Werner von Fritsch

Duitse Generaal (1880-1939)
(Doorverwezen vanaf Werner Freiherr von Fritsch)

Werner Freiherr von Fritsch (Benrath (bij Düsseldorf), 4 augustus 1880 - Praga (Warschau), 22 september 1939) was een Duitse artillerieofficier. Hij diende tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Hij was de eerste Duitse generaal die tijdens de Tweede Wereldoorlog sneuvelde.

Werner Freiherr von Fritsch
Werner von Fritsch (1932)
Geboren 4 augustus 1880
Benrath
Overleden 22 september 1939
Praga (Warschau)
Rustplaats Invalidenfriedhof Berlijn, Duitsland[1][2][3]
Religie Protestans[4]
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Pruisische leger
Deutsches Heer
Reichswehr
Heer
Dienstjaren 1898 - 1938[5]
Rang
Generaloberst
Eenheid Hessische Feldartillerie-Regiment Nr. 25
1. Garde-Division (Deutsches Kaiserreich)
47. Reserve-Division (Deutsches Kaiserreich)
4. Armee (Deutsches Kaiserreich)
10. Armee (Deutsches Kaiserreich)
Bevel 5. Artillerie-Regiment (Reichswehr)
1. Kavallerie-Division (Reichswehr)
3. Division (Reichswehr)
Wehrkreis III
1 oktober 1932[4] -
1 februari 1934
Oberkommando des Heeres
1 juni 1935 -
28 januari 1938[5]
12e Artillerieregiment
1 september 1939 -
22 september 1939[5]
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen zie decoraties
Ander werk Tweede Wereldoorlog

Biografie bewerken

Von Fritsch nam in 1898 dienst in het Pruisische leger. Van 1907 tot 1910 bezocht hij de Kriegsacademie in Berlijn. In 1913 werd hij al te werk gesteld bij de Generale Staf. Hij diende daar in verschillende rangen, uiteindelijk in de rang van majoor. Na de Eerste Wereldoorlog ging hij deel uitmaken van de Reichswehr. Van 1920 tot 1922 was hij betrokken bij de wederopbouw van de Reichswehr, vervolgens werd hij in 1922 commandant van een artillerieafdeling in Ulm. In 1927 werd hij bij het Truppenamt ingedeeld, een schaduw Generale Staf. In 1932 volgde hij Gerd von Rundstedt op als commandant van Wehrkreis III (3e militaire district) (Berlijn).

 
Gedenkteken op de plaats waar Von Fritsch sneuvelde

In 1934 werd hij, inmiddels bevorderd tot General der Artillerie, door Rijkspresident Paul von Hindenburg benoemd tot bevelhebber van het Oberkommando des Heeres (de Duitse landmacht), waar hij zich intensief zou gaan bezighouden met de modernisering van het Duitse Leger. Hierbij kwam hij verschillende malen in botsing met Adolf Hitler, omdat hij vond dat de dictator veel te hard van stapel liep met zijn Lebensraum-plannen. Eind 1937 liet Von Fritsch hierover tot grote ergernis van Hitler zijn bezorgdheid blijken tijdens de Hossbachconferentie.
Begin 1938 werd hij meegesleurd in de val van de bij de nazi's in ongenade geraakte minister van Defensie, Werner von Blomberg en werd met een beschuldiging van homoseksualiteit op een zijspoor gezet, omdat de nazi's niet wilden dat Von Fritsch Von Blomberg zou opvolgen. De affaire, die inmiddels de "Blomberg-Fritsch affaire" was gaan heten, werd door de nazi's aangegrepen om een aantal kritische hoge officieren (waaronder Ludwig Beck) op een zijspoor te zetten.

Von Fritsch werd later door een militaire rechtbank van alle blaam gezuiverd, maar kreeg de positie van bevelhebber niet meer terug, die was inmiddels vergeven aan Walther von Brauchitsch. Hij kreeg het bevel over het 12e Artillerieregiment en nam in die hoedanigheid deel aan de inval in Polen. Bij een verkenningsmissie bij Praga, een voorstad van Warschau, werd hij geraakt door machinegeweervuur. De wond was niet dodelijk, maar hij weigerde behandeling waarna hij doodbloedde[6].

Militaire loopbaan bewerken

Decoraties bewerken

Zie de categorie Werner von Fritsch van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.