot koning van Italië in 1805 werd de 24-jarige Beauharnais bovendien onderkoning van deze staat. Deze functie behelsde in de praktijk het op zo mild mogelijke wijze uitvoeren van Napoleons vaak zeer willekeurige besluiten, opdat het Franse regime de Italianen niet te zeer voor het hoofd zou stoten.[3]

Kort na de Slag bij Austerlitz bestemde de keizer Eugène tot echtgenoot van prinses Augusta Amalia van Beieren, de dochter van de kersverse koning Maximiliaan I Jozef. In 1807 werd hij bovendien met de titel prins van Venetië Napoleons officiële troonopvolger in Italië.[4]

Gedurende de veldtocht van 1806-1807 bleef hij in Italië. In de veldtocht van 1809 leed hij als opperbevelhebber van het Italiaanse leger aanvankelijk een nederlaag tegen aartshertog Johan (Slag bij Sacile), maar behaalde bij diens terugtocht in de Slag bij Raab de overwinning. Vervolgens voegde hij zich bij het hoofdleger van Napoleon, dat de Oostenrijkers andermaal versloeg in de Slag bij Wagram. Na de Vrede van Schönbrunn (1809) werd hij belast met het dempen van de opstand in Tirol; de executie van Andreas Hofer geschiedde echter niet op zijn bevel, maar op dat van Napoleon zelf.[5]

De scheiding van Napoleon en Joséphine in 1810 trof Eugène zwaar. Hij wist echter het midden te houden tussen de liefde voor zijn moeder en de dankbaarheid jegens de keizer, aan wie hij alles te danken had, en viel niet in ongenade. Integendeel, in 1810 benoemde Bonaparte zijn stiefzoon tot troonopvolger van Karl Theodor von Dalberg in het groothertogdom Frankfurt.

Eugène voerde in de Russische veldtocht van 1812 het grotendeels uit Italianen bestaande 4e korps van de Grande Armee aan. Na de terugtocht van Napoleon en Joachim Murat werd hij opperbevelhebber van de strijdkrachten in Duitsland. De Slag bij Lützen besliste hij in Frans voordeel.[4] Hij bleef Napoleon trouw toen diens ster na de Volkerenslag bij Leipzig in 1813 begon te verbleken. Na de Volkerenslag trad groothertog Dalberg af ten gunste van Eugène. Deze functie was erfelijk[6], maar een dynastie heeft Eugène in Frankfurt nooit kunnen vestigen: al twee maanden later werd het groothertogdom bezet door de geallieerden.

Na Napoleon bewerken

Pas toen Napoleon officieel afstand van Italië had gedaan gaf Eugène zijn verzet op en sloot hij een verdrag met veldmaarschalk Heinrich von Bellegarde dat het bestuur van het koninkrijk aan de geallieerden overdroeg.[7] Ondanks enige steun van de Italiaanse bevolking trok hij zich hierna terug naar München, naar de familie van zijn vrouw. In de zomer ging hij op verzoek van zijn moeder naar Parijs, waar Lodewijk XVIII hem eervol ontving en hij de gunst van tsaar Alexander I verwierf.[8]

Aan Alexander was het ook te danken dat Eugène op het Congres van Wenen voor zijn verloren inkomsten met 5 miljoen frank schadeloos werd gesteld. Dit geld stond hij af aan de Beierse kroon. In ruil daarvoor kreeg hij van zijn schoonvader, koning Maximiliaan Jozef, in 1817 het hertogdom Leuchtenberg en het vorstendom Eichstätt met het predicaat Koninklijke Hoogheid, erfelijk voor de eerstgeborene, en de titel prins(es) van Leuchtenberg met het predicaat Doorluchtige Hoogheid voor zijn andere afstammelingen.[4] Sindsdien verbleef hij afwisselend in München en Eichstätt. Hij stierf op 21 februari 1824 aan een herseninfarct. Hij kreeg door zijn schoonvader een grootse begrafenis. Ook is er de zogenaamde Ordre de Beauharnais. Deze orde was enkel en alleen voor familieleden. Ze is lange tijd niet gebruikt maar is sinds enkele jaren weer actief. Zijn nageslacht omvat het merendeel van de Europese koninklijke families, onder wie de huidige monarchen van Zweden, Noorwegen, Denemarken, België en Luxemburg.

Graf bewerken

Hij is begraven in de koninklijke grafkelder van de Sint-Michielskerk in Munchen, naast koning Lodewijk II van Beieren,

Kinderen bewerken

Eugène en Augusta hadden de volgende kinderen:

Bronnen bewerken

  1. Heigel, Karl Theodor von. Leuchtenberg. Eugen Beauharnais, Herzog von L. In: Allgemeine Deutsche Biographie. Band 18, pp. 475-476
  2. a b Eugene De Beauharnais. In: Encyclopaedia Britannica. 11th Edition, 1911
  3. Heigel, Karl Theodor von. Leuchtenberg. Eugen Beauharnais, Herzog von L. In: Allgemeine Deutsche Biographie. Band 18, p. 476
  4. a b c Leuchtenberg, Eugen, Herzog von. In: Brockhaus' Konversationslexikon. 14 Auflage, 1894-1896
  5. Heigel, Karl Theodor von. Leuchtenberg. Eugen Beauharnais, Herzog von L. In: Allgemeine Deutsche Biographie. Band 18, p. 477
  6. Höchstes Organisations-Patent der Verfassung des Großherzogthums Frankfurt §4. www.koeblergerhard.de
  7. Heigel, Karl Theodor von. Leuchtenberg. Eugen Beauharnais, Herzog von L. In: Allgemeine Deutsche Biographie. Band 18, p. 479
  8. Heigel, Karl Theodor von. Leuchtenberg. Eugen Beauharnais, Herzog von L. In: Allgemeine Deutsche Biographie. Band 18, p. 470