Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Bacitracine is een antibioticum dat vanwege de bijwerkingen alleen nog plaatselijk wordt toegepast. Het is vooral effectief tegen gram-positieve kokken.

Bacitracine
Chemische structuur
Bacitracine
Farmaceutische gegevens
Uitscheiding nvt
Gebruik
Geneesmiddelengroep Antibiotica
Toediening Lokaal
Databanken
CAS-nummer 1405-87-4
PubChem 439542
DrugBank DB00626
Farmacotherapeutisch Kompas Hydrocortison/Colistine/Bacitracine
Chemische gegevens
Molecuulformule C66H103N17O16S
IUPAC-naam (4R)-4-[(2S)-2-({2-[(1S)-1-amino-2-methylbutyl]- 4,5-dihydro-1,3-thiazol-5-yl}formamido)-4-methylpentaanamido]-4-{[(1S)- 1-{[(3S,6R,9S,12R,15S,18R,21S)- 18-(3-aminopropyl)-12-benzyl-15-(butan-2-yl)-3-(carbamoylmethyl)- 6-(carboxymethyl)-9-(1H-imidazol-5-ylmethyl)-2,5,8,11,14,17,20- heptaoxo-1,4,7,10,13,16,19-hepta-azacyclopentacosan-21-yl]carbamoyl}- 2-methylbutyl]carbamoyl}butaanzuur
Molmassa 1422,69 g/mol
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Achtergrond

bewerken

Bacitracine werd in 1943 ontdekt. Het bestaat uit een mengsel van polypeptiden; de belangrijkste daarvan is Bacitracine A. en wordt geproduceerd door de Bacillus subtilis, stam Tracy (vandaar de naam). De dosis wordt uitgedrukt in eenheden, 1E komt over een met 26 microgram.

Werking

bewerken

Bacitracine verhindert de opbouw van de celwand in bacteriën, met name in stafylokokken, Neisseria gonorrhoeae en Treponema pallidum.

Toepassing

bewerken

In het verleden is Bacitracine parenteraal (bijvoorbeeld per infuus) toegediend, maar vanwege de ernstige nierfunctiestoornissen die hier het gevolg van waren, wordt het middel alleen nog plaatselijk toegepast bij infecties van de huid-, het oog of het oor. In Nederland wordt het in combinatie met hydrocortison en andere antibiotica toegepast bij chronische middenoorontsteking. Het gebruik bij kortdurende ontstekingen van de gehoorgang wordt ontraden.

Bijwerkingen

bewerken

Bij plaatselijke toepassing in zalf of druppels treedt zelden overgevoeligheid op. Bij systemische toediening is er gevaar voor nierinsufficiëntie.