Alain Locke

Amerikaans filosoof

Alain LeRoy Locke (Pennsylvania, 13 september 1885[1] - 9 juni 1954) was een Amerikaans schrijver, filosoof, onderwijzer en kunstkenner. Hij is het best bekend voor zijn werk over de Harlem Renaissance, en wordt dan ook gezien als "de vader van de Harlem Renaissance".[2] Zijn denken wordt daarnaast ook geplaatst in de pragmatische traditie.[3]

Alain Locke
Een schets van Alain Locke.
Algemene informatie
Volledige naam Alain LeRoy Locke
Geboren 13 september 1885[1]
Pennsylvania
Overleden 9 juni 1954
Nationaliteit Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Religie Bahai
Beroep schrijver, filosoof, onderwijzer
Bekend van The New Negro: An Interpretation (1925)
Zie ook Harlem Renaissance, pragmatisme
Portaal  Portaalicoon   Filosofie

Leven en werk bewerken

Alain Locke werd geboren in Pennsylvania op 13 september 1885 als zoon van Pliny Ishmael Locke en Mary Hawkins Locke.[1] Hij zou in 1902 afstuderen aan de Central High School in Philadelphia en bezocht daarnaast ook de Philadelphia School of Pedagogy.[4] Daarna ging hij naar de Harvard universiteit om er Engels en filosofie te studeren, waar hij in 1907 dan ook zou afstuderen. Hij was ook de eerste Afro-Amerikaan die de Rhodesbeurs kreeg. Daarnaast speelde hij ook een rol in de oprichting van de Phi Beta Kappa Society. Hij werd op vele plaatsen geweigerd vanwege zijn huidskleur, maar zou uiteindelijk toch terechtkunnen in het Hertford College waar hij literatuur, filosofie, Grieks en Latijn zou studeren. In 1910 zou hij ook voor een tijd filosofie aan de Universiteit van Berlijn studeren, en een jaar later zou hij ook in Parijs studeren.

Locke kreeg een post toegewezen als assistent-professor Engels aan de Howard University in Washington, D.C.. Hier zou hij in contact komen met W. E. B. Du Bois and Carter Woodson, die een blijvende invloed op zijn filosofie zouden hebben. Hier zou hij ook toetreden tot het Phi Beta Sigma-broederschap.

Locke keert in 1916 naar Harvard terug om aan zijn doctoraatsthesis te werken, The Problem of Classification in the Theory of Value. In deze thesis bespreekt hij de oorzaken van meningen en de sociale bias, en hij betoogt dat deze niet objectief waar of fout zijn, en dus ook niet universeel. Hij neemt hier dus een meer pragmatische positie in. Locke krijgt uiteindelijk zijn Ph.D. in de filosofie in 1918. Hierna keert hij terug naar de Howard universiteit om er de stoel van professor in de filosofie te bekleedden, een positie die hij zou behouden tot zijn pensioen in 1953.

Locke promootte tijdens zijn leven Afro-Amerikaanse artiesten, schrijvers en muzikanten. Hij moedigden hen aan om hun blik op Afrika te werpen om daar inspiratie voor hun werk te vinden, Afrikaanse en Afro-Amerikaanse onderwerpen in hun kunstwerken te verwerken en ook om hun geschiedenis in hun werk te betrekken. In maart 1925 zou hij redacteur zijn van een speciale editie van de Survey Graphic, speciaal gewijd aan de Harlem Renaissance, om zo ook blanke lezers te bereiken.[5] Later dat jaar breidt hij deze editie uit naar het werk The New Negro, een collectie van teksten geschreven door Afro-Amerikanen. Het is dit werk van Locke dat vooral gekend is. Zijn filosofie van de "New Negro" zou een rol spelen in de bewustwording van de gelijkheid tussen zwarten en blanken; de zwarte bevolking zou niet meer moeten toegeven aan de onredelijke eisen van de blanke bevolking. Locke zou ook grote invloed hebben uitgeoefend op Zora Neale Hurston.

