Branes

etnische groep

Branes stam / Ibarnoussen / Al-Baranis (Arabisch: البرنوصي, Al-Barnoussi) (Berberse benaming: Ibarnoussen) soms gespeld als Barnès of Branes, is een van de twee belangrijkste groepen waartoe Berbers (Amazigh) in de Maghreb en al-Andalus werden verdeeld door middeleeuwse genealogen en middeleeuwse Arabische bronnen, de andere wordt al-Butr genoemd. De naam al-Barānis wordt genoemd in de Kitāb Futūḥ van Ibn ʿAbd al-Ḥakam, (overleden 257/871) en Ibn Khaldun. Ondanks dat het door middeleeuwse Arabische kroniekschrijvers wordt genoemd, is het bewustzijn over deze voorouderlijke identiteit door de eeuwen heen geleidelijk verdwenen en is het niet erg bekend of gedeeld onder de hedendaagse Berbers. De Baranis behoren tot een van de oudste berberstammen. Ibn Khaldun beschouwde de Barani's als sedentaire mensen en de voorouders van sedentaire Berbers, terwijl de andere groep, de Butr, werd beschouwd als de voorouders van nomadische Berbers zoals de Butr substammen Zenata en Nefousa.


Verspreiding

bewerken

In Marokko leven de mensen van de oude Baranis-stam / Branes-stam in het noordelijke gebied van Taza, in het rifgebergte aangrenzend met de Gzenaya (Igzennayen-stam) in het noorden en aangrenzend met de Tsoul gebied in het zuiden. De plek is een bergachtig gebied inwonend door een bevolking van boeren en draagt de naam Branes. Het gebied is vernoemd naar de oude Branes stam die het gebied bewoond. Naast de mensen van de oude Branes stam, wonen er ook mensen van de Branes substam in het gebied (De Awraba’s). Het gebied van de Branes in het noorden van Taza is verdeeld in 4 groepen. De Bni fekkous, Werba (Awraba domein), Taifa en de Bni Bouala. Iedere groep heeft weer 4 of meerdere subclans, hierdoor zijn gezinnen ook beter te onderscheiden van elkaar.

De meeste mensen van de Branes stam zijn hedendaags gearabiseerd, maar spraken 100 jaar geleden nog het Tamazight taal, toch zijn er nog berber sprekende clans. De Branes hebben een eigen identiteit en cultuur die niet te verwarren valt met de Jebala. De Branes identificeren zich als Barnoussi / Barnoussia en hebben ook een eigen darija dialect. Zo noemen de Branes onder andere een meisje / jongen: Tfel / Tefla. Terwijl de Jebala: 3ayel / 3ayla zeggen, en zo zeggen de meeste darija sprekende bevolking van Marokko: Bent / Deri.

Omdat de Branes stam een oude stam groep is, en geen substam valt het niet direct onder de categorie Riffijnen. De Branes behoren ook niet tot de Jbala al zijn dit soms misverstanden die de laatste jaren zijn verschenen. De Branes zijn echter wel verwant met de Riffijnen.

 
Barnoussia from Branes northern Taza Bni Ftah (Bni Fekkous area) 1996

Substammen

bewerken

De Barāni's zijn volgens Ibn Khaldun verder onderverdeeld in de volgende substammen: Awraba, ʿAd̲j̲īsa, Azdād̲j̲a, Maṣmūda-G̲h̲umāra. Het behoren tot nog eens drie groepen, zoals Kutāma-Zawāwa, Ṣanhāja en Hawwāra, is controversieel omdat deze laatste 3 stammen volgens middeleeuwse arabische kroniekschrijvers mogelijk tot de kinderen van Ham behoren en dus mogelijk niet tot de originele imazighen zoals de Baranis behoren.

Etymologie

bewerken

De naam Barānis is een meervoudsvorm van hun gelijknamige voorvader, Burnus die wordt beschreven als zoon van Māzīgh b. Can'ān, een legendarische Berber-voorouder.

Geschiedenis

bewerken

De plaats van herkomst van de Baranis is onbekend. Het eerste gebied waar de groepen Baranis zich historisch bevinden, is het massief van Awrās in het huidige Oost-Algerije, vanwaar ze door Noord-Afrika begonnen te migreren ten tijde van de Arabische verovering in de 7e eeuw.

De machtige Baranis/Branes stam verzette zich in het verleden tegen de Arabische invasies van Uqba ibn Nafi en sloten een bondgenootschap met Kuceila/Koceila/Aksil de koning van de Baranis/Branes die tot de Baranis/Branes substam Awraba behoort, en met de Byzantijnen. Na de islamitische verovering van Spanje door het Umayyad-kalifaat staken veel Baranis de zeestraat over naar Al-Andalus.