Etjoia

Uitgestorven geslacht van cynodonten

Etjoia is een geslacht van uitgestorven cynodonten uit de familie Traversodontidae uit het Laat-Trias van zuidelijk Afrika. Deze middelgrote omnivore Cynognathia levert belangrijke informatie over de gebitsontwikkeling van vroeg divergerende gomphodonten en traversodontiden. Etjoia werd in 2020 beschreven op basis van een bijna complete schedel en enkele halswervels, die gevonden zijn in de bovenste lagen van de Omingonde-formatie in Namibië. De soortaanduiding dentitransitus verwijst naar het gebit van Etjoia, dat een overgangsvorm is tussen dat van de basale gomphodonten en de herbivore latere traversodonten.

Etjoia
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Trias
Etjoia
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Onderklasse:Synapsida
Orde:Therapsida
Infraorde:Cynodontia
Familie:Traversodontidae
Geslacht
Etjoia
Hendrickx et al., 2020
Typesoort
Etjoia dentitransitus
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Ontdekking en etymologie bewerken

Etjoia werd ontdekt in de bovenste beddingen van de Omingondeformatie van Namibië (gedateerd op het Ladinien tot Carnien) door de Amerikaanse paleontoloog Charles Schaff in 1996. Het exemplaar werd opgegraven aan de zuidoostelijke kant van de Etjoberg, in het Waterbergbekken van de regio Otjozondjupa in centraal noordwest-Namibië. Het holotype is gedeponeerd bij de Geological Survey of Namibia in Windhoek met het specimennummer GSN F1591. De geslachtsnaam verwijst naar Mount Etjo waar het nieuwe geslacht werd opgegraven. De typesoort Etjoia dentitransitus verwijst naar het bezit van een overgangsgebit met subcirkelvormige bovenste postcaninen en een groot aantal sectorale tanden die het diademodontide/trirachodontide postcanine patroon vertegenwoordigen, en met subrechthoekige onderste postcaninen met een mesiaal geplaatste transversale kam, wat de klassieke morfologie is van onderste traversodontide postcaninen.

Beschrijving bewerken

Etjoia is een middelgrote, niet strikt plantenetende gomphodont, vertegenwoordigd door een bijna complete schedel en enkele halswervels. Het dier werd geschat op een lichaamslengte variërend van 40 tot 55 centimeter en een lichaamsgewicht van 3,2 kilogram. De schedel is 88,5 millimeter lang. Hiermee was Etjoia een middelgrote vorm binnen de Traversodontidae. Deze cynodont verschilt voornamelijk van andere gomphodonten door de morfologie van zijn gomphodonte postcaninen en het grote aantal sectorale tanden. Etjoia zelf was een omnivoor

Schedel bewerken

Het schedelmateriaal van Etjoia bestaat uit een bijna complete schedel waarbij alleen de rechterzygoma ontbreekt. De schedel, die een basale schedellengte heeft van 88,5 millimeter, wordt gekenmerkt door de afwezigheid van een labiale plaat in de bovenkaak.

Gebit bewerken

Het gebit bestaat uit vier bovenste en drie onderste snijtanden, een bovenste en een onderste canine, en negen bovenste en acht tot negen onderste postcaninen. De onderste snijtanden hebben grote apicaal hellende denticles, terwijl de bovenste snijtanden slechts minuscule denticles hebben. In de bovenste hoektanden zijn longitudinale richels aanwezig. Zowel de bovenste als de onderste postcaninen hebben één conische, vier gomphodonte en vier sectorale postcaninen, wat het hoogste aantal sectorale tanden is onder alle traversodontiden. In tegenstelling tot andere gomphodonten zijn de bovenste postcaninen subcirculair tot elliptisch, terwijl de onderste tanden subrectangular en mesiodistaal (anteroposterior) langwerpig zijn. De derde lagere postcanine heeft de bijzonderheid dat hij een lage richel heeft (bekend als een mesiaal cingulum) anterior aan de prominente transversale kam. De laatste bovenste sectorale postcaninen zijn ook sterk linguaal (mediaal) verschoven.

Postcraniaal skelet bewerken

Het postcraniale skelet wordt alleen vertegenwoordigd door de eerste vijf nekwervels.

Omgeving bewerken

De omgeving waarin Etjoia leefde werd gekenmerkt door kronkelende beekjes in een semi-aride overstromingsvlakte met lösslaag en ondiepe zoute meren. De overstromingsvlakte was onderhevig aan korte, natte winters met zware onweersbuien gevolgd door lange, warme en droge zomers waarin regelmatig stofstormen voorkwamen. Etjoia leefde samen met kleine plantenetende kannemeyeriide dicynodonten en de toppredator Cynognathus, een grote vleesetende cynognathide.

Fylogenie bewerken

Hieronder staat een cladogram uit Hendrickx et al. (2020) met de fylogenetische verwantschappen van Diademodontidae, Trirachodontidae (hier teruggevonden als parafyletisch), en vroeg divergerende Traversodontidae:

Cynodontia 

Thrinaxodon


Cynognathia 

Cynognathus


 Gomphodontia 

 Diademodontidae 

Diademodon



Titanogomphodon



 Neogomphodontia 

Langbergia



Trirachodon



 Sinognathinae 

Beishanodon




Sinognathus



Cricodon




 Traversodontidae 


BP/1/5538




CGS JSM 100




Etjoia




Meer afgeleide traversodontiden