Langen (havezate)

voormalige havezate in Lochem, Nederland

De havezate Langen stond aan de oostzijde van de Nederlandse stad Lochem, provincie Gelderland.

Langen
De havezate Langen, aan de westzijde van De Cloese
Locatie Lochem
Algemeen
Kasteeltype havezate
Gebouwd in 15e eeuw
Gesloopt in onbekend

Geschiedenis bewerken

Het huis is waarschijnlijk in de 15e eeuw door de familie Van Langen gesticht. Een van de bewoners was Geertrui van Langen die huwde met Henrick van Metelen, heer van de Nettelhorst. Henrick overleed in 1453.

In de 17e eeuw kreeg de familie Van Keppel het huis Langen in bezit. Reynier van Keppel droeg het huis Langen in 1615 als leen op aan het kasteel Wildenborg.

Schimmelpenninck bewerken

Rond 1680 werd Langen als onderpand gegeven aan Helena Steenhouwer, in ruil voor een geldlening. Toen eigenaar Adolph Jan van Keppel de schuld niet kon afbetalen, verkocht Helena in 1684 de havezate aan Jacob Schimmelpenninck, heer van het naastgelegen kasteel De Cloese. Hij had Langen vermoedelijk gekocht voor zijn oudste zoon Herman Henrick, die dankzij het bezit van de havezate aanspraak kon maken op het lidmaatschap van de Ridderschap van Zutphen. In 1691 werd Herman Henrick inderdaad tot de ridderschap toegelaten vanwege zijn eigendom van de havezate Langen. Het kasteel zelf was toen waarschijnlijk al verdwenen en het goed bestond slechts nog uit een bijgebouw.

Van Heeckeren bewerken

In 1745 erfde Maria Louise van Doetinchem, als laatste erfgenaam van Schimmelpenninck, zowel De Cloese als Langen. Uit geldnood verkocht zij nog datzelfde jaar beide bezittingen aan Frans Jan van Heeckeren van Enghuizen, die er vervolgens mee werd beleend. Het goed werd verpacht aan de familie Willemsen, die zich al snel Keppel(s) gingen noemen, naar de 17e-eeuwse eigenaren van het kasteel.

Van 1765 tot 1786 was Langen in bezit van H.A.W. van Rouwenoort. Contractueel was vastgelegd dat Langen weer aan Van Heeckeren zou terugvallen als Rouwenoort een andere havezate wist te bemachtigen. Dit laatste gebeurde in 1786 en Langen kwam daardoor weer terug aan de familie.

Toen Jacob Adolph van Heeckeren in 1792 overleed, kwam Langen terecht bij diens zoon Lodewijk baron van Heeckeren. Voor Lodewijk was het bezit van de havezate Langen van belang vanwege het lidmaatschap van de Ridderschap van Zutphen.

Verkoop bewerken

In 1828 besloot Lodewijk om alle goederen te verkopen aan Arnold Henry Peter Hubert. Hieronder viel niet alleen Langen, maar ook De Cloese, Diepenbroek en Karssenberg.

In 1907 werden de bezittingen geveild en raakten de oorspronkelijke goederen verdeeld.

Beschrijving bewerken

Het is niet bekend wanneer de havezate is verdwenen. Een 18e-eeuwse tekening toont alleen nog een bijgebouw. Waarschijnlijk is Langen al in de 17e eeuw afgebroken. Tot het goed behoorden diverse boerderijen, zoals het erf Wennekink (waarschijnlijk het bouwhuis van Langen), het goed Lunsink en het erf Wamelink.

Door het ontbreken van afbeeldingen is niet bekend hoe de havezate er uit heeft gezien.