Ferro behaalde in 1999 zijn eerste Belgische indoortitel op de 200 m. Het jaar nadien was hij geselecteerd voor de Europese indoorkampioenschappen. Wegens een verstuiking kon hij echter niet deelnemen.
Ferro werd begin 2002 alweer Belgisch indoorkampioen op de 200 m. Op de 60 m wist hij zich te plaatsen voor de EK indoor. Hij werd uitgeschakeld in de series. In 2003 nam hij opnieuw op de 4 x 100 m deel aan de WK in Parijs. Samen met Nathan Bongelo, Kristof Beyens en Xavier De Baerdemaker snelde hij naar 39,05, alweer een Belgisch record. Begin 2004 behaalde hij een derde indoortitel op de 200 m en kon hij zich met een persoonlijk record van 6,75 op de 60 m plaatsen voor de wereldkampioenschappen indoor. Hij werd alweer uitgeschakeld in de reeksen. Hij behaalde dat jaar ook een eerste outdoortitel op de 200 m.
In 2005 en 2006 behaalde Ferro twee opeenvolgende titels op de 100 m, maar hij kon zijn persoonlijke records uit 2001 nooit meer benaderen. In 2006 behaalde hij een eerste indoortitel op de 60 m. Hij nam dat jaar op de 4 x 100 m ook deel aan de Europese kampioenschappen. De ploeg haalde de eindmeet niet. In 2007 volgende nog een vierde indoortitel en een tweede outdoortitel op de 200 m.