Affodil

geslacht uit de affodilfamilie

Affodil (Asphodelus) is een geslacht van kruidachtige planten, die verspreid zijn over het Middellandse Zeegebied en het zuidwesten van Azië en behoren tot de affodilfamilie (Asphodelaceae)

Affodil
Asphodelus ramosus in Cerbère (Frankrijk)
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (planten)
Stam:Embryophyta (landplanten)
Klasse:Spermatopsida (zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen (bedektzadigen)
Clade:Eenzaadlobbigen (eenzaadlobbigen)
Orde:Asparagales
Familie:Asphodelaceae
Geslacht
Asphodelus
L. (1753)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Affodil op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Kenmerken

bewerken

Affodils zijn vaste planten die zich vermeerderen via een verdikte wortelstok of één of tweejarige planten met vezelige wortels. De loofbladeren zijn lang en smal en zijn in op de grond staande rozetten gerangschikt.

De bloemen groeien in rechtopstaande trossen of pluimen. Bij Asphodelus albus en Asphodelus fistulosus zijn de stengels ongeveer 150 cm lang; Asphodelus ramosus kan tot bijna 2 meter hoog worden.

De drietallige bloemen zijn hermafrodiet en bestaan uit zes witte tot roze kroonbladeren. Het verschil met het verwante geslacht Asphodeline is dat de meeldraden gelijke lengtes hebben.

Taxonomie

bewerken

Aphodelus bestaat uit 17 soorten:

Toepassingen

bewerken

De gedroogde stengels worden in sommige gebieden wel gebruikt om manden van te vlechten.

In Italië worden de bladeren wel gebruikt om burrata, een jonge soort kaas, in te wikkelen. Zowel kaas als bladeren zijn hooguit een paar dagen houdbaar en wanneer de bladeren verwelkt zijn is duidelijk dat de kaas niet goed meer is. Op Sardinië wordt honing van de bloemen geproduceerd. In Puglia wordt een specerij bereid uit de knoppen, die gekookt en in olie bewaard worden.

Affodil werd door de Oude Grieken in verband gebracht met de doodsgodin Persephone, en geplant in de omgeving van begraafplaatsen. Griekse dichters als Homeros beschrijven een plek in de onderwereld, de affodilvelden, waar de zielen van "gewone" lieden na de dood verblijven. Het zaad van de plant wordt genoemd als voedsel van de doden.