Woord van God
Woord van God kan in Abrahamitische religies aanduiden:
- Het geschreven Woord van God, opgeschreven na een openbaring van God. Binnen het christendom wordt de Bijbel vaak 'het Woord van God' genoemd. Volgens de islam werd het Woord gebracht door Ibrahim en werd het herhaald door de profeten die zich verzetten tegen de dwalingen van de mens in afwijking van dat Woord.[1]
- Een preek, een profetie of een persoonlijke boodschap, waarbij de spreker als middelaar tussen God en mensen optreedt, wordt soms een 'woord van God' genoemd.
- Christenen noemen Jezus soms het Woord van God in lichamelijke, menselijke gestalte: het levende Woord van God. De Koran noemt Jezus in soera De Vrouwen ook Gods woord, dat Hij aan Maria zond.[2][3]
Het geschreven WoordBewerken
BijbelBewerken
De Bijbel wordt in het christendom als openbaring van God gezien. In het Nieuwe Testament staat dat de 'de Schrift' (de Hebreeuwse Bijbel) door God geïnspireerd is:
Alles wat de Schrift zegt is door God geïnspireerd
— 2 Timotheüs 3:16
In het christendom wordt de tekst in 2 Petrus 1:20-21 en Openbaring 22:16,18,19 vaak zo geïnterpreteerd dat ook het Nieuwe Testament zelf is ontstaan door goddelijke inspiratie.
KoranBewerken
De Koran wordt door moslims als Gods eeuwige, ongeschapen Woord beschouwd,[4] kalam Allah.[5] De gehele Koran wordt gezien als het Woord van God.[5] Getuige van dit Woord is Mohammed.[6] Volgens moslims heeft er altijd een 'Moederboek' in de hemel bestaan.[5]
Soera De Donder 39 luidt: "God doet teniet wat Hij wil en bevestigt wat Hij wil en bij Hem is de oorsprong van het Boek". De Koran zou in tegenstelling tot de Bijbel een perfecte replica zijn van dit hemelse Moederboek.[5] Alleen in het Arabisch is het Woord van God behouden gebleven, zoals God het bedoeld heeft.[7]
Boek van MormonBewerken
De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (Mormonen) beschouwt het Boek van Mormon als het Woord van God.[8]
Jezus als Woord van GodBewerken
In het Johannes staat:
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen ... en Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
— Johannes 1:1-14
Een duidelijke verklaring of vertaling is moeilijk te geven voor deze passage uit de Bijbel.[9] Het wordt vaak zo geïnterpreteerd dat het leven, de woorden en daden van Jezus helemaal in overeenstemming zijn met de wil van God en ook dat dat Jezus God in menselijke vorm is: als Jezus spreekt, spreekt God zelf.
In Openbaring 19:11 wordt een ruiter genoemd die de naam 'Woord van God' draagt. Hij rijdt op een wit paard. Deze ruiter wordt vaak geïnterpreteerd als Jezus.
Zie ookBewerken
Bronnen, noten en/of referenties
|