Ondanks dat Locke niet openlijk uitkwam voor zijn homoseksualiteit, speelde het toch een rol in zijn esthetisch denken.[6]

Geloofsovertuiging bewerken

Locke was een aanhanger van het Bahaigeloof, nadat hij in 1918 zijn geloof in Bahá'u'lláh bekendmaakte. Het was de traditie om deze geloofsovertuiging te uiten door een brief aan 'Abdu'l-Bahá, de zoon van Bahá'u'lláh te schrijven. Hij kreeg hierbij ook een brief terug. Wanneer `Abdu'l-Bahá in 1921 stierf, zou er een hechte band ontstaan tussen Locke en Shoghi Effendi, de behoeder van het bahá'í-geloof na de dood van Abdu'l-Bahá. De exacte invloed van dit geloof op zijn filosofie is niet gekend, maar men kan wel verscheidene overeenkomsten tussen beide ontdekken. Shoghi Effendi zou eens over Locke gezegd hebben dat "mensen zoals jij, Mr. Gregory, Dr. Esslemont en enkele anderen zo zeldzaam zijn als diamanten."[7]

Bibliografie bewerken

  • The New Negro: An Interpretation. New York: Albert and Charles Boni, 1925.
  • “Harlem: Mecca of the New Negro.” Survey Graphic 6.6 (1 maart 1925). [1].
  • When Peoples Meet: A Study of Race and Culture Contacts. Alain Locke and Bernhard J. Stern, eds. New York: Committee on Workshops, Progressive Education Association, 1942.
  • The Philosophy of Alain Locke: Harlem Renaissance and Beyond. Edited by Leonard Harris. Philadelphia: Temple University Press, 1989.
  • Race Contacts and Interracial Relations: Lectures of the Theory and Practice of Race. Washington, D.C.: Howard University Press, 1916. Reprinted & edited by Jeffery C. Stewart. Washington: Howard University Press, 1992.
  • Negro Art Past and Present. Washington: Associates in Negro Folk Education, 1936. (Bronze Booklet No. 3).
  • The Negro and His Music. Washington: Associates in Negro Folk Education, 1936. (Bronze Booklet No. 2).
  • The Negro in the Three Americas.” Journal of Negro Education 14 (Winter 1944): 7–18.
  • Negro Spirituals.” Freedom: A Concert in Celebration of the 75th Anniversary of the Thirteenth Amendment to the Constitution of the United States (1940). Compact disc. New York: Bridge, 2002. Audio (1:14).
  • Spirituals” (1940). The Critical Temper of Alain Locke: A Selection of His Essays on Art and Culture. Edited by Jeffrey C. Stewart. New York and London: Garland, 1983. Pp. 123–26.
  • The New Negro: An Interpretation. New York: Arno Press, 1925.
  • Four Negro Poets. New York: Simon and Schuster, 1927.
  • Plays of Negro Life: a Source-Book of Native American Drama. New York: Harper and Brothers, 1927.
  • A Decade of Negro Self-Expression. Charlottesville, Virginia, 1928.
  • The Negro in America. Chicago: American Library Association, 1933.
  • Negro Art - Past and Present. Washington, D.C.: Associates in Negro Folk Education, 1936.
  • The Negro and His Music. Washington, D.C.: Associates in Negro Folk Education, 1936; also New York: Kennikat Press, 1936.
  • The Negro in Art: A Pictorial Record of the Negro Artist and of the Negro Theme in Art. Washington, D.C.: Associates in Negro Folk Education, 1940; also New York: Hacker Art Books, 1940.
  • A Collection of Congo Art. Arts 2 (February 1927): 60–70.
  • Harlem: Dark Weather-vane. Survey Graphic 25 (August 1936): 457–462, 493-495.
  • The Negro and the American Stage. Theatre Arts Monthly 10 (February 1926): 112–120.
  • The Negro in Art. Christian Education 13 (november 1931): 210–220.
  • Negro Speaks for Himself. The Survey 52 (april 15, 1924): 71–72.
  • The Negro's Contribution to American Art and Literature The Annals of the American Academy of Political and Social Science 140 (november 1928): 234–247.
  • The Negro's Contribution to American Culture. Journal of Negro Education 8 (July 1939): 521–529.
  • A Note on African Art. Opportunity 2 (May 1924): 134–138.
  • Our Little Renaissance. Ebony and Topaz, edited by Charles S. Johnson. New York: National Urban League, 1927.
  • Steps Towards the Negro Theatre. Crisis 25 (december 1922): 66–68.
  • The Problem of Classification in the Theory of Value: or an Outline of a Genetic System of Values. Ph.D. dissertation: Harvard, 1917.
  • Locke, Alain.” [Autobiographical sketch.] Twentieth Century Authors. Ed. Stanley Kunitz and Howard Haycroft. New York: 1942. P. 837.
  • The Negro Group.” Group Relations and Group Antagonisms. Edited by Robert M. MacIver. New York: Institute for Religious Studies, 1943
  • World View on Race and Democracy: A Study Guide in Human Group Relations. Chicago: American Library Association, 1943.
  • Le rôle du Negro dans la culture des Amerique. Port-au-Prince: Haiti Imprimerie de l’état, 1943.

Externe links bewerken