Oud Oolde

voormalige havezate in Laren (Lochem), Nederland

Oud Oolde of Old Oolde was een havezate in het Nederlandse dorp Laren, provincie Gelderland. Het kasteelterrein ligt achter de boerderij Holterman en 500 meter ten noordwesten van het 17e-eeuwse huis Oolde. De havezate heeft toebehoord aan diverse adellijke geslachten, waaronder Van Keppel, Van Heeckeren en Van Rechteren.

Oud Olde
Oud Oolde op een kadastrale kaart uit 1812-1832. De naam van de kasteellocatie was toen ‘De Pol’.
Locatie Laren
Algemeen
Kasteeltype havezate
Gebouwd in vóór 1367
Gesloopt in onbekend
Boerderij Holterman in 2002

Geschiedenis bewerken

In 1367 wordt het huis voor het eerst in de bronnen genoemd. Het betreffende document spreekt van een geldlening aan de graaf van Kleef, en Gijsbert van Keppel staat hierbij vermeld als de eigenaar van Oolde. Gijsberts nazaten behielden het huis tot 1551, toen de weduwe van Reynt van Keppel van Oelde het huis aan Johanna van Rossum verkocht. Zij liet het huis op haar beurt na aan haar kleinzoon Johan van Dorth. Een van zijn nazaten verkocht in 1693 het kasteel aan Hendrik van Essen, burgemeester van Lochem.

Van Essen verkocht in 1704 Oud Oolde aan Johan Rabo van Keppel. Het kasteel zelf was toen waarschijnlijk al afgebroken of verkeerde in ieder geval in een vervallen staat. Ongeacht de staat van het huis waren er echter nog wel rechten aan Oud Oolde verbonden. Zo bezat het de status van havezate en gaf het recht op het lidmaatschap van de ridderschap. Voor Johan Rabo van Keppel was dit waarschijnlijk de belangrijkste reden om Oud Oolde te verwerven.

In 1772 vond er een publieke veiling plaats, waarna Oud Oolde enkele malen van eigenaar wisselde. Adolph Jacob Hendrik Christiaan Carel van Heeckeren tot Overlaer ruilde in 1798 zijn huis Barlham voor Oud Oolde maar verkocht het goed in 1809 aan de Lochemse burgemeester Herman Joachim Thomasson en diens echtgenote Hendrika Geertruid Hein.

De erfgenamen van Thomasson en Hein verkochten in 1849 via een veiling het goed aan Adolf Frederik Lodewijk graaf van Rechteren-Limpurg-Almelo, die sinds 1839 ook eigenaar was van Oolde. Hij liet in 1851 Oolde en Oud Oolde na aan zijn dochter Maria Catharina Frederika. Van het kasteel was toen al niets meer over en er restten slechte enkele bijgebouwen, die in 1868 uiteindelijk ook werden gesloopt.

In 1900 werd het landgoed Oud Oolde geveild in losse percelen. De grachten werden in 1960 gedempt. De voormalige kasteellocatie ligt achter de boerderij Holterman.

Archeologisch onderzoek in 2010 bracht bakstenen en aardewerk uit de late middeleeuwen aan het licht.[1]