Dehydratie (scheikunde)

scheikunde

Bij dehydratie of dehydratatie kan in de scheikunde betrekking hebben op verschillende chemische reacties. De reacties hebben met elkaar gemeen dat er water H2O aan een molecuul of stof wordt onttrokken.

Bij dehydratatie wordt van een molecuul een hydroxylgroep, een OH-groep van een molecuul en een waterstof-atoom van een ander molecuul, die direct naast elkaar liggen, afgesplitst onder vorming van water en een binding tussen de achterblijvende ionen. Afhankelijk van de uitgangsstoffen is de dehydratie een eliminatiereactie of een substitutiereactie.

Vormen van dehydratatie

bewerken

Zouten kunnen dehydrateren. Veel zouten kristalliseren uit verzadigde oplossingen zodanig dat in de vaste stof ook een of meer watermoleculen een vaste plaats in het kristal hebben. Een dergelijke stof wordt een hydraat genoemd. Een bekend voorbeeld daarvan is soda, natriumcarbonaat-decahydraat, dat tien moleculen water per molecuul natriumcarbonaat bevat. Door verwarmen kan het water uit het kristal worden verdreven en wordt soda gedehydrateerd. De eerste moleculen verlaten het kristal al bij 36 °C en de soda lost op in zijn eigen kristalwater. De laatste moleculen water hebben een veel hogere temperatuur nodig.

Voorbeelden

bewerken

In de organische chemie zijn veel voorbeelden van dehydratiereacties te vinden. Enkele voorbeelden.

Eliminatiereacties

bewerken

Bij een eliminatiereactie wordt een deel van het molecuul verwijderd.

  • Conversie van alcoholen in alkenen:
 
 

Substitutiereacties

bewerken

Bij een substitutiereactie wordt een atoom of atoomgroep vervangen door een ander atoom of een andere atoomgroep.