Amethistknotszwam

soort uit het geslacht Clavaria
(Doorverwezen vanaf Clavaria zollingeri)

De amethistknotszwam (Clavaria zollingeri, synoniem: Clavaria lavandula) is een behoorlijk wijdverbreide paddenstoel uit de familie Clavariaceae. In Nederland is de soort uiterst zeldzaam.

Amethistknotszwam
Amethistknotszwam
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Clavariaceae
Geslacht:Clavaria
Soort
Clavaria zollingeri
Lév. (1846)
Amethistknotszwam
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Amethistknotszwam op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Taxonomie bewerken

De paddenstoelensoort werd voor het eerste beschreven in 1846 door de Franse mycoloog Joseph-Henri Léveillé. Ze werd vernoemd naar de Duitse mycoloog Heinrich Zollinger, die veel onderzoek heeft verricht naar het geslacht Clavaria.

Beschrijving bewerken

Uiterlijke kenmerken

De amethistknotszwam heeft een zeer typisch en opvallend uiterlijk. Zowel de kleur als de vorm van de zwam zelf zijn opmerkelijk. De paddenstoel vormt langwerpige clustervormige basidiomata, die tot 10 centimeter lang en 7 centimeter breed kunnen worden. Deze zijn roze tot violet van kleur. De basis van de schimmel is eerder klein en de vertakkingen starten reeds vlak boven de grond. De amethistknotszwam heeft geen opvallende geur. De eetbaarheid van de paddenstoel werd niet onderzocht.

Microscopische kenmerken

In bulk zijn de sporen (geproduceerd op het oppervlak van de takken) wit. Lichtmicroscopie onthult aanvullende details: de sporen zijn ruwweg bolvormig tot grotendeels elliptisch, met afmetingen van 4–7 × 3–5 μm. Ze hebben een heldere top van ongeveer 1 μm lang, en een enkele grote oliedruppel. De basidia (sporendragende cellen) hebben vier sporen, hebben geen gespen en zijn 50-60 × 7-9 μm, en worden geleidelijk breder aan de top.

Ecoogie bewerken

De amethistknotszwam groeit solitair of in groepen op vochtige bodems, drassige weilanden of bossen. Het is een saprofyt en voedt zich met organisch afvalmateriaal.

Verspreiding bewerken

De paddenstoel wordt over vrijwel de hele wereld aangetroffen, onder meer in Australië, Nieuw-Zeeland, Noord- en Zuid-Amerika, Europa en Azië. In Europa is de soort zeldzaam. In 2005 voor het eerst gevonden in Nederland op Texel.[1]

Literatuur bewerken

  • M. Groenendaal & A. van den Berg (2006) - Clavaria zollingeri in een wegberm in Nederland. Coolia 49(4), pp. 187-190
  • L. Hansen & H. Knudsen (red.) (1997) - Nordic Macromycetes, Vol. 3, p. 247
  • S. Ryman & I. Holmåsen (1992) - Pilze, p. 119
  • J. Breitenbach & F. Kränzlin (1986) - Pilze der Schweiz, Bnd.2, p. 346

Externe link bewerken