Dagmaat (oppervlaktemaat)
Een dagmaat (ook dagmat, dagmad, deimt, mad, mat of dagwerk)[1][2] is een historische oppervlaktemaat in Noord-Nederland, Noord-Holland, Oost-Friesland en Noord-Friesland. Een dagmaat stond voor de hoeveelheid land (doorgaans hooiland) die één maaier op een dag tijd kon maaien met de zeis.
De conventionele grootte van een dagmaat verschilde van streek tot streek. Een dagmaat kwam op verschillende plaatsen overeen met een halve bunder. Een Groningse dagmaat – in het Gronings deimat of deimt genoemd, een oud leenwoord uit het Oudfries deimeth, van dei (dag) en meth (mad, met de zeis gemaaid stuk land)[3] – mat in het Oldambt 4997 m² en in Oost-Friesland ca. 6000 m². In Drenthe mat een dagmaat 0,68 hectare of 400 vierkante roeden (Groninger maat).[1]
Zie ook
bewerken- Gemet, de hoeveelheid zaailand dat een koppel paarden kon omploegen tussen zonsopgang en zonsondergang
- ↑ a b (nl) "Dagmaat", Geheugen van Drenthe, online geraadpleegd op 16 april 2020.
- ↑ (nl) Nicoline van der Sijs (samensteller),"Woord: dagmaat"[dode link], eWND, Meertens Instituut, online geraadpleegd op 16 april 2020.
- ↑ (nl) Michiel de Vaan, "Addenda EWN: deimt", Neerlandistiek, 17 juli 2014, online geraadpleegd op 16 april 2020. Gearchiveerd op 20 juli 2020.