Dunne vaalblauwe kaaszwam
De dunne vaalblauwe kaaszwam (Cyanosporus alni) is een schimmel uit de familie Polyporaceae. Hij groeit saprotroof op dode, al dan niet afgevallen, takken van loofbomen. Hij veroorzaakt bruinrot.
Dunne vaalblauwe kaaszwam | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Cyanosporus alni (Niemelä & Vampola) B.K. Cui, L.L. Shen & Y.C. Dai (2018[1]) | |||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||
Postia alni | |||||||||||||
|
Kenmerken
bewerkenUiterlijke kenmerken
bewerkenHij heeft dunne, viltig behaarde hoedjes (lengte 1-4(5) cm lang, dikte 0,4-1 cm), meest met duidelijk vaalblauwe (en bruinige) tinten. Poriën, eerst rond, daarna hoekig, onregelmatig en gedeeltelijk gescheurd met de leeftijd zijn aanwezig met (4)5-6(7) per mm. De buisjes zijn 1 tot 6 mm lang. Hij heeft een aangename geur en bittere, zure smaak.[2]
Microscopische kenmerken
bewerkenHet heeft een monomitisch hyfensysteem. De generatieve hyfen zijn gekruld, regelmatig, inactief in Melzers reagens. De sporen zijn zeer nauw cilindrisch tot allantoïsch (worstvormig), glad, dunwandig, licht amyloïde, acyaanfiel en meten (4,1)4,3-6(7) × 1-1,3(1,5) µm; gemiddeld 5,05-1,20 µm, Q=3,79-4,45). Fungi of Temperate Europe geeft als Q-getal 4 tot 4,3.[3] De basidia zijn knotsvormig, met 4 sterigmata en meten (10)12-13,5(16) × 3,3-4,2(4,8) µm. Cystidia en andere steriele elementen ontbreken.[2]
Vergelijkbare soorten
bewerkenHij lijkt op de dikke vaalblauwe kaaszwam, maar deze heeft dikke, ruig behaarde hoedjes, die soms pas na druk of beschadiging een blauwige tint vertonen en wijdere gaatjes (2-4 poriën per mm).
Ecologie
bewerkenHet is bekend van Acer, Alnus, Amelanchier, As, Betula, Carpinus, Carya, Corylus, Crataegus, Fagus, Populus, Prunus, Quercus en Ulmus.[2]
Verspreiding
bewerkenDe dunne vaalblauwe kaaszwam komt in Nederland vrij zeldzaam voor.
Zie ook
bewerken- ↑ (en) Index Fungorum
- ↑ a b c (fr) Cyanosporus alni op www.mycoquebec.org
- ↑ Thomas Læssøe, Jens H. Petersen, Fungi of Temperate Europe, Princeston and Oxford: Princeston University Press, 2019, blz 894, ISBN 978-0-691-18037-3